Franchising & Lifecycle

In toenemende mate besluiten bekende organisaties (lees:organisaties met een sterke brand/naamsbekendheid) hun concept in franchise te geven. Het zijn met name deze sterke brands die ervoor zorgen dat steeds meer ondernemers besluiten om te kiezen voor een samenwerking met een organisatie die heeft bewezen succesvol te zijn en niet zelf het wiel uit te gaan vinden. In de retail wordt vaak gesproken over de Wheel of Retailing ofwel de levenscyclus. Als we deze levenscyclus projecteren op het franchisesysteem dan kunnen we een aantal fasen onderscheiden.

Tijdens de introfase (70 en 80-er jaren) was het veel vallen en opstaan. Vervolgens kwam de doorgroeifase, waarbij het succes mede te danken was aan de strategie van landelijk bekende filiaalorganisaties zoals Albert Heijn, Blokker, Marskramer e.a. om hun concept op franchisebasis door zelfstandigen te laten exploiteren. Inmiddels is franchising als systeem volwassen geworden en algemeen geaccepteerd.

Een interessante ontwikkeling is cross-franchising, waarbij franchisers naast hun core-franchiseformule(s) tevens complementaire formules franchisen. Mooi voorbeeld is AHOLD, waar franchisenemers de beschikking hebben over een scala van ‘eigen’ formules (Albert Heijn/Etos/Gall & Gall).

Momenteel zien we een ontwikkeling dat er steeds meer brancheoverschrijdende samenwerkingsverbanden op franchisegebied ontstaan. Mooi voorbeeld in de non-foodsector is het in franchise geven c.q. nemen van de kleine HEMA-formule (A en AA-concept).

In de horecasector zien we eenzelfde ontwikkeling met als mooi voorbeeld de exploitatie van succesvolle horeca franchiseconcepten binnen grootschalige boekhandels). Menig franchisenemer heeft maar wat graag de beschikking (franchise) over een dergelijke mix van concepten , want het vergroot de aantrekkingskracht van de reeds aanwezige formules en concepten. Per saldo ontstaat er daardoor meer aantrekkingskracht (1+1 kan ook wel eens 3 zijn).

Het franchisesysteem is bezig aan een verdere ontwikkeling en diepgang (doorgroeifase).

Door het aangaan van meerdere franchise-samenwerkingsverbanden (in dit artikel gedefinieerd als cross-franchising) komt franchising in een breder perspectief te staan. In de praktijk kan het voorkomen dat een winkelcentrum met daarin bijvoorbeeld een Albert Heijn, HEMA, Etos, Gall & Gall, Marskramer en Bakker Bart door 6 verschillende ondernemers wordt geëxploiteerd, maar het kan ook zijn dat deze formules door één ondernemer worden geëxploiteerd.

Franchiseondernemingen worden steeds grootschaliger (vb. supermarkten) of specialistischer (vb.Visgilde en  Bakker Bart). Grootschaliger kan betekenen grootschaliger in m2 (verkoopvloeroppervlakte), maar ook in diversiteit (complementaire/elkaar versterkende formules).

Deze ontwikkeling laat onverlet dat er altijd een aantal superspecialisten zullen zijn en blijven die niet moeten of willen samenwerken. Hun kracht is hun individualiteit en dat is prima. Het contrast wordt wel steeds duidelijker: het is (commercieel) samenwerken óf als superspecialist door het leven gaan.

Degenen die deze keus niet kunnen of willen maken lopen een grote kans tussen de wal en het schip terecht te komen.

Hein Simons

Simons Consultancy.

 

Lees meer over:
Franchise+ Franchiseplus
Redactie