Mona Keijzer: “Wetsvoorstel naar 2e Kamer is voor veel mensen heugelijk feit”

Gisteren tijdens het Franchise Debat van de Bovag heeft Staatssecretaris Mona Keijzer laten weten dat het feit dat het Wetsvoorstel Franchise naar de 2e Kamer is gestuurd voor veel mensen een heugelijk moment is. In haar toespraak gaf ze aan dat franchise een prachtige manier van samenwerken is die van goot belang is voor de Nederlandse economie.

“Er zijn veel voorbeelden van formules waarbij het heel goed gaat, zoals Jumbo en Kaldi. Maar helaas zijn er ook voorbeelden van formules waar het niet goed gaat en daarom is deze wet nodig”, aldus Keijzer. “Dit traject loopt inmiddels 10 jaar en het is goed dat daar nu een eind aan komt. De verhouding tussen franchisegever en franchisenemer moet eerlijker”. Keijzer hoort van veel franchisegevers dat bij hun alles goed gaat. “Deze formules hebben van mij dan ook geen last”, laat Keijzer weten. Keijzer hoopt dan ook dat de wetgeving zo snel mogelijk door de kamer gaat en ingevoerd wordt. 

Het Franchise debat werd door de Bovag georganiseerd in het Mauritshuis in Den Haag en werd door 100 mensen bezocht. Na de presentatie door Mona Keijzer kwam Leendert-Jan Visser van MKB-Nederland aan het woord die aangaf dat hij blij was dat er na 10 jaar praten en discussiëren een Wetsvoorstel ligt.

De middag werd afgesloten met twee discussierondes waarbij in de eerste ronde een debat plaatsvond tussen Boris van der Ham (NFV) en Brigitte van der Burg (FNN). In de tweede ronde spraken advocaten Timo Jansen en Arnold Koopmans over de stelling: Instemmingsrecht voor franchisenemers is noodzakelijk. Aansluitend werd gediscussieerd over de stelling: Franchisewet moet volledig dwingend zijn.

De middag werd afgesloten door Bovag-directeur Peter Niesink die aangaf dat het bij 75% van de automerken goed gaat maar dat in 25% er sprake is van misbalans. Als voorbeeld gaf hij een Frans automerk dat recent de bonusregeling eenzijdig heeft aangepast. Niesink sprak zijn complimenten uit naar Staatssecretaris Keijzer over het voorliggende wetsvoorstel. Ook bedankte hij Patricia Hoogstraaten van het Vakcentrum voor alle tijd en energie die zij heeft gestoken in dit traject.

Reactie Koelewijn & Partners

We zijn positief dat er een verbeterd wetsvoorstel nu naar de kamer gaat. Een van onze bezwaren betrof dat in de précontractuele fase vrijwel het volledige handboek met geheime informatie gedeeld moest worden. Dit is nu gelukkig beperkt. Een ander groot bezwaar betrof het dwingendrechtelijk voorgeschreven instemmingsrecht van 2/3 van de franchisenemers. Deze is teruggebracht naar een meerderheid van de franchisenemers. Daarmee is voor de meeste situaties een werkbare situatie ontstaan die recht doet aan de samenwerking. 

Beperkend voor de slagkracht van franchiseorganisaties blijft het instemmingsrecht voor franchisenemers voor ‘afgeleide formules’.  Dit is wat ons betreft onnodig voer voor advocaten. Doordat het bindende wetgeving is die voor alle vormen van franchise en voor alle sectoren met vaak geheel andere omstandigheden van toepassing is, zijn er nog wel veel open eindjes. Hopelijk zal hier bij de behandeling in de kamer verdere duidelijkheid gecreëerd worden. Dit om te voorkomen dat de rechter te vaak uitsluitsel moet geven dan wel dat er alsnog wijzigingen nodig zullen zijn via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). 

Uiteindelijk effect van de nieuwe franchisewet is dat de positie van de franchisenemer versterkt wordt en dialoog afgedwongen wordt. Het is jammer dat dit noodzakelijk is, maar deze insteek van de wet is wat ons betreft positief. Zaak is nu dat voor de invoering de resterende onduidelijkheid zo veel mogelijk opgehelderd wordt om juridisch getouwtrek tussen franchisenemers en franchisegevers te voorkomen.

Na invoering ligt er een taak voor franchisegevers, maar ook voor franchisenemers. Franchisenemers moeten hiermee ook aan de slag, als kandidaat-franchisenemer, in de précontractuele fase om zich beter te informeren. Tijdens de samenwerking om constructief als goed franchisenemer de dialoog aan te gaan met als doel de formule sterker te maken. We hopen dan ook dat deze wetgeving een positieve stimulans is zowel franchisegevers als franchisenemers!

Reactie Nederlandse Franchise Vereniging:

De Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) staat positief tegenover wetgeving die afspraken tussen franchisegevers en franchisenemers verduidelijkt, zeker waar het afspraken betreft voordat een franchiserelatie wordt aangegaan ('precontractuelefase'). Daarmee nodigt de wet uit om samen afspraken te maken tot verdere samenwerking. De wet heeft nog wel een aantal losse eindjes die franchisegevers graag verhelderd of aangepast zien worden. Boris van der Ham, voorzitter van de Nederlandse Franchise Vereniging: “De wet die vandaag naar de Tweede Kamer werd gestuurd nodigt uit tot verdere samenwerking tussen franchisegevers en
franchisenemers. Dit dient een wederzijds belang, namelijk het versterken van ondernemerschap, met erkenning van elkaars onderscheidende rol.”

Reactie Franchisenemers Netwerk Nederland:

Het wetsvoorstel zorgt voor een evenwichtigere verhouding tussen franchisegever en franchisenemer, waardoor franchisenemers betere bescherming genieten tegen onredelijke praktijken. Het wetsvoorstel is een minimumpakket dat gegeven de nood bij franchisenemers, zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. In het wetsvoorstel zijn in elk geval een aantal belangrijke verbeteringen opgenomen die de positie van de franchisenemer versterken. Met name op het vlak van informatievoorziening, maar het wetsvoorstel bevat ook een verbetering door de grotere invloed van de franchisenemer op belangrijke wijzigingen.

De Nederlandse Franchise Vereniging is de overkoepelende belangenorganisatie voor franchising in Nederland.

Koelewijn & Partners helpt al sinds 1988 franchisenemers én franchisegevers in iedere branche en elke ontwikkelingsfase met advies en hands-on ondersteuning om de volgende stap te nemen voor nog meer succes.