Tijd voor een inhaalslag
Hij roept al een paar jaar dat hij wil stoppen, maar nu is toch echt het moment gekomen. Op het moment van het interview bij hem thuis in Arnhem is er nog geen opvolger bekend maar daar maakt Jan Bezemer (68) zich niet zo druk over. “Drie jaar geleden was ik bijna dood, dan was er ook een oplossing gekomen. Drie operaties tegen darmkanker en twee fouten van medisch specialisten overleefde hij. Daarna deed hij het iets rustiger aan, maar dan ook iets. Want zijn actieve betrokkenheid bij de franchisewereld ging gewoon door. Hij adviseerde Nederlandse franchisegevers en franchisenemers in zijn columns als hoofdredacteur en reisde af naar verre landen om als vrijwilliger ter plekke formules op het goede spoor te zetten.
Maar nu is het dus welletjes, tenminste als hoofdredacteur van dit vakblad. Die rol begon in de zomer van 2000. Toen had hij zijn sporen al ruimschoots verdiend in franchiseland. Na zijn studie economie zette hij voor een technische groothandel in Arnhem een franchiseformule op, waarna hij als zelfstandig franchiseconsultant aan de slag ging.
Totdat de ING bank in het vizier kwam. “Daar zochten ze iemand van buiten die de financiering voor franchisenemers en franchisegevers nieuw leven in zou blazen.” Hij had een streepje voor, want hij was inmiddels bekend in de franchisewereld. Mede door het boek dat hij in 1981 ‘uit pure frustratie’ had gepubliceerd. “Na een conflict met mijn zakenpartner was ik met het advieswerk gestopt. Toen dacht ik ‘ach, ik ga mijn kennis en ervaring opschrijven’.” Het leverde hem de VIVO-jaarprijs op. “Die stond toen best in hoog aanzien. De prijs van vijfduizend gulden was destijds een heleboel geld. En mijn naam ging rond. Ik had dus een aardige cv en kon snel aan de slag bij ING.”
Zieltogend blaadje
Hij bleef veertien jaar lang op zijn post. “Ik voelde mij daar goed thuis want ik kreeg een behoorlijke vrijheid. Ik heb ook veel geld voor de bank verdiend. Mijn voordeel was dat bij andere banken de mankracht voortdurend rouleerde. Bij de ING zat altijd Jan Bezemer. Dat wisten de franchisegevers.”
Op zijn 57e koos hij voor een VUT-regeling. Zonder vaste baan kreeg hij het drukker dan voorheen. Zijn zakenrelaties wisten hem te vinden als franchiseadviseur. Tegelijkertijd vroeg Albert Koelewijn hem om raad. “Hij had zojuist het zieltogende blaadje Franchise+ overgenomen. Dat getuigde van lef. Toen ontstond er wat onrust in de franchisewereld. Want als een adviesbureau een vakblad overneemt, hoe staat het dan met de onafhankelijkheid?”
Jan Bezemer had snel een oplossing. “Mijn voorstel was om hoofdredacteur te worden. Dan blijft het blad bestaan en zorg ik als onafhankelijk hoofdredacteur dat iedereen zijn ei kwijt kan.” Daarnaast noemt hij de stap ‘een natuurlijke gang van zaken’. “Want ik had toen al veel artikelen en enkele boeken over franchise gepubliceerd.”
Het vakblad maakte een nieuwe start onder hem. “In het begin was het moeilijk om een kwalitatief goed blad in elkaar te zetten. Maar direct werden vanuit Baarn de zaken goed aangepakt met een uitgever, bladmanager en een advertentieverkoper.” Het nieuwe netwerk van freelance journalisten moest hij aanvankelijk wegwijs maken. “Maar dat was na een jaar al niet meer nodig. Er waren toen ook al snel voldoende aanknopingspunten en initiatieven vanuit de markt. We hadden geen moeite meer om kopij te krijgen.”
Niet geheimzinnig
Onder zijn hoede ontwikkelde Franchise+ zich van een medium dat vooral door advertenties van banken in leven werd gehouden en een oplage had van 6.000 exemplaren - waarvan een groot deel gratis abonnementen - tot een onafhankelijk vakblad met een grote diversiteit aan kleine adverteerders en een oplage van 8.500 exemplaren.
Voor een franchisevakblad vindt hij dat Franchise+ internationaal gezien een unieke positie inneemt. “De Duitse en Engelse vakbladen bestaan alleen maar uit PR. Wij bedrijven in grote mate onafhankelijke journalistiek. Een kritisch verhaal, zoals onlangs over KFC, zal er in andere landen niet inkomen.”
Die kritische verhalen zijn echter ook bij Franchise+ dun gezaaid. “Ik vind het als hoofdredacteur af en toe best jammer dat er niet wat meer misgaat in de franchisewereld. We hebben daardoor veel goednieuwsverhalen.” Hij noemt zijn rol bij het vakblad zoals zijn karakter is, ‘bescheiden’. Natuurlijk schrijft hij in iedere editie zijn hoofdredactioneel commentaar, met daarin speldenprikjes, analyses en veel goedbedoelde adviezen. En hij leest alle teksten door. “Dan schiet ik wel eens wat af, dat echt anders moet. Bijvoorbeeld een juridisch verhaal dat meer op een contract lijkt. Het moet wel begrijpelijk, niet geheimzinnig en aangenaam leesbaar zijn. En het liefst met een praktische lading. We leven immers bij de gratie van de franchisenemers.”
Lange adem
Hij heeft in zijn verschillende rollen van dichtbij de afgelopen decennia een stormachtige ontwikkeling gezien van franchiseformules, zowel in aantal als in kwaliteit. De schaduwzijdes van deze succesverhalen gaan hem aan het hart. “Er zijn zoveel franchiseketens die opstaan en waar je nooit meer iets van hoort. De financiële basis ontbreekt meestal om het een aantal jaren vol te houden. Succes heeft een lange adem nodig. Het is moeilijk om een nieuwe formule te starten en het punt te passeren van de continuïteit.”
Anderen heeft hij weer ‘kapot zien groeien’. Zoals een cadeauformule. “Die sloeg zijn vleugels uit naar het buitenland terwijl de basis werd verwaarloosd. Een cadeauformule moet nu eenmaal constant aandacht krijgen en vernieuwen.”
De kleintjes hebben het momenteel extra moeilijk, in tijden van economische malaise en terughoudende banken. “Groten groeien wel door. Die hebben een goede basis en kunnen zich een misser veroorloven. Zij spreken door hun naamsbekendheid ook meer aan bij potentiële ondernemers.”
Franchiseformules in de dienstverlening heeft hij een grote inhaalslag zien maken. “In mijn begintijd werd je uitgelachen als je als makelaar in franchise wilde gaan. Nu wemelt het ervan, net zoals van de hypotheekadviesformules. Het voordeel in deze branche is dat de investeringen veel lager zijn dan in bijvoorbeeld de detailhandel. Je hebt weinig ruimte nodig, geen voorraad en kunt ook als het goed loopt je kosten laag houden.”
Ontwikkelingswerk
Het werk als hoofdredacteur combineerde hij met adviesklussen, betaald en onbetaald. Eenmaal in de kaartenbak ‘franchising’ van het Programma Uitzending Managers, had hij niet over exotische aanvragen te klagen. Hij reisde af naar Egypte om een educatieve speelgoedfabriek te helpen met de ontwikkeling van een winkelketen. Ook in Slovenië deed hij ontwikkelingswerk dat gefinancierd wordt door het ministerie van Economische Zaken.
Het meest reisde hij af naar Rusland, het land waarvan hij de taal beheerst. Dat hoeft nu niet meer, vindt hij. “Het gaat daar over het algemeen al zo goed, dat het eigenlijk belachelijk is als ik vanuit Nederland gratis adviezen kom verstrekken.”
In een ander land waar Russisch wordt gesproken, Kazakhstan, is hij wel hard nodig met zijn dagenlange seminars. In 2009 en 2010 assisteerde hij bij de opzet van een franchisevereniging, waar hij nu ‘bijzonder adviseur’ van is. “Maar die vereniging heeft nog te weinig leden om op eigen benen te staan. Terwijl een land dat 85 keer zo groot is als Nederland en 15 miljoen inwoners heeft zich ideaal leent voor franchising. Filialen zijn immers niet te sturen gezien de enorme afstanden.” Het ‘snode plan’ om met een luxe franchisebus twee weken door het land te toeren om formules te presenteren ligt er nog altijd op de plank. “Dat is wel een uitdaging.”
Dit jaar adviseerde hij in Indonesië Coffee Toffee: ‘de Indonesische uitvoering van Starbucks’, gerund door gemotiveerde jonge mensen. “Dat was hartstikke leuk. Je loopt jezelf dan in twee weken een slag in de rondte. Maar het is wel heel bevredigend.”
Hij zal de komende jaren nog wel een paar van die ontwikkelingsreisjes maken maar ook dit komt op een lager pitje te staan. “Maximaal twee per jaar, dat is mooi genoeg.” Het is tijd voor een inhaalslag op verschillende fronten. “Ik heb dit jaar niet eens vakantie gehad door de drukte en mijn leesachterstand is groot.”
Minibio
Jan Bezemer (1943) is geboren en opgegroeid in Ammerstol, nabij Schoonhoven. Na zijn universitaire studie economie in Rotterdam zette hij bij een technische groothandel in Arnhem een franchiseformule op. Hierna werkte hij als zelfstandig franchiseconsultant en in de automatisering bij Centraal Beheer. Franchisebankier bij ING bleef hij veertien jaar. Tussen 2000 en 2011 was hij hoofdredacteur van Franchise+. Tevens was hij bestuurslid van de Nederlandse Franchise Vereniging waarvan hij dit jaar de Franchise Contribution Award ontving. Hij schreef drie boeken over franchise en vele columns voor het Financiële Dagblad. Als vrijwillig consultant reisde hij met name veel naar Oost-Europa om daar pionierende formules bij te staan. Op zijn vijftigste werd hij weduwnaar, als vader van twee kinderen. Hij woont nu al jaren samen met oud-eigenaresse van Tetterode Glas in Voorthuizen, Rikie Ponten, die ook twee kinderen heeft. Ze bezoeken hun kinderen graag en regelmatig en reizen daarvoor af naar onder meer Antwerpen en de Bordeauxstreek. In Nederland vergt de tuin van het vakantiehuis de nodige aandacht.
Laatste tips
Bij zijn afscheid als hoofdredacteur geeft Jan Bezemer zijn laatste tips aan de lezers van Franchise+.
Voor de franchisegever
- Zorg dat je de franchisenemers goed ondersteunt met financieel economische informatie, zoals regelmatige benchmarkingcijfers. Daardoor kun je als ondernemer inspelen op ontwikkelingen. Bijvoorbeeld wanneer er teveel brutowinstmarge in personeelskosten gaat zitten.
- Faciliteer de franchisenemers met creatievere vormen van financiering. Knip het bijvoorbeeld op in financial lease en operational lease zodat franchisenemers maximaal kunnen profiteren van de investeringsaftrek.
- Kijk goed naar subsidiemogelijkheden. Met name van de scholingsaftrek wordt veel te weinig gebruik gemaakt.
- Vind niet zelf het wiel nog een keer uit. Op het gebied van opleidingen en automatisering is alles al vijfentwintig keer bedacht.
- Werk samen met andere franchisegevers en dring zo de kosten van overhead, automatisering en personeel terug.
Voor de franchisenemer
- Je mag best kritisch zijn naar de franchisegever. Informeer jezelf goed voordat je je handtekening onder een contract zet. Zorg dat je van tevoren een checklist hebt met vragen die je gaat stellen tijdens de onderhandeling.
- Als jij gefinancierd kan worden, ben jij een zeer interessante partij voor een franchisegever. Wees bewust van die positie en zoek geduldig naar de beste formule voor jou.
- Als het minder goed gaat, zoek de fouten dan ook bij jezelf. Ga niet meteen mekkeren over de franchisegever.
- Werk het zweet op je voorhoofd wanneer je eenmaal de stap hebt gezet. Je bent franchiseondernemer.
- Luister naar de adviezen van de franchisegever. Eigenwijze vestigingen lopen vaak het slechtst.
Frank R Marsman, oud-columnist Franchise+:
“Inspirerende docent”
“Wat zou ik graag bij deze gelegenheid over Jan de meest ranzige anekdotes voor u boven water willen halen. Over vroeger, drank, sex and rock en roll. Maar zo is Jan helemaal niet en ik denk ook niet dat hij nu nog echt los gaat. Dus geen prikkelende anekdotes. Jammer. Maar wel een kundige bankman en dat zonder bonussen. Een inspirerende docent, maar soms wel erg ingewikkeld. En dan ook nog een beschaafde redacteur die voorzichtig adviseerde, soms waarschuwde, maar meestal troostte, want het ging natuurlijk wel altijd over franchise. Hij was er overigens lang voor mijn tijd en ruim na mijn tijd. Dus veel van hem geleerd en hij heeft mij vaak bij gelegenheid van harte geholpen. Nog bedankt Jan. Hij zal ongetwijfeld nog lang nagloeien maar blijft zeker als grijze maar waardevolle diamant bij de kroonjuwelen horen van de Nederlandse franchisewereld.”
NFV-voorzitter Jos Burgers:
“Een goed en fijn mens”
“Toen ik in 2001 directeur van de Nederlandse Franchise Vereniging werd, was Jan één van de bestuursleden. Hij was niet alleen een bescheiden, aardige en erudiete man, maar ook iemand die ongelooflijk veel van franchise wist. Al die kennis heeft hij gebruikt bij de advisering van formules toen hij zelf nog bankier was en daarna als bestuurslid, hoofdredacteur, artikelen- en boekenschrijver en consultant. Tot in Rusland adviseerde hij formules.
Zelf kon ik altijd een beroep op hem doen om te sparren over de opzet en inhoud van een uit te geven boek. Samen gaven we veertien keer de masterclass Franchise.
Je kon altijd van Jan op aan. Deadline was ook echt deadline bij hem. In mei dit jaar heb ik hem voor de totale verdiensten voor de franchisewereld de Franchise Contribution Award mogen uitreiken. Dat was een blijk van de grote waardering voor Jan. Bovenal is hij gewoon een goed en fijn mens.
Ik zal hem zeker bellen als we de nieuwe praktijkgids gaan maken. Daar zal hij allerlei ideeën over hebben waar ik dankbaar gebruik van maak.”