Het laatste taboe

Alles mag en kan of moet kunnen tegenwoordig, maar over het eigen inkomen zijn wij meestal niet zo mededeelzaam. Zeker de laatste tijd niet. De komst van de euro was al geen feest en alle tijd die wij hebben besteed om te leren hoe die omrekentabellen precies werkten een lachertje. Immers alles is nu gewoon 2,2037 maal duurder dan toen, een paar uitzonderingen daargelaten. Dus hebben wij allemaal dik minder te besteden. Zo nemen bijvoorbeeld het aantal echtscheidingen rap af. Niet vanwege de niet meer op te brengen alimentatie, maar gewoon omdat wij het inkomen van de partner niet meer kunnen missen. Er wordt dus fors bezuinigd en dat is direct voelbaar in de retail en met name in franchiseland waar middels geavanceerd bedrijfsvergelijk het allemaal per dag te volgen is en gezien de samenwerkingsvorm zorgt voor extra spanning over en weer. Index honderd is tegenwoordig al de hoofdprijs in plaats van een troostprijs.

 

Daarbij opgeteld het feit, dat ook nog eens de vijftigplussers massaal afscheid nemen van de retail. Ofwel ze zijn binnen ofwel ze staan middels de deurwaarder gewoon buiten. Laten wij eerst eens kijken naar die laatste categorie. In de mode is het een ramp, in de horeca lijkt er sprake van een vrijwillige euthanasie en bij de supers is het gewoon oorlog, om maar een paar branches te noemen. Kortom er is weer sprake van faillissementen, stroppenpotten, slachtofferhulp en traumahelikopters. Kreten die wij al lange tijd niet meer gehoord hadden. En wat doen wij dan met die vestigingen. Er van uitgaande dat de winkels eigenlijk steeds groter moeten om het groeiende assortiment presentabel te houden ligt sluiting voor de hand en is relokeren een te overwegen optie. 

 

En dan hebben wij het nog niet over het feit, dat het vinden van geschikte kandidaten toch ook steeds moeilijker wordt. Zeker voor de formules met een bescheiden omzet en een krappe margemix ofwel een bruto inkomen dat onder de 50 duizend euro’s ligt.. De droom van erfopvolging spat direct al uit elkaar. Kinderen die hun ouders altijd zo hard hebben zien werken staan zeker niet te trappelen om zomaar het winkeltje over te nemen. Wiens (formule)naam er ook op de gevel prijkt. Wellicht is het een oplossing om dan maar een eigen kweekvijver aan te leggen voor aanstormend talent om de continuïteit van uw formule te borgen. De tweede man of vrouw in de winkel is dan de eerste keuze. Met een goede opleiding en training heeft u binnen een jaar keuze genoeg. Als u dan ook nog de franchisenemer met een stapel euro’s het verlies compenseert van zijn enthousiaste medewerker is het weer echt feest binnen uw organisatie en kunnen de flessen champagne op tafel.

 

Vergrijzing en verkleuring dus in franchiseland en dat geeft weer de nodige mutaties. En waar vallen wij dan over, de goodwill natuurlijk. Elke zich zelf respecterende accountant heeft hier wel een geinige formule voor bedacht, maar problemen geeft het altijd. En dan gaat het niet zo zeer over de wijze van berekenen maar meer de hoogte van het altijd tegenvallend bedrag dat de scheidende franchisenemer uiteindelijk mee naar huis kan nemen. Een rol daarbij speelt dan ook nog de terughoudendheid van de bank om de goodwill te financieren en bij de franchisegever om daar een terugkoopverklaring voor af te tekenen. Beter is de traditionele goodwill te splitsen in een vast gedeelte dat al wordt opgebouwd tijdens de contractsperiode middels een kapitaalsverzekering en een gedeelte dat bij overdracht dan nog wel in het exploitatiemodel van de nieuwe franchisenemer past, het variabel gedeelte dus.

 

Maar ondanks alles … het wordt toch echt weer lente dames en heren. Het mooie in franchiseland is dat ook hier gedeelde smart ook weer halve smart is en in deze samenwerkingsvorm het motto SAMEN naar MEER en BETER gewoon is ingebouwd.

Franchise+ Franchiseplus
Redactie