Eendracht versterkt bij Spar

Het gaat er vanaf dit jaar anders aan toe bij buurtsupermarktformule Spar. De kwaliteit van de winkel wordt vooral gestimuleerd en minder de inkoop door detaillisten. Franchisegever en franchisenemers kwamen gebroederlijk tot de ommezwaai die is vastgelegd in een nieuw conditiestelsel.

Per 4 januari dit jaar is het nieuwe conditiestelsel geïmplementeerd bij Spar. Elf maanden nadat het traject naar verandering was ingezet. Financieel en operationeel directeur Edith Appels is er vanaf het begin nauw bij betrokken geweest. Zij zag ‘grote uitdagingen’ toen zij in oktober 2014 bij Spar ging werken. Zoals een beter verdienmodel, waardoor ook kleine winkels een behoorlijke winst zouden kunnen draaien. Het conditiestelsel was niet meer van deze tijd, stelde zij vast. “Het was een met stukjes aan elkaar geplakte lappendeken van condities.” Het moest transparanter, eenvoudiger, overzichtelijker en uiteindelijk winstgevender voor de ondernemers worden. Er werd met een schone lei begonnen. Met de vraag ’wat heeft Spar nodig in de toekomst om gezond te blijven’, ging zij samen met twee collega’s van het hoofdkantoor, drie vertegenwoordigers van het bestuur van de detaillistencoöperatie (franchisenemers) en een adviesbureau aan de slag. “We hebben pittig gediscussieerd en gekeken waar de randen liggen. Maar we merkten al snel dat je veel meer stappen kunt maken als je samen dezelfde kant op gaat. Dat samen optrekken is ook de oorsprong van Spar in 1932. De Spar staat voor ‘Door eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig’. Dat coöperatieve idee willen we op een eigentijdse manier versterken.”

Uniek proces

Die eendracht tussen franchisegever en franchisenemers was van meet af aan bij het smeden van het nieuwe conditiestelsel cruciaal, weet Marco Mulder van Marshoek, dat als onafhankelijk adviseur in de bijeenkomsten optrad. “In de basis zit er een tegengesteld belang. Maar er is meer gemeenschappelijk belang. Dat zagen de partijen in. Er was een basis van vertrouwen om het gezamenlijk te doen.” Dat is lang niet altijd het geval, ervaart hij. “Vaak is het een moeizaam proces. Er zijn genoeg voorbeelden waarbij de samenwerking minder goed gaat. Het is daarom best uniek hoe het bij Spar is gelopen.”

Het nieuwe conditiestelsel past bij waar de formule naar toe wil. Dat vindt Mulder het belangrijkste pluspunt. “Het heeft de juiste prikkels in zich voor zowel franchisenemers als franchisegever. “ Een voorbeeld daarvan is de stimuleringsregeling, die de bonusregeling vervangt. “De bonusregeling stimuleerde de inkoop, de stimuleringsregeling stimuleert een goede winkel. De nieuwe regeling gaat ervoor zorgen dat winkels steeds beter worden.”

Een volgende stap

Gelijktijdig met de nieuwe weg van inkoopgedreven naar marktgedreven zijn ook besparingen doorgevoerd. Zoals de sluiting van het distributiecentrum in Alkmaar. “Dit is een grote kostenbesparing die voornamelijk bij de detailhandel terechtkomt”, licht Edith Appels toe. De ‘groothandelvisie’ is inmiddels verlaten, merkt zij. “Een jaar of tien geleden waren we tevreden als we genoeg dozen konden leveren, nu belonen we goede winkels die tevreden klanten hebben. We zijn anders gaan kijken.” Dat betekent niet dat de franchisenemers gepamperd worden. “We willen dat de winkels over de volle linie beter worden.” Er komen ook veel nieuwe, moderne buurt- en stadswinkels bij. De eerste resultaten zijn bemoedigend want het nieuwe concept voor de buurtwinkel ‘Spar 3.0’ waarvan er nu tien staan, draait bij gelijkblijvend vloeroppervlak zeven procent meer omzet. “Alle winkels zullen een volgende stap moeten maken. Als dat niet gebeurt, moeten we afscheid nemen.” Dat laatste zal plaatsvinden met naar schatting twintig tot dertig onrendabele winkels tussen nu en 2018.

Momenteel heeft Spar 235 winkels, allemaal door zelfstandige detaillisten gedreven. Ondanks het sluiten van een aantal vestigingen zal er toch groei worden geboekt, verwacht Appels. Die zit hem voornamelijk in de toename van de ‘city winkels’  waarvan er in 2018 vijftig zullen zijn. Deze  compacte binnenstedelijke vestigingen richten zich op de directe consumptie, maar bewoners, verblijvers en passanten kunnen er ook terecht voor een behoorlijk compleet assortiment aan dagelijkse boodschappen voor de komende acht uur.

Groene scores

Van dat gemaksaanbod kunnen de wat grotere buurtwinkels ook profiteren, denkt zij. “Mensen besluiten steeds later wat ze gaan eten. Dus naast de boodschappenfunctie kunnen we die gemaksrol ook in buurten vervullen. Het tapasaanbod werkt bijvoorbeeld in de citystores en we zien dat de dorpen dat overnemen. Zo proberen we ons ook te onderscheiden.” De marges gaan omhoog voor de ondernemers, met name bij de versproducten. Maar ze zullen vooral zelf hun winkel tot een succes moeten maken, met commerciële en servicegerichte inspanningen. Met de nieuwe stimuleringsregeling worden ondernemers ook beloond die bijvoorbeeld de nix18 regels goed naleven en de winkel netjes schoonhouden. Voor alle vestigingen wordt voorts de klanttevredenheid gemeten, en worden per jaar twee wisselende onderwerpen gekozen om de functie en kwaliteit van de winkel te verbeteren. Drie groene scores betekent naast de stimuleringsbonus, een aandeel uit de ‘superbonuspot’. In 2015 is geëxperimenteerd met de stimulering: Bij het behalen van het drogisterijdiploma en het hanteren van de vloermetermatrix, werd een bonus van 4.250 euro uitgekeerd. “Als er een beloning tegenover staat, doen ondernemers toch een stapje extra”, heeft Edith Appels gemerkt.