Van Franchise naar Friendchise
Het blijft lastig, Franchise. Wie erop googled vindt voornamelijk artikelen van (grote) franchise partijen die met elkaar overhoop liggen en artikelen over nieuwe wetgeving om: “de machtsonbalans” te herstellen. Helaas halen negatieve berichten altijd eerder het nieuws dan de positieve voorbeelden. In werkelijkheid zijn er immers legio voorbeelden waarbij er sprake is van een prima samenwerking en een zeer succesvolle franchise. Niet voor niets werken er meer dan 300.000 mensen in de franchisebranche.
Wat echter niet ontkend kan worden is dat in toenemende mate de samenwerking tussen organisatie en ondernemers onder druk komt te staan. Zowel van franchisegevers als franchisenemers wordt steeds meer gevraagd en dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee.
Franchise is een model die een snelle en gezonde groei mogelijk maakt. Door het delen van de risico’s en financieringslasten kan op relatief korte termijn een sterk netwerk worden opgebouwd die zowel voor de franchiseorganisatie als de franchisenemers tot een goed verdienmodel leiden. Na (of tijdens) snelle groei, komt er ook in toenemende mate het belang van meebewegende afspraken. Contracten en afspraken die in de beginsituatie prima werkten, zijn toe aan revisie bij verdere ontwikkeling van organisatie en markt. Dit is ook het moment waarop vaak de frictie ontstaat. Bestaande ondernemers hebben immers iets te consolideren en belangen lopen daarin niet altijd gelijk.
De snel veranderende markt leidt dan al snel tot fricties. Over condities, maar ook over zaken als marktgebieden. Waar de franchisegever belangen ziet in groei, geldt voor de individuele ondernemer vaak dat het eigen marktgebied beschermd moet worden. Hierin ligt een belangrijke rol voor de samenwerking tussen franchisegever en franchisenemers op overkoepelend niveau.
Samen sparren en daarmee ook de ondernemers actief betrekken bij het beleid en de strategische keuzes zorgt voor meer vertrouwen en een slagvaardigere organisatie. Het uitgestippelde beleid moet immers goed uitgelegd worden aan de ondernemers. Hiervoor geldt; ondernemers (vanuit een vereniging) kunnen dit altijd beter dan de organisatie “van bovenaf”.
Bij franchise moet het uitgangspunt zijn dat wat goed is voor de franchisenemer, ook goed is voor de franchisegever en vice versa. Dit is niet los van elkaar te zien. Dat betekent dat er in alle gevallen ook een rol ligt voor de franchisegever bij wijzigende omstandigheden. Dit kan gaan over specifieke zaken, maar ook bijvoorbeeld algemene wetgeving zoals de WAB (wet arbeidsmarkt in balans). De ondernemers actief begeleiden leidt immers tot betere rendementen en daarmee een stabielere organisatie.
Samenwerking blijft daarbij de sleutel. Dit gaat dan over wijzigingen (en dus kansen), zowel in de markt als in zaken als wetgeving. Het elkaar blijven versterken moet centraal staan. Bij Marshoek spreken we dan ook graag van Friendchise. Niet alleen geloven wij dat hiermee een sterkere slagvaardigere organisatie kan worden gebouwd. Deze manier van franchising zorgt ook dat het eenvoudiger wordt om kwalitatieve ondernemers aan te trekken en te binden.
Zeker ook met het oog op het wetsvoorstel van de franchisewet geldt dat zowel franchisegevers als franchisenemers proactief hun samenwerkingsmodel onder de loep moeten nemen. In plaats van afwachten tot de wet partijen tot bepaalde zaken dwingt, kan juist nu vooraf worden gekozen voor Friendchising, om de zaken in gezamenlijkheid naar de toekomst goed te regelen. Uiteindelijk profiteren zowel franchisegevers als franchisenemers van een dergelijke aanpak.
Meer weten? Graag komen wij bij u langs om ook uw organisatie te begeleiden van franchise naar friendchise.