Eventuele juridische problemen bij een startende franchiserelatie

Het is frappant hoeveel geschillen tussen franchisegevers en franchisenemers uit-eindelijk terug te brengen zijn op juridische blunders in de startfase. Zodra partijen in onmin raken is een veelgehoorde klacht dat de ander in de voorfase de samenwerking toch heel anders had voorgesteld.

Zelfs na jaren van samenwerking grijpt men vaak terug naar onjuiste informatie die in de voorfase is uitgewisseld, om voortijdige beëindiging van de overeenkomst en zelfs schadevergoeding van elkaar te eisen. Dit geldt voor zowel de franchisegever als de franchisenemer en varieert van het verwijt dat de franchisegever te mooie financiële prognoses heeft gegeven, tot het verwijt dat de franchisenemer zijn financiële achtergrond, capaciteiten en opleiding veel te veel heeft opgeklopt. 

Het voortraject is vaak een soort ‘wittebroodsweken’. De franchisegever en aspirant-franchisenemer zijn enthousiast en willen zo snel mogelijk aan de slag. De juridische puntjes op de i worden in die fase vaak over het hoofd gezien. Dat is jammer, want het netjes en zorgvuldig doorlopen van het voortraject is heel belangrijk en kan veel ellende voorkomen. Wat moet er - vanuit juridisch oogpunt - allemaal wel maar vooral ook niet gebeuren in de voorfase? Hieronder een aantal do’s en dont’s aan de hand van waargebeurde praktijkvoorbeelden. 

Informatie uitwisselen

De aspirant-franchisenemer wil graag een vestiging openen van Fast Food Delivery in Sneek. Het toeval wil dat franchiseorganisatie daar nog een mooi pandje leeg heeft staan, dus de aspirant-franchisenemer kan zo aan de slag. Wat de franchisegever nalaat te vermelden, is dat het pand al twee jaar leeg staat en in de tussentijd een toevluchtsoord is geworden voor zwervers en drugsdealers. De aspirant-franchisenemer had in zijn enthousiasme te kennen gegeven met zijn gezin naar Friesland te zullen verhuizen en samen met zijn echtgenote de zaak te gaan runnen. Al snel blijkt dat de echtgenote haar oude baan nooit heeft opgezegd, niet in Sneek kan aarden en heen en weer pendelt, met huwelijksproblemen als gevolg. Na enkele maanden blijkt dat de zaak zeer slecht loopt en wil de franchisenemer onder de overeenkomst uit, maar niet zonder vergoeding van de schade door de franchisege-ver.  

Een absoluut valse start, dat is duidelijk. Dit ging van twee kanten mis. De franchise-gever verzweeg essentiële informatie over het verleden van de vestiging en de fran-chisenemer had kennelijk zelf ook geen enkel onderzoek gedaan naar de vestiging. De franchisenemer had bovendien een onjuist beeld geschetst van de thuissituatie en de daaraan verbonden arbeidsinzet voor de vestiging.

Het uitwisselen van juiste maar ook volledige informatie in de voorfase is essentieel. Dit geldt voor beide partijen. De toekomstige franchisenemer zal inzicht moeten hebben in de lokale markt, de vestiging en de (financiële) geschiedenis van zijn eventuele voorgangers in die vestiging. Franchiseorganisaties die de Europese Erecode naleven zijn daarbij verplicht tot het verschaffen van informatie over de financiële positie van de franchiseorganisatie, distributiekanalen, producten, het concept en de af te sluiten franchiseovereenkomst. Bovendien moeten zij prognoses afgeven ‘indien deze beschikbaar zijn’, aldus de Erecode. 

Het is discutabel of het afgeven van prognoses verplicht is (indien deze er niet zijn). Worden prognoses afgegeven, dan dienen deze in ieder geval gebaseerd zijn op deugdelijke gegevens. Vaak vinden vestigingsplaats- en marktonderzoeken plaats op initiatief van de franchisegever of de franchisenemer. Men doet er in ieder geval goed aan vooraf duidelijk af te spreken en vast te leggen of er prognoses beschikbaar zijn en zo nee, welke partij de prognoses dan opstelt of laat opstellen. Ook is het verstandig onderling af te stemmen op welke wijze de prognoses worden opgesteld en welke gegevens worden gebruikt. Tenslotte moet worden afgesproken wie de kosten hiervan draagt. 

De voorovereenkomst 

De aspirant-franchisenemer wil graag franchisenemer worden bij een hypothecaire dienstverlener. Het gaat om de verkoop van ingewikkelde producten en daarom geldt er een zware interne opleiding en inwerkperiode, alvorens de aspirant-franchisenemer zijn eigen vestiging kan openen. Na een aantal maanden zit er weinig schot in, de aspirant-franchisenemer heeft nog steeds niet aan alle opleidingseisen voldaan en is een paar keer gezakt voor de zware interne opleidingstoetsen. Ondertussen heeft hij al wel zijn vaste baan opgezegd en werkt hij in feite al die maanden gratis in de vestiging waar hij wordt opgeleid. Het ziet er naar uit dat de aspirant-franchisenemer uiteindelijk ‘te licht’ bevonden gaat worden en zich tijdens de intakegesprekken iets ‘te zwaar’ heeft voorgedaan. 

Om te voorkomen dat de voorfase eindigt in een gebed zonder end, is het verstandig een voorovereenkomst af te sluiten. Hierin kan gedetailleerd worden vastgelegd hoe het voortraject gaat verlopen om onnodige verrassingen te voorkomen. In de voor-overeenkomst kan worden overeengekomen aan welke objectieve financiële capaci-teitseisen de aspirant-franchisenemer moet voldoen om te voorkomen dat men aan het einde van de rit concludeert dat het nooit een haalbare kaart is geweest. Daarnaast kan de duur van het voortraject worden vastgelegd om elkaar niet onnodig lang aan het lijntje te houden. Vaak wordt ook in de voorovereenkomst geregeld wie de kosten van het voortraject draagt, zoals opleidingskosten, verrichte arbeid en eventuele voorbe-reidende kosten voor de opening van de vestiging. Tenslotte kan hierin ook worden geregeld of - en onder welke omstandigheden - partijen het voortraject tussentijds kunnen stoppen.

De voorovereenkomst hoeft niet altijd een uitvoerig document te zijn. Soms volstaat het dat partijen hun afspraken in een voor akkoord bevestigde brief vastleggen. 

De franchiseovereenkomst

De aspirant-franchisenemer heeft het voortraject goed doorlopen en de officiële ope-ning van zijn franchisevestiging zal over twee dagen plaatsvinden. De voorbereidin-gen hiervoor zijn in volle gang. Hij krijgt de standaard franchiseovereenkomst van zijn franchisegever nog even per post toegezonden ter ondertekening, twee dagen voor de opening. Inmiddels is al ruim geïnvesteerd in de verbouwing, staat het nieuwe personeel te trappelen en zijn de ballonnen en flyers voor de opening al besteld. Tot grote verbazing van de aspirant-franchisenemer staan er in de franchiseovereen-komst een aantal bepalingen over feeberekening, verplichte inkoop en herinvesterin-gen waar hij helemaal niet mee kan leven. Bovendien blijkt het om een kort contract te gaan van twee jaar terwijl de franchisenemer dacht minstens tien jaar te gaan sa-menwerken. In feite is er geen weg meer terug…… Wat nu?

Het belang van een goede op maat gesneden franchiseovereenkomst wordt vaak onderschat. Men ziet dit als een standaard document en de ondertekening een for-maliteit die nog moet worden verricht. Niets in minder waar. De franchiseovereenkomst is een zeer uitvoerig en gedetailleerd document en bevat alle belangrijke rechten en verplichtingen voor beide partijen op grond waarvan ze een jarenlange samenwerking aangaan. Het is van groot belang dat aspirant-franchisenemers dit document ruim van te voren hebben kunnen beoordelen en zonodig met hun juridisch adviseurs hebben kunnen bespreken. Zodoende weet de aspirant-franchisenemer wat zijn financiële verplichtingen zullen zijn, wat de duur is van zijn samenwerking, hoe de inkoop geregeld zal zijn en op welke wijze hij zijn zaak eventueel weer kan verkopen. De inhoud van de franchiseovereenkomst moet dan ook niet om vijf voor twaalf maar aan het begin van het voortraject bekend zijn gemaakt.

Dit waren slechts een aantal voorbeelden van hoe het in de voorfase al mis kan gaan. Een valse start kan worden voorkomen door een zorgvuldig opgezet voortraject te doorlopen en hierover tijdig juridisch advies in te winnen. 

Annelies van Zoest,
GoversVanZoest Advocaten te Amsterdam