Een perfecte markt bestaat niet

Het artikel van mevrouw Slump in de Franchise+ nieuwsbrief van 21 januari jl. over het begrip contractsvrijheid vraagt om een reactie.

Wikipedia is een prachtig medium om snel een verklaring/verduidelijking te krijgen voor bepaalde onderwerpen. Zo heeft mevrouw Slump de woorden “contractsvrijheid” en “onderhandelingsmacht” gegoogled. Zij concludeert vervolgens dat er in franchiseland geen contractsvrijheid is en geeft voorbeelden van vrijheden die “sneuvelen”.
Jammer dat zij op Wikipedia niet het woord “franchise” had opgeroepen, dan had zij het volgende kunnen lezen: “kenmerkend voor een franchisecontract is het gebruik van een formule/concept” en voorts: “dat daarbij bepaalde verplichtingen kunnen horen”. De eerste verplichting! die Wikipedia vervolgens noemt is de mogelijkheid van een afnameverplichting.

Feit is:

  1. iedereen heeft de vrijheid om een franchisecontract WEL of NIET af te sluiten en
  2. de afnameverplichting is iets wat in franchiseland niet ongebruikelijk is. Sterker nog, de mogelijkheid van een afnameverplichting is zelfs uitdrukkelijk vastgesteld in een arrest van het Europees Hof van Justitie (Pronuptia – arrest).

Vervolgens wordt gesproken over sommige contracten die een wurgcontract zouden zijn. Als voorbeeld wordt dan het forumkeuzebeding van een bepaalde formule er bij gehaald (het gaat dan om de plaats New York). Dit beding gaat inderdaad ver (en wordt overigens door de NFV in haar contracttoetsing niet geaccepteerd) maar is volstrekt niet exemplarisch voor de franchisewereld en dus onbruikbaar als onderbouwing van haar stelling.
Ook wordt ter onderbouwing van het veronderstelde gebrek aan contractvrijheid erg selectief gebruik gemaakt van gegevens door te vissen in 2 contracten. In meer dan 100 branches echter wordt gefranchised, waarbij entreegelden uiteen kunnen lopen van nul tot € 30.000 en de investering van € 2.000 tot € 2 miljoen of meer. Wat zegt dit nu eigenlijk? Niet meer dan dat er verklaarbare grote verschillen zijn in gehanteerde bedragen.

Conclusie:
Een perfecte markt (met volledige contractvrijheid voor beide partijen) bestaat gewoonweg niet, ook niet in franchiseland. Het blijft geven en nemen. De woorden “eenmaal, andermaal”  worden al eeuwenlang gebruikt bij het (mondeling) afsluiten van contracten. Bij franchise speelt er nog meer. De uniforme uitstraling, de bescherming van het concept en de knowhow vereisen nu eenmaal dat alle deelnemers zich aan die formule houden en aan de daarbij horende verplichtingen, zoals in contract en handboek beschreven. Er is dus geen volledige vrijheid en dat is iets dat iedere potentiële franchisenemer weet. Als een franchisenemer bijvoorbeeld geen afnameverplichting wil dan zoekt hij of een formule uit die zo’n verplichting niet kent of hij begint voor zichzelf een bedrijf.

Tenslotte:
De NFV doet er alles aan om zij die willen beginnen als franchisegever of franchisenemer zo goed mogelijk voor te lichten door hen te wijzen op de voor- en nadelen van franchise. Zo wordt op maandagochtend 14 maart weer de voor franchisenemers uiterst geschikte basiscursus Franchise en Finance georganiseerd en op maandagochtend 21 maart de Masterclass Franchise. Zie hiervoor de NFV website www.nfv.nl.

Jos Burgers
Directeur Franchise van de Nederlandse Franchise Vereniging

NFV