C' est Bon: een kwestie van goede smaak

Eerlijk en gezond eten, superfoods: de huidige voedingstrends zijn in het voordeel van C’est Bon. Deze van oorsprong coöperatieve organisatie gaat verder als soft franchiseformule en werkt samen met échte ondernemers met gevoel voor het ambacht, aldus bestuursvoorzitter Edwin Schreff.

In maart van dit jaar werd Edwin Schreff van C’est Bon in Zeist uitgeroepen tot ‘Nederlands Beste Notenspecialist 2014'. De wedstrijd, onderdeel van de Nationale Competities voor foodspecialiteitenwinkels van het Vakcentrum, bevestigt wat Edwin eigenlijk al wist: hij zit met zijn C’est Bon-winkel op de goede weg. Trefwoorden zijn ambachtelijkheid, kwaliteit en versheid. Behalve eigenaar van de winkel in Zeist is hij ook bestuursvoorzitter van het driekoppig bestuur van de elf ondernemers van de coöperatieve in- en verkoopvereniging C’est Bon. Dit jaar maken ze de omslag naar een soft franchiseformule.

‘Hete adem’

C’est Bon is in 1979 ontstaan uit een groep kruideniers die het roer om wilde gooien. Edwin: “Zij voelden de hete adem van de supermarkt in de nek en wilden zich specialiseren. Ze deden alle levensmiddelen de winkel uit en gingen zelf gebakken nootjes, zelf verpakte zuidvruchten, cadeautjes, koffie en thee verkopen.” Uit die zes pioniers ontstond de coöperatieve inkoopvereniging, waar later ook de gezamenlijke verkoopactiviteiten bij kwamen. Uit kostenoverwegingen zit het bestuur ‘in’ bij een van de leveranciers en de marketing doen ze met z’n allen.
In de hoogtijdagen bestond C’est Bon uit veertig winkels maar er ontstond een kloof tussen twee groepen ondernemers die leidde tot een afsplitsing, vertelt Edwin. “Een groep wilde meer winkels per persoon en daarin minder specialistisch te werk gaan en een groep wilde ambachtelijk blijven. Wij zien het liefst een hele goeie winkel per persoon waarin alle facetten van het assortiment volledig zijn uitgediept. Onze ervaring is dat als je iets zelf maakt, de kwaliteit goed is. Daar moet je tijd in investeren en als je vijf winkels hebt, kost het heel veel tijd om voor al je winkels zelf je producten te maken, zoals chocola.” Een frustratie is dat Google de afgesplitste winkels nog steeds als C’est Bon-winkels naar boven laat komen, die dus op die manier nog profiteren van de naamsbekendheid.

Vlees

Maar veel tijd om zich gefrustreerd te voelen, hebben de elf ondernemers – met veertien winkels – niet. Edwin: “We staan er fantastisch voor. We laten ieder jaar groeicijfers zien, dit jaar van meer dan tien procent bij alle winkels. Dat komt voor een belangrijk deel door de trends. Eerlijk en gezond eten, minder of geen vlees eten, daar sluiten wij met ons assortiment bij aan. In noten zitten dezelfde voedingsstoffen als in vlees. Ze zijn erg gezond, ze bevatten veel eiwitten en antioxidanten. Ook op de trend van de superfoods, van besjes en zaden, spelen wij in. Er zijn veel tv-programma’s die aandacht besteden aan deze trends, zoals 24kitchen, waarin gekookt en gebakken wordt met noten, en RTL Lifestyle, waarin veel gepraat wordt over smoothies, superfoods en gezondheid. De consument komt met vragen in de winkel, wij hebben het. En in de beste kwaliteit. De supermarkt is niet in staat om zo snel te schakelen als er zich een vraag voordoet en heeft bovendien niet die verse kwaliteit. Bij ons zijn de nootjes vaak nog warm als je de deur uitgaat.”

Anders

Als franchiseformule is C’est Bon een beetje anders dan andere formules. Zo betaal je geen maandelijkse of jaarlijkse fee en bedraagt de entreefee slechts 8.000 euro, dankzij de lage overhead. Dat laatste heeft overigens geen invloed op de ondersteuning die de nieuwe ondernemers mogen verwachten: “Wij bieden volledige ondersteuning plus 45 jaar kennis en ervaring van onze elf leden”, zegt Edwin. “De meeste zijn de zonen van de mensen die ooit de organisatie begonnen zijn; zij zijn tussen de noten geboren. We hebben 45 jaar alles verkeerd gedaan wat we verkeerd konden doen en inmiddels weten we hoe het wél moet. Dat is durven ondernemen en trots zijn op de spullen die je verkoopt. Het is een prachtig product om achter te staan. Je maakt ’s morgens iets, dat verkoop je ’s middags en ’s avonds wordt het bij mensen thuis gegeten. Die komen de volgende keer bij jou terug, net als de visite die wilde weten waar die lekkere noten vandaan kwamen.”

Stage

C’est Bon wil met ongeveer twee winkels per jaar groeien. De formule laat zich professioneel begeleiden door een adviesbureau, dat helpt met de franchiseovereenkomst en met de selectie van ondernemers aan de poort. Een potentiële kandidaat krijgt een betaalde stage van drie maanden bij Edwin in Zeist. “Daarin wordt iemand van a tot z gescreend en leert hij hoe het in zijn werk gaat in de winkel. Iemand kan wel voldoen aan op papier gestelde eisen, zoals de ondernemersachtergrond, diploma’s, een goeie locatie en eigen geld, maar het hoeft helemaal niet een goeie ondernemer te zijn. Daar komen we tijdens de stage achter.”
Ook voor de toekomst blijft C’est Bon bovenop de trends van lekker en gezond voedsel zitten. Maar: “Smaak is het belangrijkste. Niet alles wat gezond is, is ook lekker en ‘lekker’ staat bij ons bovenaan. We hebben niet voor niets ‘Voor de goede smaak’ in ons logo”, aldus Edwin Schreff.

+

 

 

 

Lees meer over:
Franchise+ Franchiseplus
Redactie