Financiering van franchising gaat andere kant op

Uiterlijk 1 januari 2007 worden nieuwe regels voor kredietrisicomanagement van kracht. De Bank voor Internationale Betalingen (BIB), de centrale bank van de centrale banken, eist dat elke bank eigen vermogen aanhoudt, naar gelang het kredietrisico van haar leners. Dit is een fundamentele verandering ten opzichte van de huidige situatie. De nieuwe spelregels hebben hun impact op het gehele midden- en kleinbedrijf en dus ook op de franchisewereld. Hoogste tijd voor meer informatie, want 2006 is het jaar van de veranderingen.

In Basel kwam in 1988 een akkoord tot stand (Basel I) waarbij de minimumeisen voor door banken aan te houden eigen vermogen zijn vastgelegd. Het komt er eenvoudig op neer dat een bank ten minste acht procent van het bedrag aan uitstaande kredieten en leningen aan eigen vermogen moet aanhouden. Een van de tekortkomingen hiervan is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen risicovolle en minder riskante leningen. Het nieuwe akkoord (Basel II) houdt in dat er een meer omvattende, gedifferentieerde risicobenadering komt. Dat betekent dat een krediet met meer risico een hoger vermogenbeslag voor de bank meebrengt en dus een hogere prijsplaatje voor de kredietnemer. De nieuwe spelregels zijn in beginsel voor kredieten van een bedrag van één miljoen euro of meer, maar de banken zullen de daarvoor ontwikkelde methodiek zeker ook voor kleinere kredietnemers gaan gebruiken.

Hoe gaat het werken

Een van de voorwaarden houdt in dat banken de beschikking moeten hebben over kredietgegevens van hun klanten over een periode van tenminste twee jaar. Voor startende franchisegevers en nemers klinkt dit niet gunstig. Daarnaast moet een bank aangeven welke criteria men hanteert voor de risicobeoordeling. Dit om te voorkomen dat een onderneming geen inzicht heeft in die criteria en er dus ook niets aan kan doen om het eigen risicoprofiel te verbeteren. Voor ondernemers zal dit echter een soort black box blijven. Banken gaan werken met kredietanalyse modellen, die het huidige tijdrovende en subjectieve proces van kredietbeoordeling gaan vervangen. Deze modellen zijn sterk computer gestuurd en vragen uiteraard die gegevens die deels overbekend, maar deels ook nieuw zijn. Kritiek op een negatieve uitkomst van de kredietanalyse zal waarschijnlijk gaan verzanden in een vruchteloze discussie over de inhoud van een computermodel. Het op goede voet staan met een account manager van de bank zal weinig invloed op de uitkomst meer hebben. Detail is dat de bank die zijn risicobeoordeling en interne processen goed op orde heeft beloond wordt met een lagere vermogenseis. Dit vertaalt zich weer in een lagere risico opslag naar de klant. Als ondernemer is het nuttig te weten hoe je bank hier presteert, want het beïnvloedt direct de hoogte van je rente.

Hoe het ook zij, kredietnemers van banken zullen in 2006 geconfronteerd worden met een andere benadering. Het opvallende is dat met name Nederlandse banken -in tegenstelling tot in andere landen - naar hun klanten toe weinig mededeelzaam zijn over de veranderingen. Met vijf grote banken die tachtig procent van de kredietverlening voor hun rekening nemen geeft dat te denken. Want niemand kan zich voorbereiden, terwijl het startschot al gelost is.

De franchisegever situatie

Veel franchisegevers hebben met hun bank een financieringsarrangement. Hierin zijn de regels vastgelegd waarbinnen de bank kredieten aan franchisenemers verleent. Voor iedere gefinancierde franchisenemer tekent de franchisegever een garantie, terugkoopverklaring, borgstelling, achterstelling of andere zekerheid. Een serie van afgegeven garanties voor derden, beïnvloedt echter sterk het risicoprofiel van de franchisegever zelf. Voor iedere getekende zekerheid neemt voor de bank het risico bij de franchisegever toe. Een franchisegever draait immers deels op voor het falen van een franchisenemer. De franchisegever zelf zal dus rekening moeten houden met een verhoging van de rente die hij op zijn bankkredieten en leningen moet betalen. Het zich sterk maken voor de kredietverlening aan franchisenemers kan zo worden gestraft. Franchisegevers zullen gemakkelijker de grens van één miljoen euro krediet bereiken en daarmee zeker onder het nieuwe regime vallen.

Franchisenemers

Het mag dan zo zijn dat in het algemeen franchisenemers een betere kans op continuïteit hebben dan andere ondernemers in het MKB, de vraag is hoe dit vertaald wordt. Wat betreft de omvang krijgt een kleinere onderneming meteen al te maken met een hoger kredietrisico dan een grotere. Natuurlijk tellen garanties van een franchisegever mee als een risicoverlaging. Maar wat gebeurt er als de bank vindt dat het risico bij de franchisegever op een bepaald punt te groot wordt? Dan accepteert men eenvoudig geen garanties meer. Dan zal de franchisenemer geheel op zijn eigen merites en aangeleverde cijfers worden beoordeeld, zonder dat rekening wordt gehouden met een franchisegever die er achter staat. De starter mist dan die garantie en ook nog een krediethistorie bij de bank. In bepaalde gevallen zal borgstellingskrediet de oplossing kunnen brengen, maar het is niet bekend hoe dit meeweegt in de risicobeoordeling.

Kapitaalintensieve franchisenemers zullen rekening moeten houden met een hogere rente dan zij nu gewend zijn. Het aardige is wel dat een goedlopende franchisenemer de kans heeft een lagere rente te betalen dan zijn minder goed draaiende franchisegever.

Hoogste tijd om in actie te komen

Er staat de franchisewereld wat te wachten op het gebied van kredietverlening. We mogen gevoeglijk aannemen dat bestaande financieringsarrangementen op de schop gaan. Het arrangement met één zelfde rentepercentage voor alle franchisenemers heeft zijn tijd gehad. Ook gestaffelde rente op basis van solvabiliteit verdwijnt in die vorm. De algemene verwachting van deskundigen is dat de rente voor het gemiddelde MKB bedrijf zal stijgen. Daarnaast zullen garanties van franchisegevers met andere ogen worden bekeken. Hoe? De risicobeoordeling van franchisegever en franchisenemer verandert en dit zal leiden tot behoorlijke differentiatie in de rente, die in eerste aanleg de schijn heeft van willekeur. Dat is niet zo, want niet alle franchisegevers en niet alle franchisenemers hebben hetzelfde risico. Daar hangt een verschillend prijsplaatje aan. De vraag is vooral hoe dat plaatje tot stand komt en welke invloed je daar als ondernemer op hebt.

Actie in geboden. Tot nu toe afgegeven garanties met een langere looptijd zullen voor veel franchisegevers voorlopig een negatieve uitwerking hebben op het risicoprofiel. Maar dat moet je wel weten, zodat je er in de toekomst iets aan kan doen om dit te verbeteren. De beoordeling van het kredietrisico is niet een eenmalig, maar een continu proces en bedrijven hebben er dus belang bij om hun kredietbeoordeling positief te beïnvloeden.

De zwijgzaamheid van banken heeft er toe geleid dat een franchisegever tot op heden nauwelijks aandacht heeft kunnen besteden aan het eigen risicomanagement. Hij zal dus nu moeten starten met een analyse van zijn situatie. De franchisegever moet er bovendien van verzekerd zijn dat de bank dezelfde risicoperceptie heeft als hijzelf en dat beide dus op dezelfde golflengte zitten. Strategische plannen en financieringstructuur moeten worden geanalyseerd. Maatregelen kunnen liggen in leasing in plaats van kopen, beter debiteurenbeheer, minder of geen garanties meer verstrekken, betere brutowinst marges, minder voorraden, afstoten eigen filialen etcetera. De individuele situatie zal goed in kaart gebracht moeten worden en vervolgens zullen er maatregelen ter verbetering moeten worden ingevoerd en opgevolgd. In 2006 zal er een extra verantwoordelijkheid op iedere franchisegever komen te liggen.

Lees meer over:
Jan Bezemer Jan Bezemer
Voormalig hoofdredacteur Franchise+