Wie op de bank wacht, wacht (te) lang

Financiering is een moeizaam proces, al beweren banken dat het allemaal wel meevalt en de kredietverlening groeit. Er zijn voldoende praktijkvoorbeelden die aantonen dat alles veel moeilijker gaat en veel langer duurt. Om maar te zwijgen van onbegrijpelijke beslissingen. Een mij bekend bedrijf werd door een bank afgewezen omdat men de nettowinst van 35% van de omzet na winstbelasting te laag vond.

De vraag is: hoeveel beter moet je zijn? Zoiets bewijst en passant dat er geen peil op te trekken is en dat er veel schimmigheid heerst over de criteria die banken hanteren bij hun beoordeling van de kredietwaardigheid. Een les: wacht dus niet af op bank of accountant maar neem zelf initiatief. Als bedrijf moet en kun je veel doen om je eigen financiële conditie te verbeteren. Nu beginnen want in 2012 wordt het nog zwaarder.

Het is begrijpelijk dat de banken niet hun echte criteria voor de risicobeoordeling van klanten willen tonen, omdat er een terechte angst is dat klanten dan cijfers gaan manipuleren. Maar er zou best wat meer openheid kunnen zijn over de wijze van beoordeling van de kredietwaardigheid. Dus bedrijven leren hun financiële management te verbeteren om naar een betere kredietstatus te streven. En wat doet de accountant? Is hij vooral de ‘bean counter’ die het verleden keurig in kaart brengt, of helpt hij je bedrijf toekomstgericht te financieren? Als onderneming moet je dat zijn, zowel als franchisegever als voor je franchisenemers.

‘Rating’ voor het MKB

‘Rating’ is het nieuwe woord dat bij kredietverlening hoort. De basis voor ‘rating’ is eenvoudig. Schoolrapportcijfers zijn al een bepaalde rating, een bewijs van je prestaties. Door een rating wordt in één getal of symbool de kern van uiteenlopende beoordelingscriteria tot uitdrukking gebracht die informatie verschaft over de toekomstige kansen. Het internationale verdrag over het bankentoezicht dat in de wandelgangen Basel II wordt genoemd, regelt de wijze waarop banken hun klanten (en met name de risico’s daarvan) moeten beoordelen en welke gevolgen dat heeft. Zonder in details te gaan komt het er op neer dat risico’s die hoger worden ingeschat een hogere rentevergoeding gaan betalen. Bij zeer hoge risico’s kan op goede gronden krediet worden geweigerd of opgezegd. Voor iedere klant moet de bank dus rapportcijfers maken die tot een eindcijfer leiden waarop voorwaarden en de prijs van het krediet worden bepaald. Bijzonder hierbij is dat de factor mens (account manager en bankdirecteur) bij de beoordeling een geringere rol speelt als in het verleden. Het gaat vooral om de koele cijfers uit jaarstukken en andere harde gegevens. Als klant heb je daaraan slechts iets als je weet welke onderdelen worden beoordeeld en welke criteria banken bij hun beoordeling aanleggen. Belangrijker nog: hoe je zelf op een eerlijke manier je prestaties kunt verbeteren om tot een betere beoordeling (en betere voorwaarden) te komen. Hoe het zij: het betekent dat je veel meer met (financiële) strategie, ondernemingsplanning, kennis over concurrentie en markt bezig zult moeten zijn.

Een bijkomend aspect is dat de banken ieder voor zich een eigen methodiek voor de rating hebben, er is niet zoiets als een uniform systeem. De uitkomsten van een rating zullen per bank verschillen. En dat kan voordeel of nadeel betekenen. Shoppen kan lonen.

De ‘harde’ informatie

Belangrijke bron voor harde of kwantitatieve informatie blijft het jaarverslag van een onderneming. Als belangrijkste daaruit wordt de cashflow afgeleid en hoe de opbouw van resultatenrekening en balans is. Het gaat om de kwaliteit van de winst en de relaties tussen balansposten. Uiteraard is het eigen vermogen en solvabiliteit van belang. Met behulp hiervan tracht de bank ook een beeld te krijgen van de kwaliteit van het management. Verder spelen ondernemingsstrategie en vooruitzichten van de bedrijfstak een rol bij de beoordeling. In een lijst van ‘harde’ factoren komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • jaarstukken
  • actuele waardering van debiteuren, voorraad, leveringsopdrachten
  • omzet-, kosten- en winstplanning
  • geplande investeringen
  • liquiditeitsbegroting voor minstens 6 tot 12 maanden
  • afgegeven zekerheden voor kredietverlening
  • belangrijke overeenkomsten, bijvoorbeeld tussen aandeelhouders, huwelijkse voorwaarden et cetera
  • juridische structuur van de onderneming
  • financiële privésituatie
  • informatie over de ontwikkeling van de bedrijfstak

Veel ‘harde’ factoren zijn ook bij kleinere ondernemingen redelijk op papier vastgelegd, maar belangrijke ontbreken vaak, zoals gegevens over de bedrijfstakontwikkeling, investeringen en een cashflow begroting. Punten ter verbetering.

 De ‘zachte’ factoren

De ‘zachte’ of kwalitatieve factoren spelen vooral een rol bij de toekomstperspectieven van een onderneming en zijn zeker bij grotere bedrijven belangrijk in de beoordeling. Maar iedere franchisegever moet hiermee zeker rekening houden. Dit onderdeel omvat onderwerpen als: management en organisatie, administratieve organisatie, controlling, markt en branche, marketing en distributie, personeel et cetera. En als onderneming moet je op uiteenlopende vragen rekenen, onder andere hoe de bedrijfsopvolging en continuïteit in het bedrijf zijn geregeld, wat je strategie voor de komende jaren is, et cetera. Het is belangrijk hiervoor de nodige schriftelijke documentatie te kunnen overleggen, bij voorbeeld in de vorm van een recent ondernemingsplan.

Risicoklassen

Het resultaat van een rating is dat klanten in uiteenlopende risicoklassen worden ingeschaald. In de financiële media vind je die terug bij grote bedrijven en worden zij aangeduid met letters van het alfabet plus enkele andere indicaties. Voorbeelden: AAA, AA+, Aaa, B- et cetera. Maar het kan ook als: 1a, 1b, 1c enzovoort. Weer geldt: er is geen eenduidig systeem. De banken onderwerpen alle klanten aan een dergelijke procedure, maar vooral de negatieve conclusies zullen voelbaar zijn. Dat wil zeggen dat het risico bij een bepaalde klant op een deconfiture nu hoger wordt ingeschat als eerder. Dit merkt hij in een brief van de bank met een verhoging van de rente, verzwaring van het zekerhedenregime tot zelfs kredietopzegging en relatiebeëindiging.

Indien het duidelijk is dat de bank je bedrijf anders inschat qua risico als in het verleden is het belangrijk hierop te reageren. Alle informatie die de bank gebruikt heeft om tot een oordeel te komen moet met de bank worden doorgesproken en er moet volledige opheldering komen over de reden van de hogere risico-inschatting. Uiteraard gevolgd door een vraagstelling over te nemen maatregelen voor verbetering, als dit aan de orde mocht zijn. En: ook als je tot heden niets van je bank hebt gehoord is het verstandig initiatief te nemen en de accountmanager van je bank te vragen over je rating, wat de bank verwacht en voorstelt voor toekomstige kredietverlening, heeft de bank een checklist? En hoe gaat dat met betrekking tot franchisenemers, toekomstige en bestaande? Het gaat erom dat je de spelregels kent en je daarop kunt voorbereiden.

Voorbereiding op rating

Het ziet er niet naar uit dat veel franchisegevers een extern ratingbureau zullen inschakelen. Hier kennen we namen als Moody’s, Fitch en Standard & Poor’s. Het kost veel geld en heeft weinig zin. Ook Graydon, Dun & Bradstreet, leasebedrijven en factoring bedrijven voeren een bepaalde rating uit en geven een oordeel over de kredietwaardigheid van ondernemingen. Het is nuttig bij deze professionele risico-insiders jaarlijks de eigen status op te vragen. Hoe denken zij over je bedrijf? Banken volgen vooral hun eigen weg en maken eigen afwegingen. Het betekent wel dat je jezelf moet voorbereiden op een tamelijk onbekend ratingproces waarvan je slechts beperkt de inhoud kent.

Het is zonder meer een vereiste dat je de inhoud van resultatenrekening en balans goed kent en nadenkt over verbeteringen daarin. Vraagstukken:

1)       Activering van bepaalde uitgaven op de balans (onder andere goodwill of bepaalde kosten) leidt onherroepelijk tot een lagere solvabiliteit. Dergelijke (immateriële) activa worden in mindering gebracht op het eigen vermogen. De vraag is dan of je deze uitgaven niet beter in mindering op de resultaten kunt brengen. Het verlaagt de winst, maar verbetert de balans.

2)       Hoe wordt de voorraad gewaardeerd? Het is belangrijk dat je dit weet en welke consequenties dit heeft voor de balans. Zeker als je in een fase bent dat je de waarderingswijze kunt wijzigen of vaststellen.

3)       Hoe worden debiteuren gewaardeerd? Wat zijn de consequenties voor balans en resultatenrekening? Hoe ga je om met vorderingen op franchisenemers? Als debiteuren of als verstrekte financiering? Wat is de waarde van dergelijke leningen?

4)       Je kunt de solvabiliteit verbeteren door een flinke storting in het eigen vermogen van de onderneming te doen en/of bescheiden winst uit te keren.

Dit zijn zomaar enkele kleine onderdelen in het financiële management die hun invloed hebben op resultaten en balans. Er zijn nog meer voorbeelden te bedenken die ieder voor zich hun afweging vragen. Van belang is iedere post in balans en resultatenrekening zorgvuldig te analyseren en je af te vragen waar een aanknopingspunt voor verbetering zit. Denk aan de onderlinge samenhang. Door met beleid op een ratingproces in te spelen kunnen daadwerkelijk verbeteringen in het financiële beeld worden aangebracht. Wat weer op zijn beurt kan leiden tot een betere rating bij de bank en soepeler voorwaarden. Verbetering is geen eenmalige actie, maar onderdeel van een bewuste financiële strategie. Van een franchisegever wordt tevens gevraagd veel denkwerk voor zijn franchisenemers te doen, want daar speelt hetzelfde vraagstuk.

Voorbereiding voor 2012

Het ziet er naar uit dat in 2012 een nieuwe boekhoudregel voor lease- en huurcontracten van kracht wordt. Alle lease- en huurcontracten komen volledig op de balans van de huurder te staan. Onderzoekers verwachten dat hierdoor in detailhandel en horeca de schuldenlast gemiddeld drie keer zo hoog wordt. Het zal duidelijk zijn dat dit een geweldige impact heeft op de financiering van bedrijven en dat banken hieraan conclusies zullen verbinden. Het is nu 2010, maar een voorbereid ondernemer telt voor twee.

Jan Bezemer Jan Bezemer
Voormalig hoofdredacteur Franchise+