Franchise in Rotterdam
Franchise+ gaat op pad in een stad en laat franchisenemers aan het woord. Over hun winkel, hun formule en over hun stad. Door verschillende ondernemers uit verschillende branches naar hun visie te vragen, ontstaat een momentopname van zaken doen in een specifieke stad. Deze keer staat de schijnwerper op ‘verrassend en vernieuwend’ Rotterdam.
‘Rotterdam durft’, dat is de slogan waarmee de stad zich graag presenteert. Ruim twee jaar geleden gaf burgemeester Ivo Opstelten het startsein voor de ‘gewaagde’ promotiecampagne, die ervoor moest zorgen dat meer mensen in de Maasstad willen wonen, werken of recreëren. En om de daad bij het woord te voegen, is de gemeente hard aan de slag te gaan om veiligheid, leefbaarheid, werkgelegenheid en ondernemersklimaat te verbeteren. “En met resultaat”, zeggen veel van de geïnterviewde ondernemers. Ook een groeiend aantal inwoners van de stad geeft volgens een onderzoek van de gemeente aan, iets te merken van de verbeteringen.
Hypermodern
Dat Rotterdam stedenbouwkundig gezien nog eens belangstellenden van over de hele wereld zou trekken, kon niemand vermoeden toen op 14 mei 1940 vrijwel het gehele hart van Rotterdam werd weggevaagd. De eerste autovrije winkelstraat van Europa trekt internationale aandacht: de Lijnbaan is in 1953 een hypermodern shoppingcenter. Weliswaar is de allure van de halfoverdekte winkelstraat in de ogen van Rotterdammers diep gezonken geweest, maar de laatste jaren zijn zowel sfeer als de veiligheid weer een stuk verbeterd.
Ook de fraaie skyline langs de Maas, de inmiddels roemruchte Erasmusbrug en de ontwikkeling van oude haven- en opslagterreinen tot moderne woon-, uitgaans- en bedrijvengebieden, hebben Rotterdam weer op de kaart gezet.
Anno 2006 is de vroegere havenstad een stad met een gevarieerd ondernemerschap. 63% van de bedrijvigheid bestaat uit zakelijke dienstverlening en het midden- en kleinbedrijf is, naast de multinationals, goed vertegenwoordigd. In de kantoortorens van het Weena wordt volgens de gemeente Rotterdam per vierkante meter het meeste geld van Nederland verdiend.
Rotterdam City
Verantwoordelijk voor het versterken van de Rotterdamse economie is de gemeentelijke dienst OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR). Vanuit het bedrijfsleven is er een sterke vertegenwoordiging in de vorm van de Ondernemersfederatie Rotterdam City, een brede vereniging van diverse typen ondernemingen, waaronder de detailhandel en de horeca. Waar Rotterdam City zich onder meer al jaren sterk voor maakt, is de invoering van Business Improvement Districts, een methode van probleemaanpak die zijn succes al heeft bewezen in steden als Philadelphia en Birmingham. De methode komt er op neer dat telkens een klein gebied, bijvoorbeeld een winkelstraat, onder de loep wordt genomen om verbeteringen te kunnen doorvoeren. De bedoeling is dat alle ondernemers in dat gebied worden belast met de kosten daarvoor.
Route
Voor deze aflevering van Franchise in the City startten we bij Cosmo aan het begin van de Lijnbaan, aan de kant van het Weena, goed bereikbaar vanaf het Centraal Station. Vervolgens ‘zakten’ we de Lijnbaan af richting Binnenwegplein, daarbij nog even de Beurstraverse of Koopgoot links laten liggend. Vanaf het Binnenwegplein, waar we DA Beauté bezochten, gingen we de hoek om naar de Karel Doormanstraat, waar we koffie dronken bij Kaldi. Toen liepen we via het Oldenbarneveldplein naar de Koopgoot, waar we een bezoek brachten aan Expo. Aan de andere kant van de Koopgoot kom je op het Beursplein, waar McDonald’s zich in C&A heeft genesteld – met de ingang eigenlijk officieel aan de Coolsingel. Tot slot gingen we vanaf dit plein recht de Hoogstraat in richting de markt, op bezoek bij Sport 2000 en Sneakers. Het bezoekje aan het internetbedrijf Tafel voor Zes, sinds kort ook met ontmoetingsactiviteiten in Rotterdam, was zowel virtueel als telefonisch.
Cosmo Beauty Center
Ze zit midden in een verbouwing – die de nieuwste Cosmo-formule moet gaan realiseren op het driehonderd vierkante meter vloeroppervlak op de eerste etage – maar toch heeft Rianne Eland even tijd voor een gesprek. Ze is niet alleen eigenaar van de zaak op de Lijnbaan, maar ook van een vestiging in de Rotterdamse Bijenkorf aan de Coolsingel. Ze heeft de ups en downs van de beroemde Lijnbaan van nabij meegemaakt en vindt dat het nu echt weer de goede kant opgaat. “De Lijnbaan zit gigantisch in de lift. Er is een veel betere verbinding met het Centraal Station en er komen vele mooie winkels bij, zoals de Orange-zaak, de grootste van Nederland, hier op de hoek met het Stadhuisplein.” De Cosmo-vestiging, die ook is aangesloten bij het kwaliteitsconcept de HuidSpecialist, combineert beauty, haar en nagels. “Wij vertalen trends naar het straatbeeld en dat doen we met een vleugje klasse”, aldus Rianne Eland, die onlangs nog met haar team een aantal metamorfoses verzorgde in het programma Max & Catherine. Publiek trekt ze uit de hele Rotterdamse regio, ook al omdat er veel kantoren in de buurt zijn. Ondernemen in Rotterdam vindt ze “super”. “Ik wilde graag in een grote, internationale stad werken en overwoog nog even om naar Haarlem of Utrecht te gaan, maar dat vind ik toch te veel provinciesteden. Rotterdam is een prima stad om te werken, de huur is correct en ik ervaar er bijna geen beperkingen. De agenten van het wijkteam hangen met hun foto boven mijn bureau en het is nog nooit gebeurd dat ze niet gelijk kwamen als we ze nodig hadden.”
DA Beauté
Het gebouw aan de overkant van het Binnenwegplein staat leeg en dat heeft zo zijn weerslag op sfeer en veiligheid, vindt Richard Selhorst van de fraaie drogisterij-parfumerie DA Beauté. Maar verder heeft hij de laatste jaren toch echt minder last van criminaliteit, al pleit hij wel voor een nog strengere aanpak. Over de nieuwe regel dat de vuilcontainers niet meer buiten mogen worden gezet, is hij minder positief: “Wij hebben achter de winkel een smalle gang. Dat is het magazijn maar ook de brandgang. Daar past geen container en bovendien krijg ik dan ruzie met de brandweer. Er komen alleen maar regeltjes bij en er gaan er geen af. Daar zit een ondernemer toch niet op te wachten!” Ook de huurprijzen in Rotterdam, die hij als zelfstandig ondernemer binnen DA volledig zelf moet opbrengen, vindt hij aan de pittige kant.
Richard Selhorst nam drie jaar geleden de zaak van 325 m2 over nadat hij er al een aantal jaar als bedrijfsleider had gewerkt. De winkel, met tien, volgens hem ”zeer goed opgeleide” medewerkers, zit onder de Mediamarkt en daar is hij heel tevreden over. “Die zaak heeft echt een aanzuigende werking”, zegt hij. Als geboren en getogen Rotterdammer kan hij het wel jammer vinden dat Rotterdam niet zoveel toeristen trekt als Amsterdam. “Rotterdam is erg conjunctuurgevoelig omdat we hier niet zo’n mix hebben van soorten klanten. Maar aan de andere kant is het ook wel een aparte stad en zijn Rotterdammers open en eerlijke mensen. Als ze eenmaal geld hebben, kunnen ze het ook goed uitgeven.”
Kaldi
In de rustige en tamelijk chique Karel Doormanstraat, om de hoek bij het Binnenwegplein, is Kaldi gevestigd, een relatief jonge franchiseketen die is gespecialiseerd in alles wat te maken heeft met koffie en thee – van de verkoop van espressoapparaten en originele cadeaus tot het schenken van een lekkere bak. Ook de franchisenemer is in dit Rotterdamse geval heel jong: Ching-Ching Chou opende de vestiging van 55 m2 toen ze 24 was, precies een jaar en een maand geleden. Voordat de opening van de zaak een feit was, moest ze wel heel wat moeilijkheden overwinnen. Weerstand van haar ouders, die liever hadden gewild dat ze in hun restaurant bleef werken, maar vooral ook weerstand vanuit de overheid. “Ik dacht dat je juist gestimuleerd werd om te gaan ondernemen, kijk maar naar die leuke spotjes van de Kamer van Koophandel. Maar in de praktijk word je op geen enkele manier geholpen. Voordat je een antwoord hebt op een vraag, ben je al heel veel telefoontjes verder en eigenlijk weet je dan nog niks want er zijn zoveel regels. Dat is heel erg frustrerend”, zegt Ching-Ching Chou. “Nu kan ik er wel om lachen maar je moet heel koppig en eigenwijs zijn om daar doorheen te komen. Gelukkig ben ik dat!” Ze koos bewust voor Rotterdam omdat ze de stad goed kent. Ze is, na enige twijfel, toch blij met de rustige locatie. “Hier kan ik alleen staan, bij mijn collega Simon Lévelt in de Koopgoot zou het voor mij te druk zijn”, zegt ze. Ze wil haar klanten laten genieten en hen de kans geven om te proeven en dingen uit te proberen. Publiek trekt ze van alle nationaliteiten en van alle leeftijden. “Rotterdam is een heel internationale stad en koffie en thee vormen iets wat mensen samenbrengt”, zegt Ching-Ching Chou. “In het begin trok ik niet veel Rotterdammers, maar nu komt ook de buurvrouw op haar pantoffels langs.”
Expo
In mei viert Expo in Rotterdam zijn tienjarig bestaan. Peter Muller opende deze vestiging aan de Beurstraverse in 1996, nadat hij, vanuit het hoofdkantoor de eerste Nederlandse Expo in Hilversum had opgezet. Expo biedt zijn klanten een combinatie van originele cadeautjes, wenskaarten en een ambachtelijke lijstenmakerij. De Beurtraverse, ofwel de Koopgoot, is een fantastische winkelstraat, vindt Peter Muller. Ook al omdat alle ondernemers contractueel verplicht zijn de gezamenlijke kosten te delen. “Geen free riders hier”, zegt de ondernemer, die ook nog voorzitter is van de winkeliersvereniging Beursplein. Zijn publiek is heel gemixt ”en dat is ook het leuke aan Rotterdam, je krijgt hier van alles binnen.” Hij is blij met de veranderingen die Rotterdam de laatste jaren heeft ondergaan. “Het is een stad geworden waar iedereen graag wil winkelen.” Muller is lid van de Ondernemersfederatie Rotterdam City, die zich hard maakt om het Business Improvement Districts in Rotterdam ingevoerd te krijgen. “Dat zou toch geweldig zijn. Het is zo moeilijk om veranderingen door te voeren als er veel ondernemers zijn die niet meedoen. We zijn er in Rotterdam helemaal klaar voor, dankzij de sterke federatie.” Hij wil nog wel kwijt dat je als franchiser heel erg betrokken bent bij de gemeenschap. “Als franchisenemer sta je dankzij je eigen belangen meestal jarenlang in je winkel, terwijl filiaalmanagers komen en gaan.”
McDonald’s
Ben Franken heeft drie vestigingen van McDonald’s in Rotterdam, alledrie op de Coolsingel, ofwel de “slagader van Rotterdam”, zoals hij zelf zegt. Een van de drie zit in C&A, vlak achter de lingerieafdeling. Ben Franken is Rotterdammer in hart en nieren en het lag dan ook voor de hand dat hij ging ondernemen in de Maasstad.
Hij is lid van de Ondernemersfederatie Rotterdam City en is regelmatig te vinden bij allerlei bijeenkomsten. Vanuit de federatie is hij op dit moment bezig met een zwerfvuilproject. “Op vrijdagavond, zaterdag en zondag zijn er minder mensen van de ROTEB (Rotterdamse vuilophaaldienst, red.) bezig en juist dan is er meer zwerfvuil. Wij zijn nu in gesprek met het UWV om te kijken of we arbeidsgehandicapten kunnen inzetten om het vuil op te ruimen. Het gaat om een proef van een half jaar en de bedoeling is dat deze mensen uiteindelijk bij de deelnemende bedrijven – zes McDonald’s restaurants, Albert Heijn, Bram Ladage en twee Burger Kings – op de loonlijst komen in een bredere functie, bijvoorbeeld met onderhoudswerkzaamheden erbij.” Een schone stad is direct ook een veilige stad en wat dat betreft is er al veel verbeterd, meent Franken. “Graffiti, fietswrakken en afvalcontainers van de straat af, cameratoezicht, er wordt veel aan gedaan. De uitstraling van de binnenstad is al een stuk beter.” Twee van zijn vestigingen zijn ook benoemd tot OK-Meldpunt van de Stichting Meld Geweld, wat inhoudt dat de medewerkers weten hoe ze een slachtoffer moeten opvangen en dat de politie heel snel op de stoep staat. Franken is positief over het ondernemersklimaat in Rotterdam, al vindt hij de parkeertarieven veel te hoog. “Je betaalt nu twintig, vijfentwintig euro als je een dagje naar de stad komt, dat is toch te gek. Als je mensen massaler naar het centrum wilt krijgen – en daar heeft de overheid baat bij gezien de btw-inkomsten – dan moet je daar toch iets aan doen.” Ook de reclameregels kunnen niet altijd op zijn begrip rekenen. “Ik betaal zelfs voor de twee McDonald’s deurknoppen die ik op de deuren van C&A heb zitten!”
Sport 2000 en Sneakers
Rob van ’t Oor, eigenaar van de gecombineerde Sport 2000 en Sneakers, kent de Hoogstraat als geen ander. Hij heeft dan ook eerst jaren als bedrijfsleider gewerkt bij Aktiesport, schuin aan de overkant. Acht jaar geleden begon het te kriebelen en begon hij voor zichzelf. Hij werkt met zes fulltimers en veertien oproepkrachten. Omdat zijn zaak bestaat uit drie etages – “scheelt weer in de huur” – moeten er constant zes mensen aanwezig zijn, twee op elke etage. Het totale verkoopvloeroppervlak is 450 m2.
De Hoogstraat vindt hij een prima plek voor zijn zaak: “Het is een van de oudste, echt Rotterdamse winkelstraten en dat heeft zo zijn charmes. Op dinsdag, zaterdag en zondag hebben we de markt die hier aan het einde van de straat begint en dat trekt gigantisch veel passanten. Daar moet ik het ook vooral van hebben. Dus: een uitnodigende pui, goeie aanbiedingen. Vaste klanten, dat is moeilijker in een grote stad. We hebben ze wel, we hebben ook klantenkaarten, maar aan zo’n loyalty-programma heeft een klant toch weinig als hij uit Roosendaal komt.” De klanten van buiten de regio heeft hij vooral op zondag, mensen die met het hele gezin een dagje uit zijn. Zondag is een leuke dag en dat niet in de laatste plaats vanwege de hoogste omzet per uur. Zijn grootste klantengroep bestaat uit Rotterdammers, volgens de ondernemer “echte koopmensen die niet ouwehoeren”. Over het ondernemersklimaat is hij gematigd positief: “De gemeente zou wel wat meer voor ondernemers kunnen betekenen. Ik stoor me bijvoorbeeld erg aan de graffiti. Ik snap ook dat de gemeente niet alles kan schoonhouden voor honderd euro per jaar, maar ik wil best meer betalen, als het dan maar schoon wordt. Ook qua verlichting mag er best wat gedaan worden. Gooi er op een winteravond lekker veel licht in, dat is gezellig en dan voelen mensen zich veilig.”
Tafel voor Zes
Tafel voor Zes heeft geen Rotterdamse grond onder de voeten, het is puur een internetconcept. “Het idee is om alleenstaanden en stellen bijeen te brengen om gezellig met elkaar te gaan eten”, zegt Patrick Arnoldus. Hij is niet alleen franchisenemer maar sinds maart ook franchisegever, omdat oprichter Rob Doeven zijn concept aan enkele van zijn franchisers verkocht. Patrick Arnoldus, die zijn roots in Rotterdam heeft, is dus verantwoordelijk voor zowel de landelijke formule als voor zijn Rotterdamse ‘vestiging’. De formule is inmiddels te vinden in de meeste grote steden plus een aantal kleinere. Samen met twee andere ‘gastheren’ legt Patrick Arnoldus in Rotterdam de contacten met de geschikte restaurants – onder andere Koeien & Kreeften – en werft hij leden voor deze nieuwe, volgens hem unieke, manier van mensen leren kennen. Binnenkort start er een wervingscampagne. “Het staat nog volledig in de kinderschoenen maar de verwachting is heel positief. Grote steden als Rotterdam kennen veel alleenstaanden die het leuk vinden om zo maar bij vijf wildvreemde mensen aan tafel te schuiven. En het mooie is dat het een landelijke formule is. Als een Rotterdams lid eens uit eten wil in Amsterdam, dan kan dat gemakkelijk via ons”, aldus de ondernemer.