NFC en de noodzaak tot wettelijke verankering!
In een kort artikel in de nieuwsbrief van Franchise+ van vorige week is te lezen dat franchisegever Bart’s Retail (Bakker Bart) bij de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met haar franchisenemers
”er bewust voor heeft gekozen om niet de nieuwe Nederlandse Franchise Code (NFC) als uitgangspunt te nemen maar een eigen geschillenregeling op te stellen.”. Nu kent de NFC nog geen geschillenregeling dus is het in dat licht niet onlogisch dat Bart’s Retail een eigen regeling heeft uitgewerkt. De nieuwe samenwerkingsovereenkomst zou volgens Bart’s Retail de meeste principes van de NFC al borgen. Toch klinkt ook bezwaar tegen de NFC: zij ziet wel graag een Code die “werkzaam is” en niet “onnodig in ondernemerschap beperkt”; de NFC bevat veel meer verplichtingen voor franchisegevers dan voor franchisenemers en een groot aantal “open normen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn”, aldus Bart’s Retail.
Het lijkt erop dat Bart’s Retail zich niet verplicht voelt de NFC (volledig) toe te passen.
Over de NFC
In zijn begeleidende brief van 17 februari 2016 aan de Tweede Kamer heeft Minister Kamp uitvoerig toegelicht waarom en hoe de NFC tot stand is gekomen en wat deze beoogt.
Aanleiding voor de NFC was onder meer de terugkerende berichtgeving over conflicten tussen franchisenemers en franchisegevers. Na consultatie van een groot aantal partijen uit de franchisesector en gespecialiseerde adviseurs is de behoefte naar voren gekomen aan een gedragscode en een passende vorm van geschilbeslechting om de balans tussen franchisegevers en franchisenemers te herstellen. Geconstateerd was kennelijk dat die balans niet in evenwicht was en dat zulks (te vaak) tot maatschappelijk ongewenste situaties of onredelijk gedrag leidde.
Na een uitvoerig traject heeft een speciaal aangestelde schrijfcommissie op 17 februari 2016 de definitieve NFC gepresenteerd. In het totstandkomingstraject hebben relevante vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers, gesteund door denktanks en deskundigen, alle mogelijke input gegeven voor een evenwichtige code. “Dat heeft ertoe geleid dat de code recht doet aan de belangrijkste wensen die franchisegevers en franchisenemers hebben geuit”, aldus de Minister.
“Compliance van de sector op de NFC is essentieel voor de toekomstbestendigheid van de Nederlandse franchisesector. Voor goede samenwerking is transparantie en overleg vereist, onder andere over wederzijdse rechten en plichten, en dat is met de komst van de NFC gewaarborgd”, aldus de Minister.
In de NFC staan bepalingen over eerlijke informatievoorziening, duidelijke communicatie en regelmatig overleg tussen franchisegever en haar franchisenemers. De code beoogt redelijk gedrag te bevorderen waarbij partijen oog hebben voor elkaars belangen. Door redelijk gedrag te bevorderen, kan de franchisebranche nog beter functioneren en kunnen maatschappelijk ongewenste excessen en gerechtelijke procedures ten gevolge van mislukte franchisesamenwerkingen zoveel mogelijk worden voorkomen.
In de voorafgaande toelichting op de NFC staat dat de code van toepassing is op nieuwe franchiseovereenkomsten en ook voor verlengingen van bestaande franchiseovereenkomsten. In artikel 4.6 lid b is opgenomen dat elke franchiseovereenkomst bepaalt dat de NFC wordt toegepast.
Freeriders
Belangrijke voorwaarde voor het slagen van zelfregulering zijn voldoende momentum voor sectorbrede implementatie (en verdere ontwikkeling) van de NFC en bescherming tegen “freeriders” voor de partijen die de code wel vrijwillig wensen na te leven, aldus de Minister in zijn brief. Om dit te borgen verkent de Minister de mogelijkheid tot wettelijke verankering.
In zijn artikel in het Financieel dagblad van 9 februari 2016 schreef Jan Bezemer, voormalig bestuurslid van de NFV, dat franchisewetgeving in de Verenigde Staten en in Australië geen nadelige invloed blijkt te hebben op de ontwikkeling van het bedrijfsmodel franchising. De wel gehoorde bezwaren van franchisegeverszijde dat de NFC niet werkbaar zou zijn, te veel open normen zou bevatten (een andere franchisegeversklacht luidt dat de NFC juist te gedetailleerd zou zijn) en franchisegevers te veel zou beperken, lijken in dat licht niet erg overtuigend.
De NFC is sinds 17 februari 2016 geldend recht. Om er zeker van te zijn dat een sectorbrede implementatie en acceptatie slaagt en bescherming te bieden tegen “freeriders” dient de NFC zo spoedig mogelijk een wettelijke verankering te krijgen.
Kees Kan
Advocaat
Franchisehulp
Kan Vlassenroot Advocaten