Al is de leugen nog zo snel ...

Onlangs heeft een rectificatie bij EenVandaag, na ontoelaatbare uitlatingen over een franchisegever (zie de digitale nieuwsbrief van Franchise+ van 24 juli 2014), wederom het realiteitsgehalte van de nodige turbulentie in de franchisewereld zichtbaar gemaakt. Niet voor niets heeft de rechtbank daarbij geoordeeld dat een franchisegever beslist niet zonder meer hoeft in te gaan op rumoer in de media, nu zij er belang bij heeft dat zij niet wordt blootgesteld aan verdachtmakingen waarvan de juistheid niet eens vaststaat. Niemand hoeft te tolereren dat hij op ongeoorloofde wijze in een dwangpositie wordt gemanoeuvreerd, ook niet - of misschien wel juist niet - als de media daarbij in de strijd wordt geworpen. De uitspraak laat zien dat er grenzen zijn aan wat partijen over elkaar (in de media) mogen roepen.

Zeker zo interessant is de vraag welke belangen van wie nu precies gediend worden in het huidige (media) debat in de franchisewereld. Waarom wordt over bepaalde (vermeende) problemen graag en gretig gepubliceerd, maar zelden over de afloop van deze problemen? Waarom worden sommige evidente misstanden in het geheel niet aan de kaak gesteld en worden in andere gevallen zelfs schijnproblemen opgevoerd, zonder dat de juistheid van de feiten in het mediabericht in kwestie zelfs maar te lijken zijn gewogen?  Daar komt nog bij dat niet iedereen die zich geroepen voelt zich in het debat te mengen nu direct opvalt door het noemen van juiste feiten en getallen of het plaatsen van op zichzelf wel juiste feiten in een reëel kader. De onzuivere wijze van benadering van een en ander gaat ten koste van de problemen en vraagstukken waar de franchisewereld op dit moment wel degelijk mee te maken heeft. Hiervan zijn franchisenemers en franchisegevers het slachtoffer. Immers, nu meerdere rectificaties hebben plaatsgevonden en diverse berichtgeving onbetrouwbaar is gebleken, kan het gevolg zijn dat op zichzelf serieuze problemen ten onder gaan in een mêlee van halve waarheden en opportunistische suggesties. Ondertussen wordt de werkelijk onderliggende problematiek van veel franchiseorganisaties nauwelijks belicht in de media. Vermeende extremen worden tot norm verheven, veronderstelde excessen veralgemeniseerd, maar grote, massieve vraagstukken en soms ernstige misstanden bij tal van franchiseorganisaties waar rendementen en proposities van franchisenemers en franchisegever onder zware druk staan, komen slechts zeer beperkt aan bod, laat staan dat gedebatteerd wordt over oplossingen daarvoor.

Het valt te hopen dat recente uitspraken bijdragen tot de evenwichtigheid van franchiserelaties en het daadwerkelijk benoemen van een reëel omgangskader. Dit omgangskader, langs verschillende wegen te realiseren, kan vervolgens problemen feitelijk benoemen en hopelijk helpen oplossen. Het is daarvoor dan wel nodig dat op een eerlijke en volwassen manier wordt gediscussieerd en diverse deelnemers aan het debat, waaronder de media, zich niet al te vaak laten verleiden tot zaken die zoveel schade aanrichten dat de rechtbank overgaat tot veroordelingen jegens degene die die schade veroorzaken. Een slechter voorbeeld van het niet daadwerkelijk dienen van de belangen van franchisenemers of franchisegevers bestaat niet. Een beter voorbeeld waarmee de franchisewereld haar imago en belangen eenvoudigweg schaadt ook niet.

Mr Th.R. Ludwig, Ludwig & Van Dam advocaten