E-Commerce blijft groeien
De online verkopen blijven maar groeien en hebben eind 2012 bijna het magische getal van 10 miljard euro bereikt. Vanaf 2005 is deze omzet ieder jaar fors toegenomen, waarmee het belang van het internet verkoopkanaal genoegzaam is aangetoond.
In hoeverre internetverkoop de verkoop vanuit de winkel kannibaliseert dan wel versterkt is een actueel discussiepunt waarover de meningen nogal kunnen verschillen. E-commerce is vanzelfsprekend ook in franchiseland een steeds belangrijker onderwerp. Menige formule heeft een online verkoopkanaal geopend, al dan niet in goede afstemming met de fysieke verkoop vanuit de winkel(s). Daaraan vooraf gingen vaak gesprekken met franchisenemers bijvoorbeeld over aanpak (wie doet wat), kosten en opbrengsten, de ‘look & feel’ van de website en logistiek/retouren. Wat de logistiek betreft worden problemen vaak op vindingrijke wijze opgelost. Denk aan Albert Heijn die 700 bol.com afhaalpunten in haar winkels realiseert en Electronic Partners dat start met de ‘Virtual Shelf’, een digitaal ‘schap’ gekoppeld aan de webshop. Over de vele hobbels en op te lossen problemen, de winstgevendheid en hoe dit inhoudelijk in te vullen was weinig bekend. Mede daarom heeft de NFV onder haar leden een enquête uitgezet, waarvan onderstaand de eerste uitkomsten.
Allereerst iets over de omvang. Van de 71 responderende franchiseformules gaf 55 procent aan internet te gebruiken als verkoopkanaal en 22 procent verwacht dat snel te gaan doen. Voor 8,5 procent is internetverkoop geen item. Van de formules die actief zijn op internet is ongeveer 40 procent dat langer dan drie jaar. Naar verwachting zal dit aantal groeien naar 85 procent van de daarvoor in aanmerking komende formules. Kortom, het lijkt erop dat er een inhaalslag gaande is.
In de enquête onderscheiden we vier business modellen:
- franchisegever en -nemers exploiteren gezamenlijk een online verkoopkanaal
- alleen de franchisegever doet dat
- de franchisenemers opereren zelfstandig
- zowel franchisegever als -nemers hebben hun eigen online verkoopkanalen.
Duidelijk is dat model 1 veruit de voorkeur geniet met 57 procent van de online actieve formules. Binnen deze groep heeft 90 procent van de formules afspraken gemaakt over de opbrengsten tegen slechts 52 procent over de kosten. Op het gebied van logistiek en retouren zijn de percentages respectievelijk 95 en 85 procent. Afspraken over de ‘look & feel’ en het gebruik van logo en domeinnaam scoren 95 en 90 procent. Maar liefst 100 procent scoort het toepassen van de ‘Wet Bescherming Persoonsgegevens’.
Wat de resultaten (opbrengst minus kosten) betreft scoort 15 procent van de franchisegevers een negatief resultaat, 27 procent draait neutraal en 58 procent houdt er aan over. Opvallend is dat niemand van de franchisenemers verlies lijdt(!), 24 procent quitte draait en 76 procent winst maakt. Deze conclusie past in het beeld dat maar de helft van de franchisegevers afspraken heeft gemaakt over de kosten tegen 90 procent over de opbrengsten. Kennelijk dragen franchisegevers tamelijk fors bij in de benodigde investeringen.
Wat de resultaten betreft, als deze tegenvallen wordt dat in de eerste plaats veroorzaakt door te weinig verkopen, gevolgd door te hoge kosten, dan te lage marges en een groep genaamd ‘anders’. Retouren kwamen tot onze verrassing op de laatste plaats, waarmee niet is gezegd dat retouren weinig voorkomen. Er zijn retailbedrijven die wel 40 tot 50 procent retouren hebben op hun internetverkopen. Duidelijk is dat er op dit punt grote verschillen bestaan tussen de verschillende branches.