Gezamenlijk belang van een goed ‘online-model’

Per 13 juni 2014 is de Europese richtlijn consumentenrechten in werking getreden met (onder meer) regels ten aanzien van online verkoop. En daarmee wordt het een ondernemer niet bepaald makkelijker gemaakt. Een ondernemer is aan diverse regels gebonden, die dienen ter bescherming van de consument. Dit is voor een franchisegever van belang indien hij een eigen webshop heeft. Maar dit is ook voor een franchisegever van belang indien zijn franchisenemers een eigen webshop wil hebben. Het exploiteren van een eigen webshop mag een franchisegever een franchisenemer niet verbieden. Een franchisegever heeft er daarentegen wel belang bij dat de uitstraling van die webshop in lijn is met de formule, maar ook dat de franchisenemer zich aan de toepasselijke regels houdt. Indien een ondernemer die verkoopt via internet zich niet houdt aan de toepasselijke regels, dan bestaat het risico dat de consument de overeenkomst kan vernietigen of dat er andere (financiële) consequenties aan zijn verbonden. Een franchisegever wil als vanzelfsprekend niet dat de webshop van een franchisenemer een negatieve uitstraling veroorzaakt ten opzichte van de gehele formule. En voor de consument is het allemaal hetzelfde: franchisegever of franchisenemer. De consument kijkt (met name) naar het merk/de formule en ziet dit onderscheid niet.

Een aantal belangrijke regels ten aanzien van verkoop via een webshop voor u op een rijtje gezet:

1. Geef duidelijk het bestelproces weer

Het moet voor de consument te allen tijde duidelijk zijn in welke fase van het bestelproces hij zich bevindt. En ook niet onbelangrijk: wat die stap precies inhoudt. Het dient voor de consument tevens kraakhelder te zijn wanneer hij zich (juridisch) aan de overeenkomst én aan de verplichting om te betalen bindt. Dit laatste is regelmatig niet duidelijk genoeg. Een knop met de tekst ‘bestelling met betalingsverplichting’ is vereist, tenzij je op een andere goed leesbare wijze aan kunt tonen dat de consument de bestelling bevestigt en moet gaan betalen.

2. Vraag toestemming voor betaling vooraf

Wist u dat het niet is toegestaan om de consument de optie te onthouden om een deel van de koopprijs achteraf (na levering) te betalen? Dat is alleen anders als de consument er nadrukkelijk mee instemt om vooraf te betalen. Maar dit betekent derhalve wel dat hij de keuze gehad moet hebben.
Enkele voorbeelden van achteraf betalen zijn ‘betalen op rekening’, rembours, afhalen in de winkel en (zelfs) creditcard betaling (mits u het bedrag pas incasseert nadat het product is geleverd).

3. Langere bedenktijd

De bedenktijd (ook wel het herroepingsrecht genoemd) is verlengd van 7 naar 14 dagen. Een klant kan binnen deze termijn een (vormvrije) verklaring afleggen waaruit blijkt dat hij het product wil retourneren. Dat de consument het product ook binnen die 14 dagen terug zou moeten sturen is een misverstand. Daar heeft de consument vervolgens nóg eens 14 dagen voor nadat de verklaring voor de herroeping is verzonden. Indien de ondernemer niet voldoet aan de informatieplicht jegens de consument ten aanzien van het herroepingsrecht, dan kan deze termijn worden verlengd tot (maximaal) 12 maanden!

4. Informatieplichten

Op een ondernemer die via een online kanaal verkoopt, rusten diverse informatieplichten. Deze informatie moet in beginsel makkelijk en snel vindbaar zijn. Dit betekent dat deze in beginsel niet weggestopt mag zitten in de algemene voorwaarden. Het beste is om te werken met buttons of via links in footers (het onderste deel van de pagina).

Pick up points en bestemmingsplan

Daarnaast houdt online verkoop de gemoederen bezig waar het gaat om de zogenaamde ‘pick-up points’. Het wordt consumenten namelijk steeds makkelijker gemaakt om de bestelling op een door hem gewenst adres af te halen. Afhaalpunten op bedrijventerrein raken daardoor steeds meer in zwang. Diverse supermarktformules hebben zo’n afhaalpunt of zijn bezig die te realiseren op bestaande of nieuwe (huur)locaties. Het is voor u als ondernemer van belang te realiseren dat zo’n afhaalpunt op een bedrijventerrein op grond van het bestemmingsplan veelal slechts toegestaan is als het niet gekwalificeerd kan worden als detailhandel. Onder detailhandel wordt verstaan: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan de eindgebruiker. Of sprake is van detailhandel wordt beoordeeld aan de hand van de ‘ruimtelijke uitstraling’ van de activiteiten. Hebben de activiteiten geen ruimtelijke uitstraling, waaronder wordt verstaan het ter plaatse kunnen proberen, bekijken en kopen van de goederen, dan zullen de activiteiten niet gekwalificeerd worden als detailhandel en zijn deze toegelaten op grond van het bestemmingsplan.

Het advies is derhalve: voer een gedegen onderzoek uit naar de bestemmingsplanmogelijkheden vóórdat geïnvesteerd wordt in een afhaalpunt.

Huurrecht

Vaak wordt de bedrijfsruimte door franchisenemer gehuurd van de franchisegever. In dat geval zal ook aandacht besteed moeten worden aan de bestemmingsclausule in het huurcontract. Een afhaalpunt kan namelijk onder een ander huurrechterlijk regime vallen dan bijvoorbeeld verhuur van bedrijfsruimte voor de opslag en overslag van consumentengoederen. Maar wat betekent dit voor mij als ondernemer vraagt u zich wellicht af?
Een afhaalpunt kan gezien worden als 290-bedrijfsruimte. Een huurder van 290-bedrijfsruimte geniet een vergaande wettelijke huurbescherming, waarvan (behoudens toestemming van de rechter) in beginsel contractueel niet kan worden afgeweken. De huurovereenkomst geldt voor een minimale periode van 5 + 5 jaar en opzegging door de verhuurder is zeer beperkt mogelijk. Ook heeft de huurder (weliswaar net als de verhuurder) de mogelijkheid om de huurprijs tussentijds te laten aanpassen als die kort gezegd niet meer marktconform is.
Of een afhaalpunt onder het wettelijke regime van 290-bedrijfsruimte valt zal onder meer afhangen van de (i) omvang van het afhaalpunt, (ii) de mogelijkheden om ter plaatse te betalen en (iii) de mogelijkheden om ter plaatse extra producten aan te kopen.

De huurder en verhuurder zullen bij het aangaan van de huurovereenkomst voor een afhaalpunt goed moeten nadenken over het toepasselijke huurregime. Ook zullen zij goed moeten nadenken over de vraag of het gehuurde op grond van het bestemmingsplan en overige publiekrechtelijke regelgeving kan worden gebruikt als afhaalpunt, en zo niet voor wiens risico dit komt.

Linda Relouw
Poelmann van den Broek Advocaten
www.pvdb.nl

Franchise+ Franchiseplus
Redactie