Vakantieschooltje franchise

Een enkeling heeft nog wat in het vooruitzicht, maar voor velen zal de vakantie er ondertussen toch echt weer opzitten voor dit jaar. In het tumult van de vakantie (voor- en na)pret is het nooit moeilijk om de rechtspraak op het gebied van franchise en franchiseovereenkomst te missen. Niet getreurd, want in dit artikel bespreek ik enkele recente gerechtelijke uitspraken over franchise die relevant zijn voor de praktijk, zowel voor franchisegevers als franchisenemers. Zo bent u in een paar minuten weer op de hoogte wat er speelt binnen (juridisch) franchise.

Non-concurrentiebeding ongeldig

Een postcontractueel non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst is bedoeld om de overgedragen kennis en knowhow van de franchisegever te beschermen na afloop van de franchise. Als er in het geheel geen kennis en knowhow wordt overgedragen, dan valt er dus niets te beschermen en kan de franchisegever geen beroep doen op het concurrentiebeding, aldus de voorzieningenrechter te Almelo (zie: ECLI:NL:RBOVE:2016:2914). Een duidelijke inventarisatie en vastlegging van de kennis en knowhow binnen de formule is dus ook om die reden een must. 

Niet lezen franchiseovereenkomst voor rekening franchisenemer 

Een (kandidaat-)franchisenemer ontvangt een franchiseovereenkomst en ondertekent deze zonder de tekst goed door te lezen, omdat hij zijn zoontje van school moet halen en daarom haast had. Achteraf stelt de franchisenemer zich op het standpunt dat hij niet gebonden is aan deze overeenkomst, omdat hij niet zou weten dat het om een franchiseovereenkomst ging. Ten onrechte, aldus de rechtbank Oost-Brabant (zie: ECLI:NL:RBOBR:2016:3752). Het moet voor rekening en risico blijven van de franchisenemer dat hij een niet door hem gelezen overeenkomst heeft ondertekend. Goed lezen van de (franchise)overeenkomst blijft dus noodzakelijk. 

Prognose

Uiteraard geen overzicht franchise rechtspraak zonder in ieder geval één prognose kwestie. Een franchisenemer gaat een overeenkomst aan om een ‘MeerMarkt’ supermarkt te kunnen exploiteren. Partijen spreken af dat de supermarkt op termijn omgebouwd zal worden naar de ‘Spar’ formule. Voorafgaand aan het tekenen van de franchiseovereenkomst krijgt de franchisenemer een prognose onder ogen die betrekking heeft op de ‘MeerMarkt’ formule. Na de ombouw blijkt de prognose niet meer gehaald te kunnen worden in verband met een ander prijspeil. Franchisenemer verwijt de franchisegever geen marktplaatsonderzoek gedaan te hebben in verband met de ombouw naar een andere formule met een ander prijspeil. Dat verwijt is onterecht, aldus het gerechtshof Den Bosch (zie: ECLI:NL:GHSHE:2016:2363). Uit de omstandigheden blijkt niet van een verplichting tot het doen van een marktplaatsonderzoek. Als de franchisenemer een dergelijk marktplaatsonderzoek van belang vond, dan had hij daarom moeten vragen. Kritisch blijven is het devies. 

Zo, bent u ook weer bij en kunt u gaan (na)genieten van de vakantie…Salut!

mr. Jan-Willem Kolenbrander
Advocaat De Clercq Advocaten Notarissen
Reacties: j.kolenbrander@declercq.com

Jan-Willem Kolenbrander
Stel je vraag aan Jan-Willem Kolenbrander
CAPTCHA