Tekort aan handen

De behoefte aan buitenlandse werknemers groeit. De Nederlandse bevolking vergrijst. De aantrekkende economie versterkt de vraag naar buitenlandse arbeidskrachten nog meer. Met die gedachte ging het uitzendbureau Hands To Work zes jaar geleden van start. Niet zonder succes: het bedrijf heeft vestigingen in België, Duitsland, Hongarije, Polen en een samenwerkingsverband in Portugal. De tijd is rijp om de franchiseformule in Nederland verder uit te bouwen.

Peter Heijmans (directeur franchise) van Hands To Work legt uit: “Op dit moment werken er zo’n vijfhonderd buitenlandse werknemers via ons in Nederland. Tachtig procent daarvan is afkomstig uit Polen. Wij zijn gestart omdat er bij de veiling in Venlo behoefte was aan mensen die de handen uit de mouwen willen steken. Wij zijn toen in Polen gaan zoeken en hebben zo de arbeidsbemiddeling opgebouwd. Overigens zijn we geen prijsvechter die goedkope krachten naar Nederland haalt om hier goedkoop te werken. Bij ons staat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen hoog in het vaandel. We zorgen dat onze mensen goed verzekerd zijn, goede huisvesting hebben en dergelijke. Op die manier bereik je dat uitzendkrachten trouwe medewerkers worden, omdat ze goed behandeld worden. En een langdurige relatie is voor ons weer belangrijk. Het arbeidstekort wordt steeds nijpender. Het is op den duur onvermijdelijk dat steeds meer buitenlandse werknemers in Nederland gaan werken.”

Franchise

Hands To Work heeft inmiddels acht vestigingen in Nederland, waarvan vier als franchise. Het doel is het aantal franchisenemers nog voor het eind van dit jaar te verdubbelen. “Technisch gezien kunnen we, met de moderne communicatiemiddelen, Nederland vanuit ons hoofdkantoor in Venlo bedienen. Maar de uitzendbranche is mensenwerk. Het is toch erg handig als je dichtbij je opdrachtgevers bent om persoonlijk contact te leggen. Onze formule is heel aantrekkelijk. Wat wij zoeken zijn ondernemers, liefst echte ondernemers. Daar bedoel ik mee: iemand met een eigen bedrijf die zelf behoefte heeft aan werknemers. Voor ons is dat een ideale franchisepartner, want hij ervaart aan den lijve waar het om gaat. Wij verwachten van een franchisenemer dat hij bedrijven bezoekt met personeelstekorten of toekomstige personeelstekorten. Daar moet hij ‘uren verkopen’ om het een beetje oneerbiedig te zeggen. Wij zorgen voor de rest: de buitenlandse werknemers, werving en selectie, de huisvesting, de welfare, de administratie en alles wat daarbij komt kijken.” “Wat de uitbreiding van ons franchisenetwerk betreft, willen we volgens een olievlek methode werken. Nu zitten we nog hoofdzakelijk in Zuid-Nederland en van daaruit willen we doorgroeien naar de rest van Nederland. Wat niet wil zeggen dat als morgen een goede kandidaat uit Groningen komt, we hem of haar afwijzen.” Behalve buitenlandse werknemers worden ook Nederlandse medewerkers bemiddeld via de vestigingen. Naast uitzendwerk kan Hands To Work ook voor werving & selectie van kandidaten zorgen.

Sectoren

Hands To Work concentreert zich op vier sectoren: techniek, logistiek, de agrarische sector en de medische sector: “Probeer maar eens een gediplomeerde vakman als timmerman te vinden. Dat lukt bijna niet. Hetzelfde geldt voor de verpleging: er komt steeds meer behoefte aan handen aan het bed. Overigens is de regelgeving nog zo verschillend dat niet alle diploma’s erkend worden. Een Nederlandse verpleegkundige kan en mag meer doen dan een collega uit het buitenland. Daar houden we vanzelfsprekend rekening mee. De juiste man of vrouw op de juiste plaats.”

Buitenland

De buitenlandse vestigingen zijn vooral gericht op het werven van geschikte medewerkers die in Duitsland, België of Nederland aan de slag willen. “Dat neemt niet weg dat als een Pools bedrijf zich bij onze Poolse vestiging meldt voor uitzendkrachten, dat we dan ‘nee’ verkopen. Als allround serviceorganisatie, op het gebied van personeelsdiensten, zullen we daar op inspringen. Maar het is niet onze hoofdactiviteit. Die ligt op het bemiddelen van geschikte buitenlandse werknemers voor bedrijven en instellingen in West-Europa.”

Lees meer over:
Bert Jongen Bert Jongen
Redacteur