Franchisenemers moeten zonder terughoudendheid ‘Allerhande’ vragen stellen!

U hebt vast al gehoord of gelezen dat de franchisenemers van Albert Heijn recent aan het kortste eind trokken. In een langslepend conflict met de franchisegever wees het gerechtshof Amsterdam vrijwel alle vorderingen af. Het 79 pagina’s tellend arrest bevat tal van onderwerpen die in de kern zijn terug te voeren op de afrekening. Welke lessen kunnen franchisenemers en franchisegevers trekken uit deze procedure?

De eerste les in dit afrekeningsgeschil kan worden getrokken uit de jarenlange werkwijze. Er ontstond discussie over het delen in diverse opbrengsten, zoals de opbrengsten uit de Allerhande/Bonusfolder. Franchisenemer stelt dat die opbrengsten onderdeel moeten zijn van de onverdeelde marge; franchisegevers het tegenovergestelde. Het gerechtshof doet een ‘alle omstandigheden van het geval’-toets en stelt vast dat zowel de franchisevereniging als de franchisegever jarenlang de controle van de financiële afrekening in handen van hun eigen accountants hebben gelegd. Daarvoor was - in overleg en met instemming van het bestuur van de franchisevereniging - een normenkader opgesteld. Daarin stond precies wat er nu wel en niet voor verrekening in aanmerking kwam. 

De accountants van beiden waren vervolgens jarenlang met dit normenkader aan de slag geweest en hadden controle-/onderzoeksrapporten opgesteld. Na ontvangst van deze rapporten waren er nooit kritische vragen door de franchisevereniging gesteld over de inhoud. Totdat ze enige jaren geleden wel wakker werden en merkten dat er mogelijk allerhande onverdeelde marge (omzetpremies en bonussen) aan de strijkstok van franchisegever bleef hangen. 

Nu de accountants van beide partijen een centrale rol toebedeeld hebben gekregen in de afrekening van kosten en opbrengsten, waren zij als het ware het controlemechanisme geworden. Daarom moet de inhoud en de uitleg van de rapporten die door de accountants zijn opgesteld aan partijen worden toegerekend, aldus het gerechtshof. Het werk van de accountants was hier dus heel belangrijk voor de vraag wat partijen precies hebben afgesproken over de afrekening van kosten en opbrengsten. 

Het gerechtshof erkent verder - de tweede les - dat de franchisenemers voor wat betreft de toegang tot informatie feitelijk afhankelijk zijn van franchisegever. En dat levert ook voor franchisegever de plicht op om die informatie te delen die noodzakelijk is om te kunnen beoordelen of er omstandigheden zijn die maken dat in de bestaande financiële afrekening wijziging moet worden aangebracht. Deze informatie moet ook tijdig met elkaar worden gedeeld. 

Het gerechtshof gaat verder en stelt letterlijk dat het passend is voor de (franchisevereniging van) franchisenemers om ‘zonder terughoudendheid’ over de voor hen relevante nieuwe ontwikkelingen alle vragen te stellen die zij relevant achten. Anders gezegd, (vertegenwoordigers van) franchisenemers moeten hun rol niet te beperkt opvatten. Wees kritisch en vraag zonder scrupules alles wat u relevant acht. Franchisegever bepaalt niet of het relevant is, maar dat bepalen franchisenemers zelf. 

Mr. E. (Erhard) Koekoek
BVD advocaten 
Reacties: koekoek@bvd-advocaten.nl
 

Lees meer over:
Stel je vraag aan Mr Erhard Koekoek
CAPTCHA