Verplichte verantwoordingsplicht kickback-vergoeding door de Wet franchise?
Een franchisegever neemt vaak diverse zaken uit handen van de franchisenemer en ontzorgt hem daarmee in het ondernemingsproces. Onder meer dragen veel franchisegevers zorg voor de inkoopprocessen van franchisenemers, waardoor zij in staat zijn grote volumes bij leveranciers af te nemen en op die manier inkoopvoordelen te realiseren. In dat kader kan de franchisegever een vergoeding van de leverancier voor de afname van producten ontvangen, een zogenaamde “kickback-vergoeding”.
De inkoopkosten kunnen vervolgens via de franchisegever of via de leverancier worden doorberekend aan de franchisenemer. Dit roept de vraag op of de franchisenemer via dit doorberekeningsmechanisme de inkoopvoordelen heeft die de franchisegever uit hoofde van de kickback-vergoeding geniet en of de franchisegever verplicht is deze kickback-vergoeding in het kader van zijn verantwoordingsplicht kenbaar te maken aan de franchisenemer.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet franchise op 1 januari 2021 is de positie van franchisenemers in Nederland aanzienlijk versterkt. Een belangrijk onderdeel van deze versterkte positie is de verplichting voor franchisegever om transparantie te betrachten jegens de franchisenemer. Op grond van artikel 7:916 lid 2 BW is de franchisegever namelijk verplicht de franchisenemer jaarlijks te informeren in hoeverre opslagen of andere financiële bijdragen, die de franchisenemer in het voorgaande boekjaar op aanwijzing van de franchisegever heeft voldaan, de kosten of investeringen dekken. Deze bepaling verplicht de franchisegever verantwoording af te leggen over alle aanvullende kosten of opslagen die naast de reguliere franchisevergoeding in rekening worden gebracht. De franchisegever dient daarbij inzicht te verschaffen in de daadwerkelijk gemaakte kosten en aan te geven hoe deze zich verhouden tot de aan franchisenemer doorbelaste vergoedingen. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat franchisenemers kunnen nagaan op welke wijze hun financiële bijdrage of opslag wordt besteed en in welke verhouding deze staat tot de kosten. Een duidelijk voorbeeld hiervan betreft de marketing fee die ook als zodanig in de parlementaire geschiedenis wordt aangehaald. Maar geldt deze verantwoordingsplicht ook voor de kickback-vergoeding?
Voor zover de franchisegever een kickback-vergoeding ontvangt is het allereerst de vraag of dit kan worden gekwalificeerd als een opslag of financiële bijdrage zoals bedoeld in artikel 7:916 lid 2 BW. Het betreft immers een bonus c.q. een korting van de leverancier die (veelal) achteraf wordt verstrekt indien na het verstrijken van een jaar bepaalde volumes zijn behaald.
Verder blijkt uit de parlementaire geschiedenis dat de verantwoordingsplicht zoals bedoeld in voormeld artikel tot doel heeft om – tot op zeker hoogte – na te kunnen gaan of de gevraagde bijdragen niet onredelijk hoog zijn in relatie tot de kosten die de franchisegever daarmee beoogd te dekken.
Tevens is bepaald in de parlementaire geschiedenis dat de verantwoordingsplicht geldt voor bijdragen die worden gevraagd voor een specifiek doel.
Daarnaast kunnen de inkomsten van de franchisegever op grond van de inkopen, zo volgt ook uit de parlementaire geschiedenis, onderdeel zijn van de franchisevergoeding. De franchisevergoeding is uitgesloten van de verantwoordingsplicht van 7:916 lid 2 BW.
Het antwoord op de vraag of een kickback-vergoeding valt onder de verantwoordingsplicht hangt daarmee volledig af van de omstandigheden van het geval waarbij allereerst uitgemaakt zal moeten worden of sprake is van een bijdrage of opslag in de zin van 7:916 lid 2 BW. Beoogt de franchisegever verder daarmee specifieke kosten te dekken of is de korting onderdeel van het verdienmodel en de franchisevergoeding?
Een en ander zal bijvoorbeeld kunnen volgen uit, onder meer, de daarover in de franchiseovereenkomst gemaakte afspraken. Ook zal de feitelijke situatie kunnen meespelen in het bepalen of het voor de hand ligt dat de kickback-vergoeding tot doel heeft om kosten van de franchisegever te dekken. Tot slot rest dan nog de vraag, in het geval de verantwoordingsplicht zou gelden, wat dan de kosten zijn die de franchisegever daarmee beoogt te dekken en of deze in een redelijke verhouding tot elkaar staan.
Kortom, zoals niet ongebruikelijk bij de toepassing van wetgeving en in het bijzonder de Wet franchise, zal de beantwoording van de vraag of kickback-vergoedingen onder de reikwijdte van de wet vallen sterk afhangen van de omstandigheden van het geval.