Interview Hans Biesheuvel - MKB Nederland

Het midden- en kleinbedrijf is de kurk waarop de economie drijft maar de economische situatie is niet rooskleurig. Het is lastig om een bankgarantie of een bankkrediet te krijgen. Toch is Hans Biesheuvel optimistisch. Franchise+ bezocht de voorzitter van MKB Nederland in de Malietoren in Den Haag.

Wat is het belang van het midden- en kleinbedrijf voor de Nederlandse economie?
“Het MKB is cruciaal. Wij zijn de banenmotor van de Nederlandse economie. De groei van banen kwam de afgelopen jaren vrijwel helemaal voor rekening van het midden- en kleinbedrijf. Er werken zo’n 4 tot 4,5 miljoen mensen in Nederland in het MKB. Het is dus een belangrijke factor. Dat geldt ook voor de export. Ongeveer zestig procent van de export komt door het MKB. We werken heel nauw samen met het VNO-NCW. Ik denk nooit in termen van: wie is nu de grootste. We trekken samen op. We werken allemaal voor de ondernemersbelangen."

Het MKB heeft het op dit moment moeilijk. Wat verwacht u van het nieuwe kabinet?
“Een deel van het MKB heeft het inderdaad moeilijk. Kijk maar naar de bouwsector of de detailhandel. In de bouw geldt dat ook voor gerelateerde sectoren zoals makelaars, architecten en woninginrichters. Daar spelen ook structurele zaken een rol bij, zoals de woningmarkt die op slot zit. Het consumentenvertrouwen is laag. Ik denk dat ongeveer de helft van de detailhandel het op dit moment lastig heeft. Mensen maken zich zorgen over hun hypotheek, hun pensioen. We hebben te maken met een eurocrisis. Bouw en detailhandel zijn ook minder internationaal gericht dan andere sectoren. Maar er zijn ook sectoren waar het heel goed mee gaat. Ondernemers in de industrie en in de logistiek zijn bezig met innovatie en export. De maakindustrie - ook de wat kleinere bedrijven - doet het internationaal heel goed. Ik kom veel in het land en kom ook veel optimistische ondernemers tegen. We hebben nog altijd een lichte economische groei. Export is een belangrijke pijler. Van de politiek verwacht ik een helder, stabiel beleid. Ik ben zelf heel lang ondernemer. Hoe je ‘s ochtends opstaat is toch heel belangrijk voor de beslissingen die je in de loop van de dag neemt. Als je goed in je vel zit en het gevoel hebt dat je in control bent, investeer je sneller en ben je eerder geneigd mensen in dienst te nemen dan wanneer je met veel onzekerheden  te maken hebt. De eerste maanden van dit jaar werden gedomineerd door het Catshuisberaad, daarna kreeg je het Lente-akkoord, vervolgens namen partijen daar weer afstand van.

We moeten afwachten wat het nieuwe kabinet oplevert. Het allerbelangrijkste is duidelijkheid en stabiliteit. We moeten de komende jaren een helder beleid hebben, er is behoefte aan duidelijkheid. Als tweede is het belangrijk dat we stoppen met lastenverzwaring. Alleen al in het Lente-akkoord zat negen miljard lastenverzwaring. De politiek heeft de neiging leuke plannetjes uit te voeren en hup, daar hebben we weer een lastenverzwaring. Genoeg is genoeg. We hebben het plafond bereikt wat lastenverzwaring betreft. Er moet bezuinigd worden. Maar dat begint bij de overheid zelf. Nederland verdient 600 miljard per jaar. Daar heeft de overheid de helft van nodig om haar taken uit te voeren. Dat is gigantisch. Laat de overheid beginnen met het snijden in eigen vlees. Dat kan gemakkelijk: minder bestuurslagen, minder ambtenaren, niet iedere vacature invullen, durven zeggen: nu is het afgelopen. Dan is er wel degelijk ruimte voor hardwerkende mensen. Van de btw-verhoging, de bankenbelastingen of de heffing op reiskosten wordt de economie niet beter.Het tast onze concurrentiepositie aan en het stimuleert ondernemers niet te investeren of mensen aan te nemen. Het is ook niet goed voor het consumentenvertrouwen. Er moet ruimte komen voor lastenverlichting. Dat kan makkelijk. We moeten de economie weer op gang krijgen. Een groei van 0,2 procent is niets.”

Relatief gezien doen we het nog niet zo slecht.
“Klopt. Maar is het een mager zonnetje dat schijnt. Je moet nu het dak repareren en niet pas als het keihard gaat regenen. We hebben nu de mogelijkheden. De werkloosheid is relatief laag. We moeten wel zorgen dat we het doen. Verder is het voor de langere termijn noodzakelijk dat we een visie hebben hoe we weer groei kunnen realiseren. Innovatie en export zijn daarbij heel belangrijk. Je moet als overheid niet alles willen regelen. Er moet ruimte zijn voor ondernemerschap.”

Franchisenemers en franchisegevers hebben moeite om bankkrediet te krijgen. Wat kan MKB Nederland daaraan doen?
“Dat geldt voor het hele bedrijfsleven. Als je een winstgevend bedrijf hebt, krijg je bankgarantie. Maar als je het even moeilijk hebt, is het heel lastig. Ik heb daar aandacht voor gevraagd. Maar we proberen ook daadwerkelijk dingen voor elkaar te krijgen. We zijn de ondernemerskredietdesk gestart. Dat is een initiatief van VNO, MKB en de banken samen. Het is een website (www.ondernemerskredietdesk. nl-red.) waar je je problemen kunt melden. Ik heb er niets aan om te roepen, ik wil problemen oplossen. We zijn in gesprek met de banken. Die hebben het zelf ook lastig, de risico’s zijn groter. We moeten banken ook lucht geven om kredieten te kunnen verlenen. Het helpt niet om regelgeving op regelgeving te stapelen. Bankenbelasting en nog meer toezicht is niet goed. We hebben gezonde banken nodig die olie kunnen smeren in de raderen van de economie. Van banken verwacht ik dat ze serieus kijken naar de ondernemersplannen. Ik hoor nog te vaak dat banken om onduidelijke of verkeerde redenen een ondernemersplan afwijzen. Bankiers zeggen liever niet: joh, dat plan is niet goed genoeg. Banken moeten ook meer de taal van de ondernemer spreken. Daar kan een ondernemer tegen. Nu zie je vaak een mismatch op dat gebied. We hebben een aantal ideeën geformuleerd hoe banken meer lucht te geven om kredieten te verstrekken.”

Wat kunnen ondernemers doen om hun omzet en hun winstgevendheid te verhogen?
“Je moet je goed voorbereiden. Ik kom veel mensen tegen die willen starten maar geen idee hebben hoe ze moeten beginnen. Zoek een goede adviseur die je kan voorbereiden op wat je allemaal moet doen. Blijf jezelf trainen. Ik heb mezelf als ondernemer ieder jaar gedwongen om mezelf bij te schaven. En je moet netwerken. Ondernemers die netwerken zijn succesvolle ondernemers. Vroeger was het uitgangspunt: blijf achter je voordeur en praat niet met je concurrenten. Dat is achterhaald. Wij organiseren veel netwerkbijeenkomsten. Verder moet je als ondernemer vooruitkijken. Vaak zie je ondernemers die alleen maar bezig zijn met het draaiend houden van de bordjes zoals in de circusact. Natuurlijk zijn er momenten waarop je als ondernemer bezig bent om te overleven, maar je moet je toch ook continue op de toekomst richten. Ik heb een technische handelsonderneming gehad. We waren 24 uur per dag, zeven dag per week bereikbaar. Het was altijd ren nen, rennen, rennen, met veel kleine orders. Een goed netwerk was belangrijk want het leverde nieuwe ideeën op. Ik raad iedereen aan om er soms een paar dagen uit te stappen en te netwerken. Dat houdt je scherp.”

Zou u nu de stap durven zetten om ondernemer te worden?
“Een echte ondernemer begint gewoon, ongeacht de crisis. Je hebt een plan en je denkt: ik versla de crisis wel. Echte ondernemers laten zich niet afschrikken. Die komen ook aan geld zonder bankkrediet. Natuurlijk zijn er ook mensen die nog moeten groeien in het ondernemerschap. Voor die mensen is het van belang dat ze goede adviseurs hebben.”

Hoe denkt u over franchising?
“Ik ben geen franchise-expert. Ik heb wel als ondernemer veel geleverd aan doe-het-zelf winkels, dus ik ken wel veel franchisegevers en franchisenemers. Wat mij opvalt is dat er niet altijd sprake is van een gelijk speelveld. De franchisegever heeft toch vaak de macht. Dat zou niet zo moeten zijn. In goede tijden is het een voordeel: de franchisegever kan slim inkopen, doet veel aan marketing. Als franchisenemer profiteer je daarvan. Maar je ziet vaak dat het franchisecontract heel wat beperkingen oplegt. Als je als franchisenemer twee dorpen verder een andere zaak wil openen, mag dat niet. Als het contract afloopt, ben je vaak ook niet vrij vanwege een concurrentiebeding. Dat noem ik geen gelijk speelveld. Ik ben voorstander van een contract dat ondernemers mogelijkheden biedt. Vaak zie je ook dat een ondernemer maar één vestiging mag hebben. Veel kleintjes betekent dat de franchisegever kan bepalen wat er gebeurt. Daar valt nog heel wat te winnen. Het is ook in het belang van de franchisegever. Ik kom ook in franchisewinkels die een lokale invulling geven aan het concept. Je ziet dat die ondernemers nog harder rennen voor hun winkel. De franchisegever is vaak gericht op dominantie. Er is veel te winnen als je het spel beter met elkaar speelt. Een franchisenemer met meerdere vestigingen redt zich wel. Maar voor een franchisenemer met één vestiging is een strijd met het hoofdkantoor veel lastiger.”

Hoe denkt u over de opmars van verkoop via internet?
“Je ziet de worsteling. In franchisecontracten staan afspraken over gebiedsbescherming. Maar verkoop via internet trekt zich natuurlijk niets aan van fysieke grenzen. Dan begint het gedonder: wie krijgt de opbrengst van de internetverkoop? De franchisegever of de franchisenemer? En wat doe je met een franchisegever/franchisenemer die een eigen website beheert? Ik kan een klant die achter zijn pc zit niet dwingen om een product bij een winkel in de buurt te bestellen. Ik denk dat er nog een wereld te winnen is door dat goed met elkaar af te stemmen.”

Ondanks de economische situatie bent u niet pessimistisch?
“Ik ben van huis uit optimistisch. Overal waar ik kom begin ik met te zeggen: Nederland is het mooiste land dat er is. Als ik door Nederland reis kom ik veel goede, enthousiaste ondernemers tegen. De afgelopen vijftien jaar is de export gegroeid met 250 miljard. Dan doe je het toch goed want anders lukt dat niet. We hebben nog een triple A-rating. Minister Jan-Kees de Jager krijgt bijna geld toe als hij op de internationale markt geld leent. We staan er relatief goed voor. We moeten er alleen voor zorgen dat het ook zo blijft. Er dreigen nu donkere wolken. Maar we zijn in een positie om die weg te krijgen. Ondernemers staan te trappelen om aan de slag te gaan. Daar komt mijn optimisme uit voort.”

Lees meer over:
Franchise+ Franchiseplus
Redactie