Familie Van de Geest: Vier franchisenemers in Spakenburg

"De gunfactor is hier heel belangrijk." Ze zijn telgen uit een oud ondernemersgeslacht. Toch was het niet vanzelfsprekend dat Astrid, Esther, Freek en Wim van de Geest in het familiebedrijf zouden stappen.

Sinds dat wel is gebeurd, doen zij er alles aan om hun dorpsgenoten als klant te behouden en om vernieuwingen te omarmen. Met behulp van vier verschillende franchiseformules. "Ondernemen en aanpoten, daar houden wij wel van.”

Historische bronnen melden al een ondernemende Van de Geest rond het jaar 1700 in Bunschoten-Spakenburg. Deze handwerksman zou het ambacht doorgeven aan verschillende generaties na hem, op uiteenlopende plekken in het dorp. In 1910 schreef Gerrit van de Geest zich in bij de Kamer van Koophandel met zijn nieuwe smederij aan de Spuistraat. De smederij is er niet meer, maar ondernemende Van de Geesten nog zeker wel. Op en rond de plek waar eens de smederij stond, zijn nu drie franchiseformules gevestigd. Eén daarvan heeft nog wel raakvlakken met het oude ambacht waar het allemaal mee begon. Eigenlijk is de Fixet van Freek van de Geest als doe-hetzelf- en ijzerwarenwinkel de moderne versie van de smederij. Freek is opgegroeid in de winkel aan de Colijnstraat die ook al onder de vlag van Vakman door het leven ging. In 1998 nam hij de zaak echt van zijn vader over, nadat een gewenperiode als VOF geslaagd werd afgesloten.

Ook zijn nichten Astrid en Esther rolden op soortgelijke wijze in het bedrijf. Zij namen met andere banen echter nog wat meer afstand om te kunnen beoordelen of het familiebedrijf de bewuste en juiste keuze zou zijn. Want vanzelfsprekend was het niet dat zij in de voetsporen van hun ouders zouden treden. Astrid nam als eerste de stap om franchisenemer te worden en koos voor Intertoys. Bij de opening van die winkel op 7 juli 1994 liep het hele dorp uit en maakten alle kinderen een ritje door het dorp met het speciaal voor de gelegenheid geregelde treintje.

Grotere betrokkenheid

Ook Astrid’s neef Wim van de Geest was erbij. “Ik liep toen in de hitte in een olifantenpak rond”, herinnert hij zich met gemengde gevoelens. Een paar jaar later zou hij al meehelpen in de speelgoedwinkel. “De speelgoedwinkel lag mij toen al meer dan de doe-het-zelf.” Toen zijn broer en twee nichten al lang en breed op ondernemerspad waren, hield Wim gedecideerd vast aan zijn loopbaan binnen de Rabobank. Hoewel het niet veel scheelde of hij had na zijn studie detailhandel in 1999 al een vestiging van Bruna in Spakenburg geopend. Na ampel beraad zag hij daar vanaf. “Ik moest op mijn negentiende te veel geld inbrengen.” Hij werkte zich op naar een leidinggevende functie bij de bank. Toch bleef de retail een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem uitoefenen. Zeker toen bleek dat Bruna een vestiging in een nieuw winkelcentrum in Spakenburg zou openen. De flirt duurde echter tot de zomer van 2010 voordat er een echte relatie ontstond. Hij pakte het aanbod aan om bedrijfsleider te worden. Toen ging het in sneltreinvaart.Nog geen jaar later had hij de zaak overgenomen. “Dat is best een grote stap”, heeft hij ervaren. “Maar ik heb er wel vertrouwen in. Ook omdat een andere boekenwinkel in het dorp inmiddels is gesloten. Dat was het voorbeeld van het werken zonder formule."

De eerste maanden als franchisenemer bevallen hem uitstekend. “Ik voel me happy in deze job. Het is wel risico nemen en aanpoten, maar daar houden wij van. En eigenlijk had ik bij de Rabobank meer aan mijn hoofd. Daar moest ik zeventien mensen aansturen.” Met zijn huidige veel kleinere personeelsbestand merkt hij niet alleen een kwantitatief verschil. “De houding in de retail is anders. Er is een grotere betrokkenheid. Bij de bank heb ik een leuke tijd gehad en veel kennis en ervaring opgedaan die nu van pas komen. Maar er heerste wel meer een van negen tot vijf mentaliteit.”

Schaalvergroting

Voor Astrid en Esther zijn meedenkende, verantwoordelijke medewerkers misschien nog wel belangrijker. Zij zijn immers parttimers. “Onze echtgenoten werken ook, dat maakt de druk misschien wat minder”, zegt Astrid. “Maar je blijft natuurlijk wel eindverantwoordelijk en wilt blijven presteren. Stilstand is achteruitgang.” Esther: “Je bent als ondernemende moeder constant dingen door elkaar aan het doen. Vanuit de winkel ga je bijvoorbeeld even naar school om fietsmoeder of wandelmoeder te zijn.” Zij trad in 1997 in dienst om in 2004 de Novy-vestiging over te nemen. Sinds 2007 onderneemt zij onder de vlag van Marskramer. De schaalvergroting en de hardere franchisevorm die met die constructie samengaan, bevallen haar. “De dagelijkse bedrijfsvoering is al verankerd. Infostromen, reclame-uitingen en schappenplannen krijg ik aangeleverd. Dat neemt een hoop werk uit handen. Ook contracten met verzekeraars en banken worden collectief geregeld. Dat scheelt veel in de premies.”Astrid knikt instemmend. “Ookbij Intertoys hebben we een vrij harde formule. Dat past wel bij mij. We mogen niet rommelen om de formule niet in gevaar te brengen.”

Voor Freek van de Geest ligt de situatie iets anders. “Bij Fixet hebben we een softere franchiseformule. Je moet meer zelf doen en hebt minder verplichte producten. Dat stukje vrijheid om je lokaal te profileren ligt mij wel. Ik heb deze winter bijvoorbeeld veel schaatsen verkocht. Soms zie je zelfs dat de formule zo’n initiatief van de franchisenemer volgt."

Elkaars klankbord

Sinds hij met Fixet onderdeel uitmaakt van een groot formulehuis, plukt hij de vruchten van die schaalvergroting. “Het biedt synergievoordelen met bijvoorbeeld de inkoop. Het was ook noodzakelijk. Fixet was te klein om goed te kunnen concurreren tegen de bouwmarkten. Nu lukt dat beter.” Concurreren doet Fixet van de Geest in de eerste plaats niet op prijs, maar op service. “Onze klanten zijn daardoor zeer trouw. Als ze iets bij de concurrentie goedkoper hebben gezien, geven ze je toch de kans het voor dezelfde prijs aan te bieden. En dat doen wij dan ook. Zij komen bij ons voor de service en de garantie. Ze weten dat wij een probleem in ieder geval oplossen, dat wij nakomen wat wij beloven. En dat geldt niet alleen voor ouderen. Vooral jonge tweeverdieners die het goed hebben, hebben iets extra’s over voor een goede service.”

Esther ziet wat dat betreft wel veranderingen. “Ik merk dat dit bij de jongere generatie wat moeilijker ligt. De klantentrouw neemt af bij deze generatie. Vroeger kocht iedereen bij de mensen uit het eigen dorp. Nu zijn er zoveel ketens met buitenstaanders dat dat niet meer geldt. Toch blijven we vooral door het folderen de klanten naar de winkel trekken en daardoor vasthouden. De folders zijn bij ons erg belangrijk geworden.” Zij deelt met zus Astrid de kantoorruimte achter de beide winkelruimtes. De bedrijfsvoering is strikt gescheiden, maar de nabijheid en de gezamenlijke koffiepauzes leveren wel nuttige onderlinge adviezen op. “We zijn elkaars klankbord.”

Ook de broers vinden steun aan elkaar. Freek: “Wij hebben een goede band en drinken regelmatig een biertje samen.” Zo helpen zij elkaar om ‘het merk Van de Geest’ sterk te houden, en liefst te versterken. “We hebben toch elkaars netwerk nodig”, merkt Wim op. “Je moet daarbij ook je familie vertegenwoordigen. Als ik op een verjaardag hoor dat iemand speelgoed bij de Intertoys in Nijkerk heeft gekocht zeg ik wel eens gekscherend ‘koop in den vreemde niet wat je eigen dorp je biedt’. Dit kreeg je van huis uit mee.” Daarbij betekent in het eigen dorp de naam Van de Geest een pré. “De gunfactor is hier heel belangrijk heb ik gemerkt. Wij bestaan als ondernemers ruim honderd jaar op deze plek. De mensen zien aan je gezicht dat je een Van de Geest bent.” Astrid: “Stel dat Wim er een bende van maakt, dan hebben wij daar allemaal schade van.”

Volgende honderd jaar

Februari was een beroerde maand, slechter zelfs dan de traditionele katermaand januari. De detailhandel beleeft zware tijden. De familie Van de Geest is er echter van overtuigd dat hun winkels toekomstbestendig zijn. “Omdat wij voor een formule hebben gekozen”, benadrukt Wim. “De boekhandels vallen bij bosjes om. Zij kunnen als zelfstandige niet doen wat wij kunnen. Bruna blijft bijvoorbeeld boeken verversen. Als je zelf moet inkopen, gebeurt dat niet. Dan stapelt het zich op. Wij houden altijd een actueel aanbod met recht op retour. En over de veranderingen is goed nagedacht door bijna honderd mensen op het hoofdkantoor. Dus de indeling van de boekentafel klopt. Daarop liggen de boeken die de klant verwacht. Daar hoef je zelf niet over na te denken.”

Voor veel kleine detaillisten betekent de concurrentie van het internet de nekslag. Niet voor de franchisenemers, betoogt Esther. “Wij hebben een hele internetwinkel achter ons. Dat zou je zelf nooit kunnen. Binnenkort kunnen de klanten kiezen of ze een product in de winkel ophalen of thuis laten bezorgen en er zijn plannen om een internetzuil in de winkel te plaatsen.”

Ondernemen, aanpoten, netwerken, vernieuwen en net wat extra’s bieden aan de klanten. Het zijn de ingrediënten waarmee Astrid, Esther, Freek en Wim van de Geest al volop op weg zijn naar de volgende honderd jaar familiebedrijf. En als ze nu eens de jackpot in een loterij winnen? “Dan nog gaan we door”, luidt het andermaal eensgezind.