Franchise Wet leidt tot extra uitdagingen

Dwingend recht voor alle fases

De Wet Franchise kent voorschriften voor de verschillende fases van de samenwerking: 
  1. Informatieverplichtingen voorafgaand aan de samenwerking 
  2. Gedurende de samenwerking, wijziging van de formule
  3. Beëindiging en gevolgen na afloop van de samenwerking 
Hierover is al veel gepubliceerd. Zie ook:

De Franchisewet: Implicaties voor Franchisegever & Franchisenemer (koelewijn.nl)

Instemmingsrecht; nog niet zo eenvoudig te regelen

Onderdeel van de Wet Franchise is het instemmingsrecht. De vertegenwoordiging van franchisenemers krijgt hier in principe een speciale verantwoordelijkheid. Van belang is dat partijen een rechtvaardige norm vinden voor de hoogte van de drempelwaarde. Dat leidt logischerwijs nogal eens tot discussies waar franchisegever en franchisenemers verschillend over kunnen denken. Dat was te verwachten. 

Het leidt er bovendien toe dat iedere franchiseorganisatie voor het einde van het jaar zijn franchiseovereenkomst vernieuwd moet hebben, het zij door een addendum bij de overeenkomst dan wel door een nieuwe franchiseovereenkomst. Zo niet, dan is de drempelwaarde vanaf volgend jaar per definitie nul. Dit heeft twee opvallende effecten. 

Franchiseovereenkomsten vaak niet actueel 

Franchisecontracten aanpassen gebeurt vanwege het arbeidsintensieve karakter en de soms uitdagende onderhandelingen bij veel franchiseorganisaties zo min mogelijk. Maar nu de franchisecontracten toch aangepast moeten worden is het onbedoeld effect van de Franchise Wetgeving dat vooral franchisegevers en in mindere mate franchisenemers ook andere zaken willen veranderen of actualiseren in de contracten. Hierdoor verliezen partijen nogal eens het zicht erop dat de initiële aanpassingen vanuit de Wet een verbeteringen betreffen voor met name de franchisenemers. En ontstaan er toch langer lopende onderhandelingen dan bij de totstandkoming van de Wet door de wetgever bedacht was.  

Opwaardering franchiseoverleg

Een ander effect, zoals bedoeld door de wetgever, is dat het franchiseoverleg opgewaardeerd wordt, onafhankelijk of dit nu in een franchiseraad c.q. adviesraad of met een vereniging van franchisenemers plaatsvindt.

Dit vergt echter ook meer capaciteit, vaardigheden en betrokkenheid van franchisenemers bij het overleg. En die bereidheid en vaardigheid is er lang niet altijd. Dit een duidelijk aandachtspunt voor franchisenemers én franchisegevers. Ook bij franchisenemers is de maatschappelijke ontwikkeling dat verenigingen en belangenbehartigers moeilijker aan vrijwilligers en bestuurders kunnen komen door individualisering zichtbaar.  Maar hier is wel een direct belang van de franchisenemers maar ook de franchisegever aan de orde, namelijk het voortvarend laten functioneren van de samenwerking. 

De tijd tikt door

Kortom, partijen zullen, voor zover dit niet al loopt, dan ook voortvarend met elkaar in overleg moeten hoe hier structureel vorm aan te geven. Hierbij is het vaak overigens niet onverstandig als franchisegevers dit met behoud van de onafhankelijkheid van de franchisenemers vertegenwoordiging ook financieel ondersteunen of faciliteren. 

Meer weten over hoe dit te regelen? Neem gerust contact met ons op.

Lees meer over:
Advertorial
Joost Bos Joost Bos
Partner

Koelewijn & Partners helpt al sinds 1988 franchisenemers én franchisegevers in iedere branche en elke ontwikkelingsfase met advies en hands-on ondersteuning om de volgende stap te nemen voor nog meer succes.

Stel je vraag aan Joost Bos
CAPTCHA