Ludwig & Van Dam Standstill-periode: een overzicht

Sinds de komst van de Wet franchise wordt de franchisenemer behoedt voor impulsieve beslissingen. Het onbedachtzaam sluiten van een franchiseovereenkomst is er, mits de wet wordt nageleefd, niet meer bij. Een franchisenemer dient immers na ontvangst van alle mogelijke relevante informatie minimaal vier weken de tijd te krijgen voor beraad en onderzoek, alvorens hij overgaat tot het sluiten van een franchiseovereenkomst. De zogenaamde standstill-periode. In deze periode is het de franchisegever niet toegestaan over te gaan tot het tekenen van de franchiseovereenkomst en mag hij ook geen wijzigingen aanbrengen die ten nadele zijn van de franchisenemer. Het is de franchisegever ook niet toegestaan de franchisenemer aan te zetten tot het doen van betalingen of investeringen die samenhangen met de nog te sluiten franchiseovereenkomst.

Nu de Wet franchise reeds enige tijd geleden (sinds 1 januari 2021) in werking is getreden hebben zich ook de eerste geschillen voorgedaan met betrekking tot de standstill-periode. Hieruit kunnen we concluderen dat de franchisegever de standstill-periode serieus moet nemen. Hierbij een overzicht.

Verplichting standstill-periode geldt per 1 januari 2021 (en niet daarvoor)

De wettelijke standstill-periode bij franchiseovereenkomsten is, als onderdeel van de Wet franchise, op 1 januari 2021 in werking getreden en is op grond van het overgangsrecht per diezelfde datum (grotendeels) direct van toepassing geworden. Bij sommige onderdelen van de Wet franchise werpt deze wet zijn schaduw vooruit en in voorkomende gevallen oordeelde de rechter dan ook dat bijvoorbeeld al voor de inwerkingtreding van de wet een beroep kon worden gedaan op de verplichtingen omtrent een goodwillregeling. Uit een vonnis van de rechtbank Overijssel over een grensgeval (waarbij een franchiseovereenkomst was gesloten in november 2020) volgt echter dat dit niet zonder meer het geval is voor wat betreft de verplichtingen omtrent de standstill-periode. De rechter oordeelt dan ook dat de standstill-periode op deze situatie niet van toepassing is. Denkbaar is echter dat dit wel mogelijk is indien een franchisegever doelbewust de franchiseovereenkomst zou hebben laten tekenen vlak voor 1 januari 2021, terwijl de samenwerking pas daadwerkelijk zou starten ver na 1 januari 2021, bijvoorbeeld halverwege 2021.

Met het verstrekken van een PID wordt aangeboden om een franchiserelatie aan te gaan

Ten overstaande van de voorzieningenrechter te Utrecht heeft een franchisenemer zich met succes op het standpunt gesteld dat met het verstrekken van een PID een aanbod tot franchise wordt gedaan door franchisegever.

In de wettelijke verplichtingen tot het toepassen van een standstill-periode ligt volgens de voorzieningenrechter besloten dat de franchisegever een aanbod doet aan de beoogde franchisenemer. Het is vervolgens aan de beoogde franchisenemer om zich te beraden of hij dit aanbod wil aanvaarden of dat hij nog in onderhandeling wil treden. De franchisegever kan in deze termijn alleen maar afwachten en moet in deze termijn het aanbod gestand doen. Het is de franchisenemer die aan zet is.

De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat de franchisegever tijdens de standstill-periode het aanbod niet mag intrekken.

Ingangsdatum franchiseovereenkomst niet relevant voor toepassing standstill-periode De franchisegever heeft de rechtbank Noord-Holland ervan proberen te overtuigen dat er ruim is voldaan aan de standstill-periode nu er minstens 16 weken waren gelegen tussen de datum waarop het PID is verstrekt en de ingangsdatum van de franchiseovereenkomst. De franchisenemer doet een beroep op vernietiging van de franchiseovereenkomst wegens schending van de standstill-periode omdat tussen de datum waarop het PID is verstrekt en de datum van ondertekening van de franchiseovereenkomst minder dan vier weken waren gelegen. Dit beroep slaagt. Volgens de rechtbank is de ingangsdatum van een franchiseovereenkomst niet relevant voor het vaststellen van de standstill-periode maar dient uitsluitend te worden gekeken naar de datum van ondertekening.

De rechtbank heeft dan ook geoordeeld dat de franchiseovereenkomst vernietigd kon worden wegens schending van de standstill-periode.

 

Maaike Munnik Mr M. Munnik
Advocaat

Ludwig & Van Dam franchise advocaten is een geheel in franchise- en andere samenwerkingsverbanden gespecialiseerd advocatenkantoor en marktleider sinds 1996 in zijn soort in Nederland.

Stel je vraag aan Mr M. Munnik
CAPTCHA