Interview met Bas Besselse van Domino's Pizza
Net een jaar bezig en nu al in de top 3 van de verkiezing Franchisenemer van het Jaar. Bas Besselse sprong samen met zijn broer Rob in het diepe en kwam boven als enthousiaste franchisenemer voor Domino’s Pizza in Venlo.
“Heel positief ingestelde en hardwerkende ondernemers die er echt alles aan doen om Domino’s Pizza Venlo tot een succes te maken.” Zo oordeelde de jury bij de verkiezing Franchisenemer van het Jaar. Het bracht Bas Besselse (31) en zijn broer Rob (23) in de top 3. “Dat we niet gewonnen hebben, was even een teleurstelling maar we zijn trots dat we zover zijn gekomen”, zegt Bas. En dat terwijl het helemaal niet zo voor de hand lag dat de broers ondernemer zouden worden. Ze komen niet uit een familie met ondernemersbloed en hadden ook geen ervaring. “Maar”, zegt Bas, “Op de HEAO kreeg ik te maken met projecten over het runnen van een eigen bedrijf. Daar kreeg ik het gevoel dat ik graag iets voor mezelf wilde beginnen. Gewoon kijken of ik dat kon. Ik had alleen nooit een idee wat voor product of dienst ik op de markt kon brengen. Na vijf jaar in loondienst als accountmanager werd mijn contract niet verlengd - vanwege de crisis - en kwam ik voor de keuze: een andere baan of ondernemen. Toen deed zich de mogelijkheid voor om franchisenemer te worden bij Domino’s.” En zo kwam het dat de broers Besselse, in juni 2012, de deur openden van hun Venlose vestiging van Domino’s Pizza.
Tomatensaus
Nu was Domino’s voor Bas geen vreemd bedrijf. Hij begon er op zijn 15e als telefonist, op zijn 16e werd hij pizzakoerier en op zijn 20e werd hij shiftmanager. Het bijbaantje van vroeger bleek ineens heel serieuze handel te zijn. “Ik heb ook geen seconde getwijfeld over een andere formule, dat is een emotionele kwestie. Veel mensen bij Domino’s zijn er zelf ooit als oproepkracht begonnen, het is een soort familiebedrijf. Als je eenmaal tomatensaus door je aderen hebt stromen, krijg je die er niet meer uit. Ik heb er ook vriendschappen opgedaan die ik nog steeds heb. Dat gevoel probeer ik nu ook aan mijn team mee te geven. Dat is niet alleen gezellig, een leuke werksfeer straalt ook af op de klanten.”
Waarom is hij samen met zijn broer het ondernemerschap aangegaan? Bas: “Toen ik het hele traject inging, bleek dat ik de investeringskosten niet in mijn eentje kon trekken. Met zijn tweeën is het organisatorisch en operationeel bovendien makkelijker. Toen heb ik mijn broertje benaderd, die ook gelijk een goede vriend is. Ik kende zijn capaciteiten, hij is een heel harde werker. Alleen: hij had een goed carrièreperspectief in zijn toenmalige baan in de logistiek. Na een paar nachtjes slapen heeft hij toch zijn baan opgezegd.”
Fouten
Er is het afgelopen jaar heel veel goed gegaan, vindt Bas. “We draaien lekker, elke maand hebben we netto winst. Heerlijk. Maar er is ook wel wat fout gegaan. De aangifte loonheffing van de Belastingdienst bijvoorbeeld. We hebben alles zelf moeten uitzoeken. Er is wel een franchiseconsultant, die kwam in het begin ondersteunen bij operationele zaken. Maar Domino’s zegt: ‘Jullie willen ondernemen, dan moet je het ook zelf doen’. Daar hebben ze ook gelijk in maar ik denk dat begeleiding op ondernemersniveau voor starters wel handig is. Dat heb ik ook aangegeven bij het hoofdkantoor.” Bas en Rob leerden van hun fouten en hebben inmiddels de taken grofweg verdeeld, waarbij ieder doet waar hij goed in is. “Rob is bijvoorbeeld administratief veel beter onderlegd dan ik, hij doet de boekhouding en het voedselbeheer. Ik pak marketing en sales op en doe personeelszaken.” Geeft het geen spanningen, met twee broers aan het roer? Bas: “Dat is op de vingers van een hand te tellen. We komen allebei uit Tilburg en hebben ons leven in Tilburg opgegeven. Nu wonen we samen in Venlo. Vooral in het begin hadden we veel steun aan elkaar, we waren allebei vreemd in de stad. Maar irritaties zijn er ook hoor, zoals die keer dat er facturen waren zoekgeraakt – toen ik nog de administratie deed. Dan zijn we een dag geïrriteerd maar de volgende dag is het weer goed. Dat is nog het allerfijnste, dat we zo goed kunnen samenwerken.” Wat in de eigen onderneming nog geoptimaliseerd kan worden, is de kostenstructuur. “Die is best heftig”, zegt Bas. “Een van de pijlers waar we ons op gaan richten, is het crosstrainen van personeel. Ik vind trainen heel leuk, ik heb er ook een cursus voor gevolgd bij mijn vorige werkgever. Door de medewerkers zelf te trainen, kan ik onze eigen visie erin leggen. Die luidt dat de erkenning door de klant het meeste plezier in ondernemen geeft. Die erkenning krijgen we heel vaak en daar zijn we het meest trots op.”
Barbecue
Is er een leven naast Domino’s? Bas: “Nee, nog niet. Aanstaande zaterdag hebben we toevallig een barbecue, waarbij vrienden uit Tilburg komen. Dit is de eerste echte vriendengroepsactiviteit in een jaar. Rob is van nature een werkpaard, hij werkt 80 tot 90 uur in de week en daar lijdt hij niet onder. Ik ben zelf wat luier aangelegd. Ik vind het ook wel eens lekker om een paar uur niks te doen. Ik dacht van tevoren dat ik daar veel moeite mee zou hebben. Maar nu we het zo doen, gaat het vanzelf. Je komt in een bepaalde flow terecht. Misschien ook wel doordat we uiteindelijk meerdere winkels willen openen. Dat gaat verder dan ambitie, dat is echt een droom die we samen hebben.”
Minibio Bas Besselse
Franchisenemer sinds: 18 juni 2012
Aantal medewerkers: 39
Leeftijd: 31
Gezinssituatie: woont samen met broer Rob
Opleiding: heao
Hiervoor werkzaam als: accountmanager
Hobby’s: duiken en snelle, Duitse auto’s
Mijn tip voor starters: “Als je eenmaal echt gestart bent, moet je nooit meer twijfelen. Als je onzeker wordt - ik ben zelf van nature onzeker - zet dat dan overboord. Anders ga je het niet redden. De avond voor ik openging dacht ik nog: dit was misschien helemaal geen goede beslissing. Misschien gaat morgen die telefoon helemaal niet. Maar ik realiseerde me: dit is geen goede gedachte, ik moet gewoon gaan knallen morgen. We gingen om 4 uur open, de eerste 10 minuten had ik het zweet in de nek. Om 10 over 4 ging de eerste telefoon en die is nooit meer opgehouden.”
+