Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

In een van de daarbij van belang zijnde kwesties kochten de franchisenemers in bij de franchisegever, die op haar beurt de voorraad bij diverse leveranciers inkocht, die vervolgens bij de franchisenemers werd afgeleverd. Door deze inkoopkosten werd door de franchisegever dus voorgefinancierd. Deze situatie is wel heel vergelijkbaar met rechtstreekse levering door de franchisegever in zijn hoedanigheid als leverancier. Immers, als leverancier vervult de franchisegever op dat moment tevens een groothandelsfunctie en financiert derhalve eveneens voor. De franchisenemers lieten diverse facturen onbetaald, waartoe franchisegever en franchisenemers diverse keren overleg hadden gevoerd. Tevens waren de franchisenemers herhaaldelijk gesommeerd et cetera. Op enig moment arriveerde de nieuwe voorraad. Op dat moment besloot de franchisegever de franchisenemers niet langer te leveren, zodat de franchisenemers nog slechts uit de bestaande voorraad zouden kunnen verkopen. Dit zou op termijn sluiting van de winkels van de franchisenemers betekenen. Door de franchisenemers werd nakoming gevorderd, teneinde de franchisegever te dwingen alsnog te leveren en de afgekondigde leveringsstop derhalve ongedaan te maken. 

Kredietverlening

De rechtbank oordeelde dat als gevolg van de verhouding tussen franchisegever en franchisenemers welbeschouwd een situatie van kredietverlening tussen franchisegever en franchisenemers was ontstaan, waardoor een bijzondere zorgplicht op de franchisegever jegens de franchisenemers was komen te rusten, vergelijkbaar met die van een kredietverlenende bank. Dit bracht met zich mee dat de franchisegever, ondanks de betalingsachterstanden in deze situatie, geen leveringsstop mocht afkondigen. De leveringsstop diende dus ongedaan te worden gemaakt en de nieuwe voorraad alsnog te worden uitgeleverd. 

Indien een franchisegever maatregelen treft jegens zijn franchisenemers die hun bedrijfsvoering ernstig schaden, kan dit derhalve niet plaatsvinden zonder zich rekenschap te geven van de verregaande verantwoordelijkheid die de franchiserelatie nu eenmaal met zich meebrengt. Het niet voldoen van (grote) openstaande bedragen is daarvoor op zichzelf genomen dus onvoldoende. 

Verantwoordelijkheid

De verhoogde zorgvuldigheidsnorm blijkt ook uit diverse andere recente uitspraken, zoals in een zaak waarbij een franchisegever aan een franchisenemer had bericht dat een bepaalde omzet dient te worden behaald om een bepaalde winst te realiseren, als onderdeel van een financiële prognose. De vermelding dat een bepaalde omzet behaald moet worden om een bepaalde winst te behalen, impliceert dat die omzet ook behaald dient te kunnen worden, zo oordeelde de rechtbank. Dat een en ander ‘taakstellend’ bedoeld was doet daar niet aan af. De franchisegever heeft ook hier de verantwoordelijkheid om veel meer te doen dan binnen de gecreëerde en/of concreet afgesproken kaders valt. Daarbij is vanzelfsprekend van belang wat partijen afspreken, maar niet minder van belang wat partijen van elkaar mogen verwachten op basis van de bijzondere verantwoordelijkheid die franchisegever en franchisenemer jegens elkaar hebben. 

Mr. Th.R. Ludwig
Ludwig & Van Dam advocaten

Theodoor Ludwig

Ludwig & Van Dam franchise advocaten is een geheel in franchise- en andere samenwerkingsverbanden gespecialiseerd advocatenkantoor en marktleider sinds 1996 in zijn soort in Nederland.

Stel je vraag aan Mr Th.R. Ludwig
CAPTCHA