Franchise, een verzekerde toekomst verzekerd

Een ondernemer, of dit nou een starter is of niet, wil met de onderneming en/of de winkelvloer bezig zijn. Het onderdeel verzekeringen wordt veelal gezien als noodzakelijk kwaad en is in veel gevallen een ondergeschoven kind. In geval van een calamiteit (bijvoorbeeld brand, overval, langdurige ziekte) kan een degelijk en deugdelijk pakket verzekeringen wel het verschil uitmaken tussen een goede doorstart of het einde van de onderneming. Met alle financiële gevolgen van dien, voor zowel de ondernemer als zijn medewerkers.

Alhoewel er per branche nuances kunnen zijn, zijn de te regelen verzekeringen onder te verdelen in drie hoofdgroepen:

  1. Onderneming/bedrijf
  2. Personeel
  3. Ondernemer

Onderneming/bedrijf

Er is een wezenlijk verschil of er sprake is van een zogenaamd ‘nulproject’ of overname van een bestaande vestiging.

Bij een nulproject wordt er een (leeg) pand gekocht of gehuurd voor de onderneming en ingericht ten behoeve van de toekomstige exploitatie. De complete inventaris en de goederen komen dus nieuw binnen. Voor zowel de inventaris als goederen zijn er de aankoopfacturen. De optelsom is het te verzekeren belang aan goederen en inventaris. De goederen tegen handelswaarde en de inventaris tegen nieuwwaarde.

Bij overname van een bestaande vestiging wordt er een koopsom betaald voor het gehele bedrijf. De koopsom bestaat enerzijds uit de boekwaarde van de inventaris (nieuwwaarde minus afschrijving), de aanwezige goederen en anderzijds uit goodwill (de vergoeding om het punt en de exploitatie te verwerven). Goodwill kun je niet verzekeren. Was dat maar waar! Veelal zien we dat boekwaarde wordt verzekerd op de goederen-/inventarisverzekering. Echter, de nieuwwaarde moet verzekerd worden. Immers bij een calamiteit moet de onderneming weer opnieuw kunnen worden ingericht. De verzekeraar zal bij boekwaarde constateren dat slechts een deel van de waarde is verzekerd en pro rata de schade uitkeren. De ondernemer is dus onderverzekerd.

Vaak worden er aan het (huur)pand nog bouwkundige aanpassingen verricht: scheidingswanden, systeemplafonds, vloerbekleding et cetera. Dit is het zogenaamde huurdersbelang dat afgedekt dient te worden.

Door de toename van elektronica binnen de bedrijven (o.a. computers, scanning, beveiliging, kassasystemen, pinapparatuur, detectiepoortjes) is het van belang inductieschade af te dekken. Inductieschade ontstaat bij een plotselinge piek in de netspanning waardoor overbelasting op elektronische apparatuur ontstaat en de apparatuur uitvalt.

Als gevolg van een calamiteit, bijvoorbeeld brand, zal de onderneming omzetderving hebben en derhalve terugval van de brutowinst. Veel kosten gaan echter gewoon door, denk hierbij aan personeelskosten maar ook de derving van ondernemingswinst waaruit de ondernemer zijn inkomen haalt. Door middel van een bedrijfsschadeverzekering wordt vergoeding verleend voor vaste kosten en nettowinst gedurende een bepaalde periode. Veelal wordt hier een periode van 52 of 104 weken voor aangehouden, afhankelijk van de te verwachten periode tot herstart.

De geldswaarden dienen verzekerd te worden tegen overval, inbraak en transport. Geldswaarden die niet zijn opgeborgen in een door verzekeraars goedgekeurde kluis zijn buiten de openingstijden nooit verzekerd. Alhoewel het soms als lastig wordt ervaren, mag ook de kluissleutel, tenzij de kluis is voorzien van een in werking zijnde tijdslot, niet achterblijven.

Tot slot is vandaag de dag een bedrijfs- en product-aansprakelijkheidsdekking onontbeerlijk. Een val, met letselschade tot gevolg, over een omhooggewaaide of gladde deurmat kan tot aansprakelijkheid leiden. De schade ten gevolge van gederfde inkomsten, gederfde levensvreugde en medische kosten kunnen fors in de papieren lopen.

Uiteraard zijn de hierboven genoemde dekkingen niet limitatief en dienen afhankelijk van de situatie nog verder uitgebreid te worden. Hierbij kan gedacht worden aan de verzekering van het pand (indien eigendom), glas, ongevallen, motorrijtuigen, rechtsbijstand, et cetera.

Personeel

Als werkgever bent u vandaag de dag wettelijk verplicht uw medewerkers gedurende een periode van 104 weken loon door te betalen ten gevolge van ziekte of (sport)ongeval. Wettelijk 70% maar op basis van cao-bepalingen veelal 100% in het eerste jaar en 70% in het tweede jaar, eventueel met nog aanvullingen in de jaren daarop. Hoewel we het als werkgever soms als onrechtvaardig ervaren, is het wel een feit. Daarnaast dient de werkgever te voldoen aan de Wet Poortwachter. Kortweg gezegd dient u gedurende de twee jaar allerlei re-integratie activiteiten te ontwikkelen om de medewerker weer aan het werk te krijgen. Dit kan in het bedrijf zelf zijn maar ook elders. De medewerker moet hier proactief aan meewerken. Voldoet de werkgever niet of niet voldoende aan deze verplichting dan kan het UWV u ook na de twee jaar verplichten het loon door te betalen (de zogenaamde loonsanctie). Zorg altijd dat u beschikt over een goed verzuimprotocol dat door de medewerkers is ondertekend.

Door middel van een goede verzuimverzekering in combinatie met een arbocontract (bij voorkeur toegesneden op branche en cao-bepalingen) kan veel ellende en financiële narigheid voorkomen worden.

Ondernemer

De ondernemer dient met name stil te staan bij de gevolgen van arbeidsongeschiktheid of overlijden en zijn toekomstige oudedagsvoorziening. Is zijn of haar inkomen en de continuïteit dan wel voldoende gewaarborgd?

Als u de mogelijke risico’s in beeld heeft en weet welke risico’s u zelf kunt en wilt lopen, is er niets mooier dan zelfstandig ondernemerschap. Een goed en helder advies kan hierbij veel leed voorkomen.

Franchise, een verzekerde toekomst verzekerd!

Lees meer over: