Franchise in... Veenendaal

Franchise+ gaat op pad in een stad en laat franchisenemers aan het woord. Over hun winkel, hun formule en over hun stad. Door verschillende ondernemers uit verschillende branches naar hun visie te vragen, ontstaat een momentopname van zaken doen in een specifieke stad. Deze keer waren we in Veenendaal, een unieke winkelstad met een regionale functie.

  

Na een hele dag parkeren moeten we € 4,60 betalen voor de parkeergarage. Kom daar maar eens om in Rotterdam of Amsterdam. De vriendelijke parkeertarieven vormen een van de charmes van Veenendaal als winkelstad. Een andere charme is zeker het grote aantal winkels, ruim driehonderd alleen al in het centrum, waarvan een groot deel in overdekte winkelcentra ligt, zoals Scheepjeshof en de nieuwere passage Corridor (1997). De grote ketens zijn er vertegenwoordigd, maar ook een flink aantal zelfstandigen. Funshoppers vanuit de hele regio, tot aan Tiel, Den Bosch, Utrecht en Arnhem toe, komen winkelen in Veenendaal. Hoewel de stad zelf slechts 62.000 inwoners heeft, omvat het verzorgingsgebied zo’n 180.000 mensen. Niet voor niets werd Veenendaal in 2004 gekozen tot beste koopstad van de provincie Utrecht en ook in latere onderzoeken scoort de stad goed als het gaat om winkelaanbod en bereikbaarheid. Op dit moment vinden grootschalige verbouwingen plaats in  het oostelijk centrumgebied, die moeten voorzien in onder meer stadswoningen, parkeervoorzieningen, bedrijfsruimten en circa vierduizend vierkante meter extra winkelruimte. Een gracht moet de centrumdelen verbinden en voor een historische sfeer zorgen. Gereed: 2010.

 

Turf, textiel en sigaren

Veenendaal is ontstaan uit de veenkolonie en is groot geworden dankzij turf, textiel en sigaren. Van de turf en de sigaren merk je niets meer in het winkelgebied, maar hoewel de textielindustrie is verdwenen, zijn de textielroots nog een beetje zichtbaar in het relatief grote aanbod aan damesmodewinkels. Het moderne Veenendaal moet het hebben van een veelzijdige bedrijvigheid. De gemeente lokt bedrijven door zich te profileren als een ‘actief meedenkende gemeente waar men zaken mee kan doen'. De Stichting Platform Binnenstadsmanagement, waarin ruim 325 bedrijven zijn vertegenwoordigd, vormt een platform voor overleg. Een onlangs aangestelde citymanager verzorgt de contacten met de gemeente. De gunstige geografische ligging, in het midden van Nederland, pal langs de A12 maar net buiten de drukte van de Randstad, helpt een handje mee als het gaat om het aantrekken van bedrijven.

 

Geen extremen

Voor deze aflevering van The City liepen we van winkelcentrum Scheepjeshof door de Hoofdstraat naar winkelcentrum passage Corridor. Opvallend is het verschil tussen de stille Scheepjeshof - waar sprake is van veel verloop en leegstand - de drukke, levendige Hoofdstraat, met zijn terrasjes, en de chiquere maar ook drukbezochte passage Corridor. Verder valt op dat het aanbod in de winkels tamelijk behoudend is. Hier geen extreme collecties, hoewel de Hoofdstraat wel een hippe winkel in kleding en lifestyleproducten kent: Boavista, volgens de Harold Tribune de ‘coolest hangout of Holland’. Naar de mening van de jonge zoon van een van de ondervraagde ondernemers shoppen de Veenendaalse jongeren niet in hun eigen stad. Zij gaan naar Utrecht of liever nog, Amsterdam. Veenendaal is dan ook een tamelijk traditionele gemeente, met een bevolking waarvan een groot deel kerkelijk is. Dat verklaart ook waarom er geen koopzondagen zijn.

 

Decorette

Weliswaar kom je vanuit parkeergarage Scheepjeshof met de roltrappen rechtstreeks in het hart van het gelijknamige winkelcentrum, de traffic in het centrum laat zeer te wensen over. De meeste mensen lopen linea recta naar de uitgang, op weg naar de veel drukkere Hoofdstraat en winkelcentrum passage Corridor. “Vroeger was het hier druk”, zegt Bernard Peric, eigenaar van de driehonderd vierkante meter grote Decorette in de Scheepjeshof. “Toen stonden we op koopavond met drie man de klanten te helpen.” Bernard Peric draait de Decorette sinds drie jaar, daarvoor was hij zelfstandig ondernemer zonder formule, ook in de woninginrichting. Het gaat hem nu als franchisenemer niet noemenswaardig beter. Medewerkers heeft hij niet meer. “We hebben de afgelopen jaren natuurlijk in een negatieve spiraal gezeten. Vooral de woninginrichting heeft flinke klappen gekregen. En we merken nog niet zo dat het nu weer aantrekt.” Zijn klanten bestaan vooral uit import-Veenendalers en mensen van buiten de stad. “De traditionele Veenendaler koopt hier niet. Daarvoor zijn we toch iets te trendy, denk ik.” Hij vindt de gemiddelde inwoner van Veenendaal in eerste instantie wat eigenwijs. “Het is moeilijk om consumenten met je mee te krijgen. Maar heb je ze eenmaal overtuigd, dan heb je wel heel trouwe klanten. Je merkt duidelijk het verschil tussen de Veenendalers en de mensen uit de grote steden. Die kijken je direct aan, stellen directe vragen. Veenendalers niet. Die lopen wat rond, zijn niet direct.”

Hij meent dat Veenendaal te veel vierkante meters winkelruimte heeft in verhouding tot wat de mensen willen uitgeven. “Er zijn zoveel winkels. En de omzetten staan onder druk, ook al omdat de bedrijfskosten zijn gestegen, met name de huren. Hier in de Scheepjeshof komen steeds minder mensen. Er zijn hier veel lege pandjes, van ondernemers die ermee moesten kappen.” Hij heeft geprobeerd om de teruglopende bezoekersaantallen bespreekbaar te maken in de winkeliersvereniging. “Maar dat is moeilijk. Het wordt gewoon ontkend.” Dat de gemeente Veenendaal een citymanager heeft aangesteld vindt hij een ‘topidee’. “Ik denk dat ze nu wel beter luisteren bij de gemeente.”

 

Kaasspecialist

Hij komt uit de groenten maar is nu ondernemer in de kaas: Kaasspecialist Raymond Vonk heeft zijn winkel in de Scheepjeshof en is daar wel tevreden over. “Ik heb redelijk wat aanloop”, zegt hij. “De passage Corridor is wel beter qua aantal passanten maar daar zijn de huren niet op te brengen.” Zijn circa zestig vierkante meter tellende winkel ligt in een schuin afgesneden hoek, oogt open en valt niet over het hoofd te zien. Raymond Vonk merkt dat hij zijn klanten makkelijker binnenkrijgt op prijs dan op kwaliteit. “Er wonen veel grote gezinnen hier in Veenendaal en die kopen hun kaas toch het liefst per kilo vacuüm verpakt bij de supermarkt.” De nabijgelegen Aldi zorgt overigens wel voor traffic in de Scheepjeshof. Raymond Vonk komt zelf uit Soest, maar weet zijn Veenendaalse klanten wel te waarderen. “Ze zijn vriendelijk en geduldig.” Ook de sfeer onder de ondernemers is wel goed, vindt hij, al wordt er naar zijn mening te weinig vergaderd en te veel geld onnodig geld uitgegeven. “Voor activiteiten wordt er een organisatiebureau ingehuurd en daar stoort menig winkelier zich aan. Ik ga nu samen met een andere ondernemer kijken wat we zelf kunnen doen.” Van criminaliteit heeft hij weinig last: “Dat is in de Hoofdstraat veel erger. Er is hier beveiliging, maar ik denk ook niet dat ze het snel bij mij zullen proberen. Ik ben te groot”, lacht hij.

 

Bruna

Het laatste boek dat hij heeft gelezen is ‘De vliegeraar’ van Khaled Hosseini. “Prachtig boek”, zegt Tom Lucas, eigenaar van de Bruna vestiging. Hij legt in zijn winkel van tweehonderd vierkante meter de nadruk op boeken. Uit persoonlijke interesse maar ook omdat de verkoop ervan prima gaat. “Er wordt de laatste tijd sowieso weer meer gelezen”, zegt hij. Lucas komt oorspronkelijk uit de uitgeverij, was onder meer jarenlang hoofdredacteur van het vakmagazine Management Team en besloot op zijn vijftigste tot een radicale omslag in zijn leven: hij koos voor het zelfstandig ondernemerschap. Bruna is al 34 jaar aan de Hoofdstraat gevestigd. Lucas runt de zaak nu drieëneenhalf jaar, tot zijn grote tevredenheid. “Veenendaal is het vierde winkelcentrum van Nederland. Er lopen hier elke week 140.000 mensen langs. Je hebt hier natuurlijk alle belangrijke ketens en ook heel veel zelfstandigen. De mensen uit Veenendaal, maar ook die uit de omgeving zijn prima klanten. Ze zijn trouw en gevoelig voor een goede omgang en een goede marketing. Ze zijn niet ongeduldig, al staat het hier rijen dik.” Kritiek heeft hij ook: “Het ondernemersklimaat mag best wel wat heftiger. De winkelsluitingstijden zouden bijvoorbeeld wel ruimer mogen en meer uitgebuit. Je moet je regiofunctie wel waar maken. Op Koninginnedag waren we maar met een paar winkels open. Wel een goede omzet gedraaid trouwens!” Die omzet heeft hij hard nodig, want de huren in de Hoofdstraat vindt hij hoog. “Het zijn allemaal oude panden die steeds meer waard worden.” De verbouwing voor de uitbreiding van het winkelgebied – “op zich een goede zaak” – heeft hem veel omzet gekost vanwege de slechte bereikbaarheid. “Dat had nog beter gefaseerd kunnen gebeuren”, denkt hij. Ook kijkt hij kritisch aan tegen het vergunningenbeleid van de gemeente en tegen de manier waarop de gemeente omgaat met de overlast van hangjongeren en met winkelcriminaliteit, waar hij veel last van heeft. Hij hoopt dat de komst van de citymanager dit zal verbeteren.

 

EXPO

Maarten van Roekel is een tevreden EXPO ondernemer in winkelcentrum passage Corridor. “Dit is een super A-locatie. Beter dan de Scheepjeshof. Er is hier geen verloop, alle winkels van het eerste uur zitten hier nog. Je ziet alleen verbouwingen, je moet immers af en toe eens iets nieuws laten zien.” Zelf zitten hij en zijn vrouw Tine er nu vijf jaar. Een jaar geleden heeft hij zijn EXPO winkel van 121 m2 aangepast aan het nieuwe concept van de formule. “Daarna kregen we aanmerkelijk meer traffic”, zegt hij. Het ondernemersklimaat vindt hij prima. “Er is een gezellige sfeer en ik heb een goed contact met de buren. Met de winkeliersvereniging vergaderen we regelmatig en een keer per jaar zitten we ook met andere winkeliersverenigingen om de tafel om gezamenlijke acties te plannen. Je ziet wel vaak dezelfde mensen op de vergaderingen. Degenen die wat aan te merken hebben, zijn er dan niet. Maar dat zie je overal.” De huur vindt hij gemiddeld, die maakt zo’n vijftien procent van zijn omzet uit. Ook over de gemeente is hij redelijk tevreden. “Die zorgt wel voor wat sfeer, door bijvoorbeeld de grachten aan te leggen. De mensen van de gemeente luisteren goed naar de ondernemers. Van mijn EXPO collega’s in andere steden begrijp ik dat dát wel minder kan.” Alleen over het parkeerbeleid is hij minder te spreken: “Er zijn wel parkeergarages, maar de aanduiding is lange tijd slecht geweest. De grote plaats hierachter stond vaak leeg omdat mensen hem niet konden vinden.”

Zijn klanten komen van heinde en verre, zoals voor alle winkeliers geldt. “Ze komen zelfs uit Tiel. De sfeer hier is goed, er heerst een bepaalde gemoedelijkheid en de bereikbaarheid is prima. Winkelcriminaliteit ondervind ik hier eigenlijk niet. Ik heb een keer, vijf jaar geleden, een winkeldief achternagezeten en er een gebroken kaak aan overgehouden waardoor ik er zes weken tussenuit moest. Toen had ik de winkel net en was ik nog fanatiek. Nu hebben we videobewaking en detectiepoortjes en hebben we geen incidenten meer gehad.”

 

MultiVlaai

Ook Joop Jager vindt de locatie voor zijn MultiVlaai in de passage Corridor perfect. “Er komen hier mensen uit de hele regio. Je kunt lekker overdekt winkelen en je kunt een rondje lopen zodat je weer op de Hoofdstraat uitkomt. Ik zit aan de buitenkant, dus ik ben met de auto ook bereikbaar voor een snelle stop. Ik heb veel traffic op marktdagen en in het weekend. Om half negen start de verkoop van de Limburgse vlaaien en rond een uur of tien komen ze voor de koffie met een punt.” Het horecagedeelte, met de zwarte en gele tegels en de stoelen met de schuin aflopende rode rugleuning, oogt gezellig en uitnodigend. De vlaaienvitrine, met zijn kleurrijke en mooi gedecoreerde vlaaien, ziet er ronduit verleidelijk uit. Joop Jager zit er al bijna vanaf het begin, ruim acht jaar. Daarvoor werkte hij negentien jaar bij de HEMA, op het laatst als bedrijfsleider. Toch koos hij voor de formule MultiVlaai toen hij en zijn vrouw eenmaal de stap hadden gezet om voor zichzelf te beginnen. “Je hebt hier iets meer vrijheid. Zo heb ik er bijvoorbeeld zelf voor gekozen om Laurentis koffie te schenken.”

Hij is actief lid van de winkeliersvereniging, die de activiteiten rond Sinterklaas en Kerst en de aankleding van het winkelcentrum regelt. “Daar heb je natuurlijk ook altijd een klachtenkwartiertje waarin bijvoorbeeld de afvoer van afval ter sprake komt. Maar ook dat is goed geregeld. Er staan hier grote containers op de binnenplaats en alles wordt netjes opgehaald.”

 

Body Vitaal

Anne de Boeck, franchisenemer van Body Vitaal is niet blij met haar locatie in het smalle gedeelte van de passage Corridor. Sterker: ze moet haar 75 m2 grote vitaminespeciaalzaak sluiten, hoewel ze pas 2 jaar geleden is begonnen. Daarvoor werkte ze een aantal jaar voor Body Vitaal in Rotterdam en Utrecht. Ze heeft inmiddels wel kritiek op haar formule: “Ik vind dat een franchiseketen eerst vestigingsplaatsonderzoek moet doen en niet alleen moet afgaan op de omzetprognoses in andere winkels. Ik haalde niet de omzetten die mij voorgespiegeld zijn.” Er rest haar niets anders dan de winkel met verlies terug te verkopen aan de formule. “Veenendaal was in 2004 gekozen tot beste winkelstad van de regio Utrecht, je kunt hier goed parkeren en er lopen veel mensen door de Corridor hoewel er in dit gedeelte door de week wel veel minder traffic is. Maar met een goede reclame had ik die mensen wel in de winkel gekregen”, denkt Anne, die homeopaat is en een orthomoleculaire training heeft gevolgd. “Maar de verschijning van de folders heeft een half jaar stilgelegen. Pas in januari 2005 verscheen het maandelijkse aanbiedingenkrantje weer, maar toen was het voor mij zo belangrijke eerste jaar, waarin je een klantenkring moet zien op te bouwen, al voorbij.” Aan de Veenendalers zelf heeft het niet gelegen, vindt ze. “Als klant zijn ze vriendelijk, zij het wat afwachtend. Je moet ze wel overtuigen. In de grote steden zijn de mensen wat opener en beter geïnformeerd.”

 

 

Lees meer over: