Dossier bedrijfsoverdracht

Goedlopende franchisezaak te koop...

Bedrijsfoverdracht deel 1: De verkoop. 

Franchise+ duikt in een drieluik in het thema Bedrijfsoverdracht. Deel 1: de verkopers, deel 2: de kopers en deel 3: de specialisten.

Tijdens de eerste ronde van het themagesprek wordt al snel duidelijk dat de motieven voor verkoop divers zijn en variëren van ‘het rustiger aan willen doen’ tot ‘nieuwe uitdagingen zoeken’.

Sjoerd IJpma (63, ex-Simon Lévelt): “ Mijn vrouw en ik waren al enige tijd bezig met de vraag ‘hoe lang gaan we nog door’. In 2005 werd duidelijk dat de beide dochters de zaak niet zouden overnemen. In januari 2006 ging de kogel door de kerk en hebben we ons besluit aan de franchisegever kenbaar gemaakt: verkopen. Belangrijkste overweging was: ‘Nu zijn we nog gezond en kunnen we het ons permitteren’. Toen is het snel gegaan. Van de eerste gedachte tot de overdracht heeft uiteindelijk drie jaar geduurd.”

Ad den Blanken (63, ex-C1000): “Ik stond hier in Baarn voor een grote verbouwing maar het vergunningentraject duurde zo verschrikkelijk lang. We zijn wel tien jaar bezig geweest om het te realiseren. Dan kom je voor de vraag: doe ik die verbouwing nog wel of ga ik nog even op de oude voet door? Ik heb drie kinderen en heb hen nooit aangemoedigd om in het bedrijf te stappen, om onenigheid te voorkomen. Maar mijn zoon Joost, die bedrijfskunde studeerde in Rotterdam, had uiteindelijk wel interesse, na eerder aangegeven te hebben niet geïnteresseerd te zijn. We hebben toen een vof opgestart. Na een jaar overleed een broer van mij – hij had een C1000 in Amersfoort – en toen werd de situatie anders. Mijn zoon heeft toen de vestiging in Amersfoort gekocht en uiteindelijk ook mijn bedrijf.”

Ron Feenstra (63, verkocht een van zijn vier McDonald’s-restaurants aan zijn zoon): “De beslissing om te stoppen heb ik eigenlijk nooit genomen. Ik doe niet aan sport, ik heb geen hobby’s, McDonald’s is mijn alles. Ook ik heb het er nooit met mijn twee kinderen over gehad. Mijn dochter is registeraccountant en mijn zoon deed de Hogere Hotelschool Maastricht. Maar hij bleek wel interesse te hebben toen hij was afgestudeerd. Ik ben echter niet degene die beslist, dat is McDonald’s. Dat is moeilijk maar ook goed, dat een derde naar jouw kind kijkt. Hij is bij McDonald’s door de molen gegaan en uiteindelijk goed bevonden. Toen heb ik hem een van de vier zaken verkocht. Ik ga nog even door. Ik moet er niet aan denken om de hele dag thuis te zitten.”

Marcel Querido (41, ex-Multivlaai, nu Simon Lévelt-ondernemer): “Ik ben achttien jaar geleden met mijn vader begonnen met een Multivlaai-winkel. Acht jaar geleden heb ik mijn vader uitgekocht. Toen had ik twee winkels en ik zat bij Multivlaai in diverse commissies. Dat mocht ik maximaal zes jaar doen omdat ze daar graag vers bloed in willen. Maar toen ik in het vijfde jaar zat, bedacht ik dat ik geen zin had om nog twintig jaar lang alleen maar achter mijn vitrine te staan. Ik woon in Huizen, werkte in Leiden en Leiderdorp, reed elke dag 160 km heen en weer. Dat breekt je op. Dat heeft mij onder meer doen besluiten om de vestiging te verkopen en een nieuwe uitdaging te zoeken. Nu ben ik toegetreden in de Simon Lévelt-formule, vestiging Bussum en heb ik heel veel zin om nog twintig jaar door te gaan. Het is allemaal redelijk snel gegaan, binnen drie maanden had ik mijn beide winkels verkocht. Ik had eerst een koper die een belachelijk laag bedrag bood maar via Multivlaai Retail kwam ik in contact met een andere Multivlaai-ondernemer aan wie ik onder voorwaarden goed kon verkopen.”

De franchisegever

Bij bedrijfsoverdracht van een franchisevestiging is het meestal niet zo dat je de verkoop ‘even’ meldt aan de franchiseorganisatie. Hoe is die relatie en hoe is dat traject verlopen bij de vier mannen? En neemt de organisatie het initiatief als er leeftijdsgewijs sprake zou kunnen zijn van verkoop?

Ad den Blanken: “Ik was in Baarn niet gebonden aan de organisatie Schuitema. Toen mijn zoon Joost interesse kreeg, ben ik die gebondenheid aangegaan omdat deze een waarde vertegenwoordigt. Die waarde komt mij toe en mijn erfgenamen, dus ook mijn andere twee kinderen. Vanwege die gebondenheid besliste de organisatie ook of Joost geschikt was om mijn zaak erbij te nemen. Dat heeft twee jaar geduurd, inclusief allerlei opleidingen. Verder was Schuitema destijds niet zo’n voorstander van het leiden van twee zaken, dus daar hadden we een verschil van mening over. We hebben echt tegenover elkaar gestaan. Dit is uiteindelijk goed gekomen, de verhouding is wel gezond gebleven maar het was wel pittig. Overigens is er van tevoren nooit met mij gesproken over verkoop. Ik heb ooit een keer tegen de toenmalige directeur Jan Brouwer gezegd dat ik overwoog om te stoppen. Hij antwoordde dat hij dat verstandig vond. Toen dacht ik: ‘Ze willen me kwijt!’,” vertelt Den Blanken lachend.

Sjoerd IJpma: “In ons contract stond dat als er een koper is, de franchisegever het voor dezelfde prijs zou kunnen kopen en dat hebben wij later eruit laten halen. Stel dat de zaak naar de kinderen of naar het personeel was gegaan, dan heb je meestal niet de hoogste marktprijs. Simon Lévelt heeft natuurlijk wel een vinger in de pap over de kwaliteit van de potentiële koper. Onder andere via de Franchisebeurs zijn er vier potentiële kopers gekomen die pasten in het profiel van Simon Lévelt en verder heeft de franchisegever zich er niet mee bemoeid. De organisatie heeft wel aangegeven dat ze liever had dat ik door was gegaan, met een bedrijfsleider bijvoorbeeld. Maar dan blijf ik toch teveel betrokken bij de zaak.”

Ron Feenstra: “Bij ons is het heel positief geweest. McDonald’s houdt bij tijd en wijle een ‘60+-rondje’ door het land waarbij ze je vragen hoe je de toekomst ziet, zonder aan te geven dat ze graag van je af willen. Sterker nog: in 2002 heb ik nog twee zaken gekocht met een contract van twintig jaar... Zo konden zij hun plan stellen en konden wij aangeven hoe wij erover dachten. Dat was dus toen mijn zoon Sjoerd-Jan interesse kreeg. McDonald’s staat positief tegenover de ‘second generation’, maar de betreffende man of vrouw moet natuurlijk wel geschikt zijn.”

Marcel Querido: “Ik heb bijna achttien jaar met Multivlaai gewerkt en dan bouw je een vertrouwensband op. De franchisegever wil natuurlijk zo goed mogelijk afscheid nemen van een ondernemer maar moet tegelijkertijd verder met de nieuwe ondernemer. Dat is heel dubbel, zeker als het gaat om het vaststellen van een reële prijs voor je bedrijf. Over het betrokken houden van franchisenemers: ik denk dat startende ondernemers altijd superfanatiek beginnen maar dat vlakt af. Ik ging daarom nog wel eens met een andere ondernemer meedraaien, daar kun je heel veel van leren. Maar dat kwam uit mezelf, dat werd namelijk niet gestimuleerd door de organisatie.”

‘Hoe leuk ik het ook vind, je moet erkennen dat het belangrijk is dat je tijdig afscheid neemt’

De waardecreatie

Wat is bepalend voor de verkoopwaarde van de zaak? Als ondernemer kom je bij het vaststellen van de verkoopprijs voor een aantal keuzes te staan. Ga je bijvoorbeeld je winstcijfer optimaliseren of ga je  het investeringsniveau verhogen om de zaak up-to-date te krijgen voor de verkoop?

Sjoerd IJpma: “Rond 2002 zijn wij daar al een beetje mee bezig geweest. We hebben de vof omgezet in een bv en hebben een holdingsstructuur gecreëerd om ons pensioen uit de onderneming te halen. Dat was de eerste stap. Dan ga je kijken of je accountant geschikt is, dat was bij ons niet zo dus wij zijn geswitcht van accountantskantoor. De verkoopprijs kwam wel gemakkelijk tot stand. Wij hadden net veel geïnvesteerd, twee panden bij elkaar getrokken en de inrichting verbouwd. Op dat moment zoek je naar de optimale winst en hoe je de kosten niet uit de hand kunt laten lopen. De waarde van je onderneming is die waarde waardoor de nieuwe ondernemer er ook een boterham mee kan verdienen.”

Ron Feenstra: “Je verkoopt aan je kind. Weggeven mag niet, dat is ook normaal. Ik heb de formule toegepast van een bevriende collega, bij wie ik al jaren mijn administratie heb ondergebracht. Ik had alles up to date, technische mensen in dienst, onderhoudscontracten gesloten, dat vond ik wel belangrijk. Mijn dochter is eigenaar van ons kantoor. Dat huur ik van haar, dus als dat kantoor verkocht wordt, heeft ze ook een leuk centje. Bij ons is alles heel eerlijk en open gegaan. Bij McDonald’s draait het uiteindelijk niet om het verkoopbedrag maar om de persoon die de zaak moet gaan leiden. Die moet goed zijn.”

Ad den Blanken: “Ik heb ervoor gezorgd dat de investeringen op tijd gepleegd waren. Verder heb ik een adviseur aangenomen die samen met mij de onderhandeling deed met Schuitema. Het bod van Schuitema lag ver van onze vraagprijs. Volgens contract is er toen een intermediair gekomen. Op een gegeven moment kwam daar een bedrag uit dat niet helemaal was wat ik wilde maar dat ik, toen Joost eenmaal had aangegeven geïnteresseerd te zijn, goed kon verdedigen naar de andere twee kinderen. Zo’n arbitrage houdt in dat de uiteindelijke prijs bindend is. Daar moet je je aan houden of anders de verkoop intrekken.”

Marcel Querido: “Uiteindelijk bepaalt de directeur van de franchisegever of de onderling overeengekomen prijs reëel is. Dat gebeurt aan de hand van de omzetcijfers, de kostencijfers en de jaaropbrengsten. Als hij zegt dat het bedrag veel te hoog is, dat niemand daarop een bedrijf kan runnen, dan krijgt de nieuwe ondernemer gewoon geen contract aangeboden.”

De overheidsinstanties

Het fiscaaljuridische traject heeft de ondernemers veel tijd gekost. Volgens Ron Feenstra duurde het zelfs onnodig lang. “De belastingdienst was het plan kwijt, had het niet ontvangen of begreep het niet. Ik heb me daar echt over verbaasd.” Sowieso moet je veel tijd uittrekken voor zowel overheidsinstellingen als gemeente en energiebedrijven, vindt Marcel Querido. “Maar ook voor het omzetten van een pinapparaat; het duurde bijna twee maanden voordat het op de goede rekening werd gestort. Dat betekent dat de nieuwe koper achter zijn geld aan moet. En ik krijg nog steeds facturen van de gemeente Leiden van reinigingsrechten en dergelijke. Ik schrijf briefjes en mailtjes maar ze verwerken het gewoon niet. Dat is heel frustrerend. Als je op die manier een bedrijf zou runnen, zou je heel snel failliet zijn.” Volgens Dirk Visser is het goed om ook dit soort zaken in een draaiboek te zetten. Bij geen van de vier ondernemers heeft de franchisegever hier een begeleidende rol in gehad. “Dat moet je zelf in de gaten houden”, aldus Marcel Querido.

De medewerkers

Wanneer meld je de verkoop aan de medewerkers? En komt het voor dat bedrijfsleiders zich gepasseerd voelen?

Ad den Blanken: “Dat het Joost is geworden, maakte het wel makkelijk om het aan het personeel te vertellen. Wij verschillen wel in manieren van zakendoen maar het personeelsbeleid voert hij net als ik. De bedrijfsleider is nauw betrokken geweest bij de uitslag van alle besprekingen. Ik vond hem ook geschikt voor de overname – dat was nog voor Joost in beeld was – maar de organisatie vond hem meer geschikt voor een kleinere winkel. Terwijl hij de opleidingen en de tests zeer goed doorlopen had. Dan bekruipt je de vraag of de organisatie niet een tekort had aan ondernemers voor kleinere winkels. Hij heeft in ieder geval te kennen gegeven voorlopig te willen blijven.”

Ron Feenstra: “Wij hebben 250 mensen in dienst, waarvan eenderde fulltime, de rest parttime. Maar omdat Sjoerd-Jan al een aantal jaren meeliep, wist men waar wij mee bezig waren. Ook altijd open en eerlijk gezegd dat wij het wel konden willen maar dat McDonald’s het bepaalde.”

Marcel Querido: “Het is bij ons zo snel gegaan. Eind februari hebben we het contract getekend en de nieuwe ondernemer wilde per se de feestdagen als Pasen en moederdag meenemen, de tijd om in de gebakswereld je omzet te pakken. Half maart heb ik toen de vijftien personeelsleden – veertien parttimers en 1 fulltimer – aan de nieuwe ondernemer met zijn vrouw voorgesteld tijdens een etentje en uitgelegd dat ik overrompeld was door de snelheid van de gebeurtenissen. Achteraf heb ik gehoord dat er wat parttimers zijn weggegaan maar het grootste deel werkt er nog.”

Sjoerd IJpma: “Dat is wel goed verlopen. We hebben in eerste instantie gemeld dat onze dochters gingen meewerken met het oog op een eventuele overname en uiteindelijk ook verteld dat dat niet ging gebeuren. Toen de verkoop min of meer rond was, hebben we de personeelsleden verteld dat binnen enkele maanden de overname plaats zou vinden en hebben we de nieuwe ondernemer voorgesteld. Ik kreeg over het algemeen positieve reacties.”

‘Weggeven aan je kind mag niet’

Wat nu?

En dan is het zover. Het bedrijf is verkocht en je krijgt als ondernemer een andere rol, ook voor wat betreft je tijdsindeling. Hoe ga je daar mee om? En zit de franchisegever nog te wachten op jouw kennis en ervaring in een coachende rol naar starters?

Ad den Blanken: “Zo’n zaak is een kind van je, daar ben je dag en nacht mee bezig. Ik sta nu nog steeds niet te trappelen. Ik had nooit hobby’s maar een jaar of vier geleden heb ik een boot gekocht en dat vinden mijn vrouw en ik gelukkig allebei erg leuk. En ik zal met iets meer enthousiasme in de tuin bezig zijn. Maar ik zal wel regelmatig ’s morgens op dezelfde tijd naar de zaak lopen, een kop koffie drinken, de krant lezen… dan ben ik thuis even van de vloer af. Maar daar moet je natuurlijk wel mee oppassen. Er komt een tijd dat je in de weg zit. Maar die zaak blijft me interesseren dus misschien dat ik nog wel eens wat ga doen in het vak. Daar heb ik ook wel gesprekken over met de organisatie.”

Sjoerd IJpma: “Ik werk al een aantal jaren niet meer fulltime dus ik had al wat meer tijd voor mijn hobby’s, zoals mountainbiken en fitnessen. Ik werk tot 1 januari nog anderhalve dag in de onderneming maar ik wil niet in de weg gaan lopen en zeker niet ongevraagd advies gaan geven. Dat wij ons pensioen in eigen beheer hebben, kost ook wat meer tijd. Verder wil ik als freelancer ondernemersadvies gaan geven en ik ben gevraagd om voorzitter te worden van de franchisevereniging.”

Ron Feenstra: “Ik heb gedeeltelijk verkocht want wat moet ik anders? Ik ben wel van een appartement van veertien hoog naar beneden met tuin gegaan, misschien ga ik wat met paarden doen. Ik denk dat ik niet een kopje koffie ga drinken bij mijn zoon. Als alles officieel overgedragen is, moet ik me daar niet meer mee bemoeien. Er zit een verandering aan te komen die ik niet heb gewild en die ik al jaren voor me uitschuif maar het is wel gezond dat het gebeurt. Vanuit McDonald’s is er niet echt ruimte voor een coachende rol, maar dat komt misschien ook omdat de focus de afgelopen jaren niet heeft gelegen op uitbreiden met nieuwe ondernemers.”

De nieuwe financiële positie

Hoe bereid je je voor op je nieuwe financiële positie? Doe je dat planmatig of is dat niet nodig? En krijg je het zelf makkelijk in kaart of zoek je er hulp bij?

Ron Feenstra: “Voorbereiden is natuurlijk wel goed maar ik heb het niet gedaan. Het is ook niet echt nodig. Dankzij McDonald’s heb ik het goed.”

Sjoerd IJpma: “Ik heb het gedeeltelijk wel gepland. Je verkoopt op het moment dat je een goede opbrengst verwacht, waar je goed van kunt leven. Maar het belangrijkste uitgangspunt was ‘we zijn nu gezond en we kunnen nog leuke dingen doen’ en dan pas komt de vraag of je op dezelfde voet kunt doorleven. Ik kreeg het zelf wel aardig op een rij.”

Ad den Blanken: “Ik kan het zelf goed beoordelen en met een brokje hulp van derden is het nu goed geregeld.”

Marcel Querido: “Ik heb de verkoopopbrengst geïnvesteerd in mijn nieuwe onderneming van Simon Lévelt.”

De gasten

Dirk Visser
Dagvoorzitter is Dirk Visser (54), directeur franchising op de afdeling zakelijke arrangementen ING. Daarnaast is hij bestuurslid van de Stichting Franchisenemers Nederland.

Ad den Blanken
Ad den Blanken (63). Eigenaar C1000 in Baarn. Heeft per 1 oktober zijn bedrijf verkocht aan zijn zoon.

Sjoerd IJpma
Sjoerd IJpma (63). Was franchisenemer bij Simon Lévelt in Alkmaar. Verkocht de winkel begin dit jaar aan een nieuwe ondernemer. Werkt nog anderhalve dag mee voor de kennisoverdracht en is nu voorzitter van de Simon Lévelt-franchisevereniging.

Marcel Querido
Marcel Querido (41). Heeft zijn twee Multivlaai-zaken verkocht aan een andere Multivlaai-ondernemer en is nu toegetreden in de Simon Lévelt-formule, vestiging Bussum.

Ron Feenstra
Ron Feenstra (63), twee kinderen. Had vier restaurants van McDonald’s, nu nog 3, verkocht er één aan zijn zoon.
 
Volgende keer in deel 2 van het Thema Bedrijfsoverdracht, de kopers:

  • “Er wordt meestal in eerste instantie met optimistische verkoopcijfers gewerkt”
  • “Bij mijn tweede winkel, in Haarlem, was ik waarschijnlijk iets te euforisch”
  • “In het begin weet je niet wat er gebeurt, ik had nog nooit een accountant ontmoet!”

Tips voor verkopers

  • denk er op tijd over na
  • maak een draaiboek; zet daar ook de trajecten in die je met alle instanties moet afhandelen
  • voorbereiding is heel belangrijk, sommige trajecten duren langer dan je denkt
  • maak een rationeel maar ook een emotioneel plan
  • wacht niet tot je gedwongen wordt
  • laat je zaak niet verstoffen en zorg dat je zaak verkoopklaar is
  • zorg voor een goede communicatie met je franchisegever
  • zorg dat je accountant er klaar voor is, zoek desnoods een ander
  • wees je bewust van onverwachte tegenslagen
  • hou de kwaliteit van leven in de gaten
  • blijf na de overdracht niet te lang meedraaien
  • denk na over je tijdsbesteding na de overdracht