EXPO-filosofie met eigen sausje
Sandra Eijkenboom kende een vliegende start met haar vestiging van EXPO in Roosendaal. De prille onderneemster kwam dan ook beslagen ten ijs, na een loopbaan bij een leverancier van de franchiseketen in wenskaarten, geschenk- en verwenartikelen. Vorig jaar merkte zij dat er factoren zijn waar je geen invloed op kan uitoefenen, hoe goed je het ook doet.
Vlak voor Valentijnsdag 2008 startte Sandra Eijkenboom haar winkel in Roosendaal. Ze had zich geen mooier moment kunnen wensen. “Dat liep gelijk heel goed en zo zijn we het hele jaar doorgehobbeld. Van seizoen tot seizoen.” Niet dat het allemaal vanzelf ging. “Ik ben met heel veel enthousiasme de winkel op de kaart gaan zetten. Zoals ik dat wilde: met inachtneming
Zij omarmt de formule van EXPO. “Met een bepaald basisassortiment zorg je voor een stukje continuïteit voor de klant. De identiteit van fun-shopping is landelijk zichtbaar en herkenbaar. Die gezamenlijke uitstraling is de kracht van een franchiseformule.”
Toen zij de winkel overnam was het tijd voor een grote schoonmaak. “Er was veel voorraad die door de tijd was achterhaald. Daar heb ik met pijn in het hart afscheid van genomen.” Zij verving de gedateerde producten door nieuwe eigentijdse collecties kaarten, posters en geschenken. “Maar het aanbod moest ook niet te groot worden. Een overvloed is niet prettig voor de winkelbeleving.”
Wat die winkelbeleving betreft heeft zij een duidelijke strategie. “Ik loop door de winkel en ervaar dan wat ik zelf prettig vind. En ik probeer in de huid van de klant te kruipen. Klantvriendelijkheid is het allerbelangrijkste speerpunt dat je kunt hebben. Het persoonlijk contact maakt het verschil met internet. We groeten de klant bijvoorbeeld direct bij binnenkomst, niet pas aan de kassa.”
Al die kennis kwam niet spontaan bovendrijven. Sandra Eijkenboom werkte voor de overstap naar het zelfstandig ondernemerschap ruim twintig jaar voor kaartenleverancier Hallmark. Zij deed onder meer productontwikkeling en marketing. “Ik heb geleerd goed na te denken over wat je op welke plek presenteert. Een kaartenmolen bijvoorbeeld is eigenlijk een miniwinkel. Daarin kun je bepaalde thema’s aanbieden. En als je een collectie achter in de winkel plaatst, is er minder doorverkoop.”
Ook klanten die een kaartje op maat willen hebben, zijn bij haar aan het juiste adres. “Dan zorg ik dat het lukt. Dat is een stukje extra service.” Zelfs bij één van de moeilijkste thema’s, een miskraam, komt zij met een oplossing. “Daar zijn geen specifieke kaarten voor. Dan zoeken wij een beeld dat daar bij zou kunnen passen en geven suggesties voor de tekst. En ook al kopen de mensen niet, ze stellen het toch op prijs dat je helpt.”
Topjaar
Haar vaste baan verruilde zij bewust voor een bestaan als ondernemer. “In dienst bij een groot bedrijf ben je toch specialistisch aan het werk. Nu kan ik continue met alle facetten van de winkel bezig zijn. Met de collectie en het gevoel van winkelbeleving, maar ook met het personeel en het reclamebudget. Dat vind ik heel prettig.”
Het leverde allemaal geen windeieren op. In het eerste jaar na de overname, toen de economische crisis uitbrak, boekte zij een omzetstijging van maar liefst vijftien procent. Dat topjaar had opvolging kunnen krijgen in het afgelopen jaar, ware het niet dat de weergoden daar een stokje voor staken. Koning Winter heerste in de decembermaand. “Toen hebben alle winkeliers flinke klappen gekregen. In de belangrijkste weken van het jaar was het extreem slecht weer. De klanten konden de stad niet in en zelfs de kerstparade werd afgelast.”
Desalniettemin eindigde zij ook het tweede jaar in de plus, met vier en een half procent omzetstijging in vergelijking met het hele goede startjaar. En belangrijker: met de winst zat het ook goed. “Daar heb ik een complimentje van de accountant voor gehad. We zijn absoluut tevreden, al is het jammer van die laatste weken. Dat heeft echt vijf procent jaaromzet gekost.”
Lang treuren wil zij niet, al is ook de verkoop voor Valentijnsdag 2010 letterlijk ondergesneeuwd. “Alles waar we invloed op konden uitoefenen hebben we gedaan, maar dit hadden we niet in de hand. Het was een moeilijke ervaring. Maar je moet eroverheen stappen en vooruitkijken.”
Dit jaar heeft zij nieuwe uitdagingen aangenomen. Zo is zij nu ook een erkend leerbedrijf waar studenten stage komen lopen. Ze haalt er voldoening uit. “Het is leuk om mensen te enthousiasmeren voor het winkelvak en vooral ook voor het ondernemerschap.”
Bijgestaan door de stagiaire, een fulltimer, twee weekendhulpen en haar moeder is zij ook met het assortiment vernieuwend bezig. Zo is EXPO Roosendaal één van de pilot stores voor een nieuw uniek concept van ‘printing on demand’. Daarmee kan de klant kunst op maat laten afdrukken, op canvas of fotopapier. De keuze is ruim met behulp van de digitale catalogus met zesduizend beelden van kunstwerken. “Zo helpen we de klant om betaalbaar een mooi kunstwerk aan de muur te hebben, ingelijst en wel.”
Die klant zal meestal een vrouw zijn in de leeftijd tussen 15 en 45 jaar. Het deel uitmaken van de doelgroep is over het algemeen een pré, weet ook Sandra Eijkenboom. “Ik ben 46, maar zo voel ik mij niet. Ik pas nog wel in de doelgroep.”