De politiek maakt ondernemen niet gemakkelijk

De Stelling: De politiek maakt ondernemen niet gemakkelijk

De meningen zijn verdeeld deze keer: de een vindt dat de overheid nu maar eens werk moet maken van de vereenvoudiging van de regels, de ander vindt dat er niet genoeg drempels kunnen zijn, althans als het gaat om het opstarten van een eigen bedrijf. En staatssecretaris Van Gennip meent dat de politiek een ondernemende houding weer weet te waarderen.

Karien van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken:

‘Politiek moet ondernemers de ruimte geven’

“De politiek maakt ondernemen gemakkelijker. Dat is in elk geval waar ik sinds mijn aantreden in 2003 voor strijd. Voor ruimte om te ondernemen en voor de waardering van ondernemerschap. Want Nederland heeft ondernemers nodig en een ondernemende houding. Ondernemen betekent dynamiek, creativiteit en samenwerking. En dat geldt zeker voor de ondernemers in de detailhandel. Het kabinet heeft hard getrokken aan een beter ondernemingsklimaat, bijvoorbeeld door verlaging van de winstbelasting. Door maatregelen op het vlak van uitkeringen voor werkeloosheid, arbeidsongeschiktheid en ziekte en door de veiligheid op straat te vergroten. En ook door overbodige, strijdige en bureaucratische regels en vergunningen aan te pakken. De resultaten van de inspanningen worden zichtbaar. Er treedt in Nederland – eindelijk – een mentaliteitsverandering op. Ondernemen en een ondernemende houding worden weer gewaardeerd. Het gaat niet altijd van vandaag op morgen en er moet ook nog veel gebeuren. Op Europees niveau willen we naar flexibelere etiketteringvoorschriften, nationaal wil het kabinet meer helderheid over alle auteursrechten die ondernemers betalen. Voor de detailhandel speelt ook veel op lokaal niveau. Zaken als parkeerbeleid en de tijden waarop bevoorraad mag worden, zijn bekende klachten die ik vanuit Den Haag bij gemeenten onder de aandacht breng. We werken, samen met steeds meer gemeenten, hard aan vereenvoudiging van vergunningen, aan één bedrijvenloket. Wat ook komt, is bijvoorbeeld de ‘statistiekvakantie’ voor de CBS-statistieken. Vorige maand heeft het kabinet aangegeven hoe ze de aanbevelingen van de Commissie Stevens over hinderlijke regels in de detailhandel aanpakt en binnenkort kom ik met een uitgewerkte visie op de detailhandel. De politiek moet ondernemers de ruimte geven. Want zonder ruimte voor ondernemers hebben we geen toekomstbestendige economie.”

 

Mark Melief, Kinki Kappers

 ‘De lat zou juist veel hoger moeten!’

“Ik vind dat wel meevallen. Ik vind juist dat ze het veel te makkelijk maken. Met een paar papiertjes kun je al je eigen toko starten, zonder ondersteund te worden door enige kennis. Je kunt een pandje huren, een product inkopen en klanten helpen, maar als je geen verstand hebt van belastingen, omgaan met personeel of marketing dan snijd je jezelf in de vingers. En niet alleen jezelf: dat straalt een negativiteit uit naar alle kanten. Andere ondernemers hebben daar ook last van. Neem bijvoorbeeld de vele wisselingen van winkels. Dat gaat ten koste van de hele straat. Als mensen er niet vanuit kunnen gaan dat er bepaalde winkels in de straat zitten, dan verdwijnen ze naar andere locaties. Ook werknemers hebben er last van. Die zijn afhankelijk van jou als ondernemer. Moeten hun huur betalen, hebben misschien wel een gezin. Daar heb je een verantwoordelijkheid voor. De politiek maakt het veel te simpel om een onderneming te starten. De lat voor beginnende ondernemers zou veel hoger moeten, terwijl het aan de andere kant voor ondernemers die een aantal jaar hebben bewezen een gezond bedrijf te kunnen runnen, veel gemakkelijker gemaakt zou moeten worden. Die zou je moeten belonen voor goed ondernemerschap zodat ze daar profijt van trekken, bijvoorbeeld in de sfeer van belastingen. Startende ondernemers moeten veel meer leren voor ze een bedrijf mogen beginnen. Het ondernemersdiploma zou weer terug moeten keren! Mensen die een vak hebben geleerd en ondernemer willen worden, zouden moeten doorleren om ook ondernemersvaardigheden onder de knie te krijgen. Nu staat de deur wagenwijd open. De partij waarvan ik denk dat ze op de lange termijn deze visie wel gerealiseerd krijgt, is, denk ik, de VVD. Mark Rutte is degene die weliswaar de deur wagenwijd openzet maar hij zet er tegelijkertijd twee portiers voor.”

 

Rik Hoogendoorn, Noodle & Go

‘De lokale gemeenteraad lijkt de regels toch iets anders in te schatten dan wij’

“Hoewel ik de stelling in zijn algemeenheid iets te zwart-wit vind, denk ik wel dat je kunt stellen dat de politiek het ondernemen er vaak niet gemakkelijker op maakt. Als je kijkt naar de nationale politiek, zie je wel dat er de afgelopen jaren veel gedaan is om het ondernemersklimaat in Nederland te verbeteren en hoewel we er nog lang niet zijn, lijkt me toch dat nu een goede weg wordt bewandeld.
Het is vooral de lokale politiek die de ondernemer het leven nog wel eens moeilijker kan maken. Toen wij in 2004 startten in Amsterdam, kregen we bijvoorbeeld te maken met de wet op Bibop. Een naar mijn idee onduidelijke wetgeving die het opstarten van een onderneming erg moeilijk kan maken. We hebben als franchisegever nu drie vestigingen, twee in Amsterdam en een in Breda, en we zijn bezig met een vierde vestiging in het zuiden van het land. Naar onze inschatting kunnen we daar zo starten, maar de lokale gemeenteraad lijkt de regels toch iets anders in te schatten. Al met al is het een feit dat je als ondernemer de steun en motivatie van de politiek nodig hebt om een gezond bedrijf te kunnen opbouwen. Zolang de politiek vanuit datzelfde perspectief naar de ondernemer in Nederland kijkt, is een goede relatie tussen de ondernemer en de politiek mogelijk.”

Wim Venema, Expo:

‘Goeden lijden onder kwaden’

“De stelling klopt. En dat geldt waarschijnlijk meer voor het midden- en kleinbedrijf. Dan heb ik het over personeelsbeleid, over loonkosten, belastingwetgeving, pensioenproblematiek… en er komen steeds meer regeltjes bij. De eerstedagmelding als laatste voorbeeld. Het is teveel administratie, intern en extern en je komt te weinig toe aan je commerciële activiteiten als kleine ondernemer. Van die vereenvoudiging waar de laatste tien jaar sprake van is, hebben ondernemers weinig gemerkt, het is zelfs meer complex geworden. Er zou eindelijk eens een echte vereenvoudiging moeten komen. Aan de andere kant heb ik wel begrip voor waarom sommige regels er zijn. Neem die eerstedagmelding, die is er alleen maar gekomen omdat er zoveel wordt gefraudeerd. Dus die regel is terecht maar maakt het niet makkelijker. Zoals altijd lijden de goeden onder de kwaden.”

Johan Leicht, Oil & Vinegar:

‘Te makkelijk om niet-ondernemer te zijn’

“Ik ben het er wel mee eens, ondernemen zou veel meer bevorderd kunnen worden. Maar het heeft ook met de mentaliteit van de Nederlanders te maken. Veel mensen zitten veilig in een functie, terwijl ik vind dat het ontslagrecht wel versoepeld zou mogen worden. Niet alleen omdat dat voor mij als werkgever makkelijker is, maar meer onzekerheden vormen meer stimulans om voor jezelf te gaan beginnen. Het is te makkelijk om niet-ondernemer te zijn. Je ziet nu bijvoorbeeld veel ondernemers uit de allochtone hoek komen, omdat het voor hen minder makkelijk is om aan werk te komen. Zij zijn veel eerder genoodzaakt om te gaan ondernemen. Het was ook mijn motivatie om voor mezelf te beginnen. Ik was commercieel medewerker bij een verzekeraar en kon het niet meer zo goed met mijn baas vinden. Twee jaar geleden heb ik de stap genomen om zelfstandig ondernemer te worden. Dat was het eerste half jaar wel wennen. Met een baan krijg je toch wel je geld, of het nu tegenzit of niet, maar als ondernemer heb je niet altijd geld als het even tegenzit. Ik zit ook in een branche waar je vooral op het einde van het jaar geld moet verdienen, dus dat was soms best lastig. Maar inmiddels ben ik eraan gewend, het gaat goed en ik heb absoluut geen spijt gehad van mijn beslissing.”

Eric Ligthart, Lansue Bloemenshops

‘Dat lossen we op met burgerlijke ongehoorzaamheid’

 “Dat klopt. Vooral voor wat betreft de personeelsaangelegenheden. Als je ziet wat er bij ziekte voor eigen rekening komt… Wij moeten als werkgever twee jaar doorbetalen en de controle daarop mag je niet eens zelf uitvoeren. Die moet je overlaten aan een arts en dan moet je maar afwachten wat er uit komt. Je mag niet eens aan je medewerker vragen wat hij mankeert. Ook bij de uitstalvergunningen is het soms moeilijk. De horeca krijgt een heel terras terwijl wij als bloemenzaak maar een metertje krijgen. Als mijn buurman vijf meter naar buiten zit, val ik weg. Dat lossen we op met burgerlijke ongehoorzaamheid. We gaan toch iets verder naar voren staan. Meestal wordt het wel door de vingers gezien maar het begrip hangt af van de bui van de ambtenaar, dat is wel vervelend. Vaak wordt er juist met moederdag of kerst gecontroleerd, als het net druk is. De reclameregels zijn ook regels waar we tegenaan lopen. Ik moet € 1.200,-  per jaar betalen voor mijn reclameborden, dat is een lekkere binnenloper voor de gemeente. Wat wel gemakkelijker is geworden is de verlaging van de vennootschapsbelasting, maar meer gemakkelijks kan ik echt niet bedenken.”

 

Lees meer over:
Pras Weijers Pras Weijers
Redacteur
Bekijk ook