Belastingfraude bij ondernemers

In mei van dit jaar deed de FIOD invallen bij diverse franchisenemers van Super de Boer. Deze invallen gingen met veel publiciteit gepaard. In mei hebben we toen ook in de media gereageerd.

In oktober komt de Belastingdienst wederom actief in de publiciteit. Men bevestigt tegenover Distrifood dat men nieuwe maatregelen aan het voorbereiden is tegen frauderende ondernemers. De diensten zouden in dat kader informatie hebben opgevraagd bij diverse franchiseorganisaties. Het is duidelijk dat de Belastingdienst franchise heeft ontdekt. In dat kader heeft de Belastingdienst een eenheid gecreëerd die zich vooral richt op franchiseorganisaties. Het doen van onderzoeken door de Belastingdienst en de daarmede gepaard gaande publiciteit is overigens niet nieuw. Ditzelfde geldt voor het in een (te) vroeg stadium met veel ophef naar buiten brengen van de mogelijke (enorme) omvang van de beweerdelijke fraude bij de individuele (franchise)ondernemers, waarbij een en ander (gemakshalve) veelal ten onrechte wordt doorgetrokken naar de gehele franchiseketen of branche. Daarbij moet uiteraard goed beseft worden dat een vermoeden van fraude nog niet per definitie daadwerkelijke fraude betekent en dat de FIOD de in de media genoemde bedragen altijd maximeert.

Imagoschade

Een buitengewoon vervelend gevolg van het bovenstaande is uiteraard de schade die de desbetreffende franchiseketen of branche lijdt. Nu is in dit specifieke geval de schade mogelijk beperkt(er) omdat het merk Super de Boer zal verdwijnen, maar over het algemeen leidt dit soort generaliserende en (veelal) voorbarige publiciteit tot een enorme imagoschade. Daar is door een franchiseorganisatie bijna niet tegenop te adverteren. Bij franchise wordt overigens niet alleen het imago van de franchiseorganisatie en het merk beschadigd maar ook dat van alle individuele franchisenemers die bij de keten zijn aangesloten.

Komt er dan geen belastingfraude voor bij franchiseketens? Natuurlijk wel! Net zoals bij de onafhankelijke groenteman, viskraam en makelaar op de hoek, zijn er ondernemers die willens en wetens trachten de zaken anders voor te stellen dan deze zijn om daarmee belasting te ontduiken. Ook bij consumenten komt dat voor. Veel tuinen en straatjes worden zwart aangelegd en onderhouden, hulp in de huishouding en oppas voor de kinderen wordt in veel gevallen niet opgegeven. En niet alle leaseauto’s, waar op papier niet privé in gereden wordt om zo de fiscale bijtelling te vermijden, worden in de praktijk nooit voor privédoeleinden gebruikt.

Komt fraude dan meer voor bij franchise dan bij anderen. Natuurlijk niet! Fraude komt eveneens voor bij zowel de onafhankelijke MKB-ondernemer als bij grotere organisaties. Wel is te verwachten dat bij grotere organisaties en bij de meeste franchiseketens de fraude minder frequent zal voorkomen. Immers een beter ingerichte organisatie heeft veelal meer spelregels en betere interne controlemaatregelen, waardoor de kans op vroegtijdige ontdekking wordt vergroot. Bovendien zal de corporate governance binnen deze organisaties vaak dusdanig geregeld zijn dat bij ontdekking van fraude het einde oefening voor de desbetreffende frauderende werknemer of franchisenemer zal zijn. Een onafhankelijk opererende zelfstandige ondernemer heeft alleen zijn eigen governance en geweten.

Fraudebepaling

Met name bij hard franchiseketens is het vaak zo geregeld dat de franchisegever volledig financieel en administratief inzichtbij de franchisenemers heeft en houdt. Ook kan in de franchiseovereenkomst een fraudebepaling worden opgenomen, waarin is geregeld dat de overeenkomst per direct kan worden beëindigd indien de franchisenemer wordt veroordeeld voor fraude. Ook hierbij is het wederom van belang te vermelden at beschuldigingen niet betekenen dat er daadwerkelijk sprake van fraude is. Dit is pas het geval als dit in rechte is komen vast te staan. Tot dat moment is er slechts sprake van een verdenking.

Ketens kunnen in het kader van horizontaal toezicht een convenant afspreken met de Belastingdienst, waarin wordt vastgelegd hoe partijen met elkaar willen omgaan. Hierbij staan zaken als transparantie, vertrouwen en begrip centraal. Gevolg van een dergelijk convenant kan meer efficiency en - steunend op de interne controlemaatregelen van de organisatie - minder externe controle betekenen. Het lijkt ons een taak van de Nederlandse Franchise Vereniging om enerzijds de leden goed voor te lichten over de mogelijkheden en onmogelijkheden van een dergelijk convenant. Overleg namens de leden met de Belastingdienst lijkt ons dan ook gewenst. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren dat er ook een derde partij is die zijn medewerking aan een dergelijk convenant moet verlenen: de franchisenemers. Ook hier geldt dat een juiste voorlichting en motivatie van eminent belang zijn. Veel franchiseovereenkomsten voorzien op  dit moment niet in dit soort zaken.

Een voorbeeld moge dit illustreren. Volgens de artikelen in de pers worden de Super de Boer franchisenemers ervan beschuldigd te sjoemelen met kassa omzetten (minder opgeven). Het gaat daarbij onder meer over het onjuist verwerken van retourgoederen. Ofwel bij belastingfraude zal een franchisenemer de retourknop gebruiken om minder omzet te registeren. Dit zal tot een lagere btw-afdracht, mogelijk lagere fee-afdracht aan de franchisegever en een lagere winst (dus minder inkomsten of vennootschapsbelasting) leiden. In dit geval is los van de imagoschade ook de franchisegever benadeelde partij (minder fee). Om dit fiscaal te ontdekken is echter kinderlijk eenvoudig, immers de Belastingdienst weet van alle ondernemers in de keten hoeveel retouren men heeft (gemiddelden, hoogste en laagste). Wanneer bij een specifieke ondernemer de retouren fors boven het gemiddelde liggen kan dat de alarmbellen bij de Belastingdienst doen afgaan. Het behoeft trouwens geen belastingfraude te zijn. Het kan ook diefstal zijn van personeel. Als de interne controlemaatregelen hier falen (daarover later meer) kan een personeelslid de boel ook bedotten.

Interne controle

Bij een organisatie met een goede interne controle zal de eerste maatregel zijn dat retouren nooit via de normale kassa gaan maar via de informatiebalie en wordt er per retour een speciale bon gemaakt (te tekenen door klant en een winkelmanager of de hoofdcassière). Ook kan men centraal bij de franchisegever eenvoudig benchmarken hoeveel retouren er zijn. Als een dergelijk systeem in een convenant is opgenomen, dan is belastingfraude op retouren vrijwel uitgesloten. Bovendien ondersteunt het de franchisenemer bij het ontdekken van diefstal door personeel. Een dergelijke maatregel is voor de meeste filiaalbedrijven vanzelfsprekend.

Het lijkt ons van groot belang dat franchisegevers het overleg starten met hun franchisenemers over het voorkomen van fraude en (wellicht preventief) over de eenvoud van de ontdekking daarvan. Aanpassing van de franchiseovereenkomst zal in veel gevallen gewenst zijn. Het moge trouwens duidelijk zijn dat franchisenemers die niet meewerken aan het convenant wel eens extra aandacht kunnen krijgen van zowel hun franchisegever als van de Belastingdienst (welke in die gevallen meer intens verticaal toezicht zal toepassen). Dit alles ter voorkoming dat het merendeel van de franchisenemers (die hard werken en nimmer frauderen) niet onnodig zullen (gaan) lijden aan de gevolgen van eventuele misstappen van hun ‘collega’-franchisenemers.

Voorbeeld-convenant

Een voorbeeld van het convenant dat gesloten kan worden met de Belastingdienst is te vinden op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl).

drs Hans Beeftink en mr Jeff 't Hart
AG Hart Advocaten & Adviseurs

Lees meer over:
Franchise+ Franchiseplus
Redactie