Buy Now Pay Later
Buy Now Pay Later (BNPL) is sterk in opkomst als betaalmethode binnen het retailkanaal. Deze diensten liggen echter ook onder een vergrootglas. BNPL biedt consumenten de mogelijkheid om op een later moment (meestal binnen 3 maanden) te betalen via een BNPL-aanbieder, zoals Klarna of AfterPay. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) uit de nodige zorgen rond BNPL. Zo komen met name minderjarigen in de schulden doordat zij een betalingstermijn missen en door stapeling van diverse afbetalingen. Onder de huidige wetgeving zijn de aanbieders van BNPL niet gereguleerd en vallen daarom (nog) niet onder de toezichtregels uit de Wet op het financieel toezicht (Wft). Dit zal in de nabije toekomst veranderen.
Implicaties kwalificatie kredietovereenkomst
Als de BNPL-dienst kwalificeert als een krediet moeten diverse wettelijke verplichtingen worden nageleefd, zoals precontractuele informatieverplichtingen en een beoordeling of het krediet verantwoord kan worden verstrekt. De precontractuele informatieverplichtingen bestaan onder meer uit informatie over de kredietaanbieder, het kredietbedrag, rente, looptijd en kosten. Ook moet de overeenkomst bepaalde verplichte elementen bevatten zoals bijvoorbeeld het jaarlijks kostenpercentage. Daarnaast geldt een bedenktermijn van 14 dagen. De kredietwaardigheidstoets heeft als doel om op basis van de financiële situatie van een BNPL-gebruiker vast te stellen of het BNPL-krediet verantwoord verstrekt kan worden. Hiertoe zijn onder meer de inkomensgegevens en andere kredieten van de consument relevant.
Wanneer is een BNPLovereenkomst een kredietovereenkomst?
De Hoge Raad heeft recent 2 arresten gewezen waarin is geoordeeld wanneer een BNPL-overeenkomst als een kredietovereenkomst kwalificeert. Er is geen sprake van een kredietovereenkomst op grond van 7:58 lid 2 BW als het krediet volledig kosteloos is, als er geen rente of andere kosten worden gerekend, of als het krediet binnen drie maanden moet worden terugbetaald en de kosten slechts ‘onbetekenend’ zijn. Van deze laatste uitzondering (driemaands krediet met onbetekenende kosten) maken BNPL-aanbieders voornamelijk gebruik om weg te blijven van de kwalificatie als krediet. Of de kosten ‘onbetekenend’ zijn, hangt af van de omstandigheden van het geval zo oordeelde de Hoge Raad. Dit zijn onder meer het absolute bedrag van de kosten en de verhouding tot het totale kredietbedrag. Bij de beoordeling of een krediet kosteloos is of slechts onbetekenende kosten heeft, hoeven de vertragingsrente en buitengerechtelijke niet in aanmerking genomen te worden. Dat geldt zowel als deze kosten voortvloeien uit de wet als wanneer ze in de overeenkomst zijn vastgelegd.
Verdienmodel op niet-betaling consument
Wanneer de BNPL-aanbieder er bij het sluiten van de overeenkomst op anticipeert dat de consument zijn betalingsverplichting niet gaat nakomen en hiermee probeert economisch voordeel te behalen, dienen de vertragingsrente en de buitengerechtelijke kosten wel in aanmerking te worden genomen om te bepalen of sprake is van een krediet zonder kosten of een krediet met onbetekenende kosten. Kortom, de BNPL-aanbieder gaat ervan uit dat de consument niet zal betalen en gebruikt de niet-betaling van de consument als verdienmodel. Of dit het geval is, dient door de (feiten)rechter te worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Relevante aandachtspunten zijn in dat geval de wettelijke dan wel contractuele aard van de rente, de kosten van niet-nakoming, de termijnen waarbinnen die rente en kosten opeisbaar worden en de hoogte van deze rente en kosten.
Ambtshalve toetsing kredietwaardigheidstoets
De Hoge Raad heeft in de arresten ook bevestigd dat de rechter in eerste aanleg ambtshalve dient te toetsen of de BNPL-aanbieder of kredietverstrekker wel een kredietwaardigheidstoets heeft uitgevoerd als er sprake is van een kredietovereenkomst. Kredietvertrekkers hebben op grond van de Wft de verplichting om informatie in te winnen over de kredietwaardigheid van de consument en deze te gebruiken om vast te stellen of het gevraagde krediet verantwoord verstrekt kan worden.
BNPL onder reikwijdte gewijzigde Richtlijn consumentenkrediet.
Vanaf (uiterlijk) 20 november 2026 zal de gewijzigde Richtlijn consumentenkrediet in werking treden. Dit betekent dat vanaf november 2026 alle BNPL-aanbieders onder de reikwijdte vallen van de nieuwe wetgeving en moeten voldoen aan de toezichtregels uit de Wft en de toepasselijke BW-bepalingen. Daarnaast komt er een verbod op het aanbieden van BNPL-diensten aan minderjarigen en wordt een leeftijdsverificatie verplicht gesteld. Tot slot worden de regels over de (pre)contractuele informatievoorziening en de verplichting om consumenten in financiële moeilijkheden te helpen (verder) aangescherpt.