Mobile Service Centre maakt sprong over de grens

Gerard van den Heuvel en Felix de Wit doken in de leemte die ontstond in de hoek van de reparatiewinkels voor smartphones. Er was namelijk wel een allegaartje aan handige eenpitters, maar geen landelijk opererende professionele formule. Die is er met Mobile Service Centre wel sinds begin 2016. De groei gaat zich voortzetten, ook in het buitenland, kondigt de franchisegever aan. 

Eind oktober staat de teller op negentien vestigingen en daarmee ligt de formule op koers. De koers van dertig winkels aan het einde van 2017. “Dat gaan we wel halen”, voorziet oprichter Gerard van den Heuvel. “We krijgen erg veel respons van potentiële franchisenemers op media-uitingen. Het is bij velen alleen nog een kwestie van tijd voordat ze het contract tekenen.”

Mede door de snelle groei ziet hij de omzet van de formule maandelijks tien tot vijftien procent stijgen. En niet alleen maar door de reparaties. “De accessoires en verzekeringen beginnen een substantieel deel van de omzet uit te maken.” Die verzekeringen zijn ondergebracht bij een grote landelijke verzekeraar en worden onder eigen label verkocht. De consumenten sluiten ze bijvoorbeeld af bij een nieuw schermpje.    

Ondernemend Nederland heeft de wind weer in de zeilen met de aantrekkende economie. Maar dat verklaart het succes van Mobile Service Centre niet, vindt hij. “Er bestaat een latente behoefte om je telefoon snel en goed gerepareerd te hebben. Dat doen wij terwijl de klant wacht. Daarnaast worden mensen steeds minder enthousiast over de introductie van nieuwe toestellen. Die voegen niet zoveel meer toe aan wat er allemaal al is. De mensen gebruiken hun telefoon voor 80 procent voor bellen en internet. Ze houden hun toestel tegenwoordig dus langer en laten hem repareren.”

De franchisenemers vormen een zeer diverse groep qua achtergrond en leeftijd (22-59 jaar), niet wat betreft geslacht. Van den Heuvel hoopt snel de eerste vrouwelijke franchisenemer te verwelkomen. Ervaring met telefoons hoeft helemaal niet, wel verwacht hij een werk- en denkniveau van minimaal MBO niveau 4 van de nieuwe ondernemers.

Het contact tussen franchisegever en franchisenemers is nauw. Zo worden alle vestigingen maandelijks bezocht door iemand van het managementteam. “De franchisenemer kan dan zijn ei kwijt en voor ons is het ook plezierig. We kunnen met hen sparren over hoe we de toekomst in gaan.” Sinds juli dit jaar is er ook een franchiseraad.  

Inmiddels is in Brugge de derde vestiging in België geopend. Duitsland of Engeland volgt naar verwachting medio 2018. Voor die internationale expansie kunnen Van den Heuvel en zijn rechterhand Felix de Wit hun ervaring in franchise over de grens goed gebruiken. Zo hebben ze geleerd dat een master-franchisenemer het allerbest afkomstig is uit het land, en liefst de regio, waar de franchise wordt opgezet. Ze zijn nu op zoek naar iemand uit Noordrijn-Westfalen.

“Best spannend en uitdagend, dat repareren”

Op 1 april dit jaar startte Erik Biel als franchisenemer van Mobile Service Centre in Houten. Het betekende geen echte sprong in het diepe voor hem. Hij was al zelfstandig ondernemer van een telecomwinkel. De repairwinkel werd een shop-in-shop én een leuke uitdaging voor deze 55-plusser.

“Heerlijk”, luidt zijn reactie op de vraag hoe het bevalt. “Deze nieuwe business loopt heel lekker en ik kan het er prima bij doen. Als je goed en netjes repareert, is de klant blij en ik ook.”

Voordat Erik Biel als werknemer van KPN in de telecom belandde, was hij al eens vijftien jaar lang kleine ondernemer. Hij had een groentewinkel. Sinds tien jaar is hij franchisenemer. Eerst van T for Telecom en daarna voor The Phone House. In februari dit jaar ging deze laatste formule failliet en sloot hij zich aan bij Telecombinatie, een inkoopcombinatie. 

Op de website van Franchise+ viel hem de vraag naar franchisenemers van Mobile Service Centre op. Hij reageerde, het klikte met de franchisegever en binnen een paar dagen was het rond. De voorkennis in de branche hielp wel in het snelle proces, denkt hij.

Toch heeft hij er nu met de reparatieservice als 56-jarige een geheel nieuwe tak van sport bij gekregen. Best spannend en uitdagend vond hij de trainingen in de winkel onder het hoofdkantoor in Arnhem aanvankelijk. 

Hij ziet het als een welkome aanvulling op zijn bestaande verkoopactiviteiten. Temeer omdat hij een tendens waarneemt van meer reparaties en minder verkoop van nieuwe telefoons. “De telefoons worden te goed. Ze worden niet traag meer, dus de iPhone gaat steeds vaker van de vader naar de kinderen. Een kapot schermpje laat men liever repareren dan een nieuwe, dure telefoon aan te schaffen.”

Voorheen stuurde hij de telefoons op naar door de grote merken gecertificeerde reparateurs en was de eigenaar zijn mobiel vaak wel tien dagen kwijt. Daarnaast werd het geheugen leeggehaald. “Dat ervaren de mensen als irritant, ze willen dat niet meer. Wij repareren hier ter plekke en laten het geheugen intact.”

Ook de verplichte BKR-registratie vanaf 1 mei dit jaar bij afbetaling boven de 250 euro van een nieuwe telefoon stuwt de reparatie, merkt hij. Want vooral studenten willen niet op de lijst van schuldenaars komen en daardoor de kansen op een toekomstige hypotheek zien slinken.

Hij is zich nog dagelijks aan het doorontwikkelen in het vak van reparateur. De WhatsApp-groep van alle franchisenemers en de franchisegever biedt regelmatig uitkomst bij technische vragen. “En anders bel ik even naar het hoofdkantoor, de lijntjes zijn heel kort.” 

De ambitie van Mobile Service Centre om met 150 vestigingen binnen vijf jaar marktleider in Nederland te worden, spreekt hem aan. Zelf heeft hij minder behoefte om groot te groeien, daar is hij ‘te weinig manager en te veel winkelmannetje’ voor. “Maar misschien wil ik nog wel een winkel openen in Leusden, mijn woonplaats.”