Route 2018

Vier ondernemers, vier formules. Wibe Smulders van Happy Tosti heeft succes als sociaal ondernemer. Reinier Kok stapte als zelfstandig drogisterij van DA over naar D.I.O. en moet nu weer terug naar DA. Soeniel Sewnarain is verantwoordelijk voor de herintroductie van Pizza Hut. En Arno van den Berg lanceert met Vivent Het Andere Wonen een uniek zorgconcept.

‘Sociaal ondernemen ís ondernemen’

Happy Tosti bestaat amper drie jaar, en sleepte in 2017 de ene ondernemersprijs na de andere in de wacht, waaronder die van Startup of the Year en de Sociale Innovatieprijs, vanwege het ‘anders denken’. De sociale onderneming heeft ambitieuze plannen. In 2018 worden zes franchisevestigingen geopend, te beginnen in Breda en Delft.

De prijzen zijn een bevestiging, stelt Wibe Smulders. Maar liefst zestig procent van alle arbeidsuren bij Happy Tosti wordt vervuld door mensen met heel verschillende beperkingen, bijvoorbeeld ADHD, auditieve beperkingen, lichamelijke beperkingen en het downsyndroom. “We vinden graag voor iedereen een plekje.” De formule voorziet in een behoefte: “Mensen met beperkingen zijn heel erg op zoek naar een baan. Ze lopen de deur bij ons plat.”

De ‘happy factor’

“De kwaliteit staat voorop. Je kunt alleen slagen als het een supergoed restaurant is. Geen geitenwollensokkententje. In Den Haag staan we op nummer 5 bij Trip Advisor, van de 1.500 restaurants! Het mooiste compliment dat we kunnen krijgen.”

Happy Tosti maakt geen gebruik van zorg gerelateerde subsidies. “Onze mensen zijn niet geschikt voor de arbeidsmarkt, maar te goed voor de zorg. Ze vallen tussen wal en schip. Het is een ondergesneeuwde groep, die niet of nauwelijks op de reguliere arbeidsmarkt terechtkomt.” De aanpak van Happy Tosti is uniek, vertelt Smulders. “We hebben een heel bedrijf om mensen heen gebouwd. Alleen op die manier kun je er een expertise van maken en het maximale uit de individuele medewerkers halen.”

Net als elk ander bedrijf is het niet zo dat de positieve sfeer er automatisch is, vertelt Smulders. “Ook iemand met een arbeidsbeperking wil doorontwikkelen. Het is gewoon een betaalde baan. “We proberen er elke dag een feestje voor de medewerker van te maken. Dat noemen we de ‘happy factor’. Daardoor groeit het zelfvertrouwen en daarmee de trots en het geloof dat je dingen goed kunt leren.”

Ideale match

Het idee voor Happy Tosti is ontstaan vanuit een jongensdroom van Jasper Kool en Sam Holthus, vertelt Smulders. “Wij kennen elkaar van de Hogere Hotelschool. We wilden een restaurant beginnen, met als uitgangspunt dat we iets voor de maatschappij willen doen. Onze nummer-1 doelstelling als bedrijf is niet winst maken, maar impact maken. En hoe beter het gaat met je bedrijf, hoe meer impact je maakt.” Een kenmerk van sociaal ondernemen is dat je je eigen geld genereert, aldus Smulders. “Sociaal ondernemen ís ondernemen. Het is net zo makkelijk of moeilijk als normaal ondernemen.”

Begin dit jaar gaan de eerste drie franchisevestigingen open. Later in het jaar gevolgd door nog drie. Afgelopen jaar is geïnvesteerd in de franchisesystematiek, handboeken en voorbereiding. “Ik zie franchise als een concept met winst voor velen,” vertelt Smulders. Natuurlijk de franchisenemer zelf, maar ook voor de medewerkers – ‘een leuke baan’ – en voor de stad – ‘een mooie, sociale onderneming erbij’. 

Happy Tosti wil het sociale project samen met maatschappelijk betrokken franchisenemers verder uitbouwen. “Sociale betrokkenheid staat voorop.” 

Slim inspelen op de lokale smaak

Reinier Kok stapte van DA over naar D.I.O. en keert mogelijk weer terug naar DA. Met het samengaan van DA- en D.I.O.-drogisterijen gaat hij opnieuw onder de DA-vlag verder. Laconiek zegt hij: “Als je alles van tevoren weet… Dat is ondernemen, beslissingen durven nemen.” Hij vergelijkt ondernemen met vliegen.

Sinds de crisis van 2008 heeft de drogisterijbranche het zwaar. Met twee D.I.O.-vestigingen in Soest, één in Baarn en één in Loenen aan de Vecht heeft Reinier Kok de omslag van nabij meegemaakt. “De situatie vanaf 2008, met een dubbele dip, is uniek. Normaal ben je na een jaar of twee wel door het dal, maar nu niet.” De kansen liggen in sturing van het assortiment. “Waar ik vroeger de kick uit de omzetplussen haalde, heb ik nu de voldoening dat ik bedrijfsmatig het hoofd boven water houd”, vertelt Kok. “Dat is een andere tak van sport.” Het is een kwestie van snijden en anticiperen: “Je moet zorgen dat je je administratie op orde hebt, zodat je op tijd kan reageren.”

Sturen op instrumenten

Zijn avondstudie bedrijfskunde komt hem daarbij goed van pas. “Mijn bijnaam is Mr. Planning. Ik heb meteen de cijfers. Per assortimentsgroep kan ik per locatie zien in hoeverre het resultaat afwijkt van de norm.” Hij vergelijkt zijn werkwijze met vliegen. “Als piloot heb je een aantal instrumenten die je voortdurend moet scannen. De hoogtemeter, de snelheid, je positie etc. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat je neerstort.” Met ondernemen is het niet veel anders, meent hij. Het is pure noodzaak, in zijn ogen. “Je moet er bovenop zitten. Pak jíj het probleem niet aan, dan gaat het probleem jou beheersen.”

“De leeftijdsopbouw is heel bepalend. Bij ouderen kun je meer tijd kwijt qua advies, bijvoorbeeld over geneesmiddelen. Jongeren zoeken dat zelf op.” Kok speelt hierop in qua winkelaanbod. Bijvoorbeeld met een shop-in-shop Eyelove en een onderscheidend assortiment. Ook de combinatiezaak drogisterij met parfumerie Mooi doet het landelijk erg goed. “Met bad, body, deo en shampoos ga je het niet redden. Je moet inspelen op de lokale markt. De winkel in Baarn heeft een ander publiek dan Soest. In Soest heb je meer jongeren, bovendien is het een rijkere gemeente.” 

Spiegel

“Het is goed om jezelf een spiegel voor te houden. Je moet blijven leren. Als ik een keuze moet maken, maak ik altijd een SWOT-analyse met de sterke en zwakke punten. Die kijk ik na twee jaar terug.” 

Met zowel een DA- als D.I.O.-verleden kan Reinier Kok de organisaties goed vergelijken. “DA is een sterk merk qua naamsbekendheid. Bij D.I.O. is de organisatie beter.” Na de onvermijdelijke hobbels bij het in elkaar schuiven van de twee formules kunnen in 2018 de vruchten worden geplukt, verwacht hij. “Ik ben ervan overtuigd dat de horizon goed is.”

De groeiambities van Pizza Hut

Pizza Hut is met 15.000 vestigingen ’s werelds grootste pizzaketen. Maar wie in Nederland op zoek gaat vangt bot, op één restaurant in Rotterdam na. Daar gaat snel verandering in komen. Met Pizza Hut Express wil de formule voet aan de grond krijgen, te beginnen in de Randstad. Met de naamsbekendheid zit het alvast wel snor.

Voorafgaand aan de (her)introductie van Pizza Hut in Nederland is een marktonderzoek uitgevoerd. De uitkomst: bijna negentig procent naamsbekendheid. “Alleen de leeftijdscategorie tussen de 12 en 16 jaar kent de naam niet. Het is natuurlijk fantastisch dat iedereen het merk dat je in de markt zet al kent”, vertelt Soeniel Sewnarain, CEO Pizza Hut Nederland. Samen met zijn neef Rakesh won hij de door het Europese hoofdkantoor uitgeschreven pitch om Pizza Hut in Nederland uit te rollen. “Was het hard werken om de pitch te winnen? Ja.” Maar, zo vervolgt hij: “Het zou gek zijn als het makkelijk was geweest.” 

Het optimisme straalt er vanaf bij Sewnarain. “Ons doel is om de komende jaren 100 vestigingen in Nederland te openen en Pizza Hut opnieuw op de kaart zetten.” 

Focus

Vijftien nieuwe vestigingen is de ondergrens voor 2018. In eerste instantie richten de neven zich op het openen van Pizza Hut Express vestigingen in stations en drukbezochte winkelcentra in de Randstad. In april 2017 ging de eerste vestiging open, op station Utrecht Centraal. De tweede vestiging, in Almere, volgde in december en begin dit jaar openen nieuwe vestigingen in Delft en Gouda. Rotterdam en Amsterdam staan op de lijst. De focus voor de komende periode op de Randstad is belangrijk voor de bewustwording, vertelt Sewnarain. “Het is makkelijker om twee vestigingen in Rotterdam te openen en promoten dan één in Maastricht en één in Groningen. Uiteraard is landelijke bezetting ons doel.”

Fast casual dining

Sewnarain is ervan overtuigd dat de formule aanslaat. De ondernemer kiest bewust voor een focus op Fast Casual Dining. “Delivery is een verzadigde markt, met Domino’s Pizza en New York Pizza als grote spelers. Maar kiosken waar je een pizzaslice koopt zijn er bijna niet.” Bovendien ligt Nederland achter met de ontwikkeling van shoppingmalls en foodcourts. “Op grote stations zie je dat ze daar naar toe werken en de formules clusteren. In de landen om ons heen, zoals België, zijn ze daar al veel verder mee.” 

Participatiemodel

Voor Rotterdam-Zuid en Amsterdam staan de eerste franchisenemers te trappelen om te beginnen. “We krijgen bijna dagelijks mails van mensen die interesse hebben in de formule. We werken met hard franchise. Het is een participatiemodel waarin we als franchisegever mee-investeren met de franchisenemer. We tekenen mee met de huurovereenkomst en helpen met de financiering. Het uiteindelijke doel is om zo een win-winsituatie te creëren wat de groei van Pizza Hut bewerkstelligt”, aldus Sewnarain. 

Franchiseformule voor kleinschalig wonen 

Arno van den Berg is ruim 40 jaar werkzaam in de zorg, waarvan 25 jaar voor mensen met een verstandelijke beperking. In 2014 kreeg hij van zorgverlener Vivent de vraag voorgelegd ‘hoe ziet het verpleeghuis er in 2020 uit?’. 

Drie jaar later staat er een uniek kleinschalig zorgconcept, waarbij dementerende ouderen in een eigen appartement wonen. “Zorg verlenen is helemaal niet zo moeilijk”, stelt Arno van den Berg. “Uitgangspunt voor de zorg is: zo normaal mogelijk en pas bijzonder indien noodzakelijk.” 

Ervaringsdeskundige

Tijdens het onderzoek naar het nieuwe zorgconcept werd Van den Berg ‘ervaringsdeskundige’, nadat zijn moeder na een CVA (beroerte, red.) werd opgenomen in een verpleeghuis. “Het welzijn van mijn moeder ontbrak in de verder fantastische zorg.” Het was aanleiding om de vraag te stellen ‘waar wordt ze blij van?’. In de woorden van Van den Berg: “Ik voelde me niet thuis. Het ‘nestgevoel’ ontbrak.” 

Dit gevoel van onthechtheid vormde het startpunt voor de formule. Bij Vivent Het Andere Wonen krijgen mensen met dementie of een andersoortige beperking een volwaardig driekamerappartement met eigen voorzieningen. Het concept gaat uit van zestien geclusterde appartementen, waarbij samenwonen met de partner mogelijk blijft. “In de traditionele zorg stranden huwelijken na vijftig, zestig jaar bij de ingang van het verpleeghuis.” Het tweede onderscheid is dat de huurprijs van de appartementen onder de huurtoeslaggrens blijft. “Wij willen voor mensen met een smalle beurs dezelfde keuze bieden als voor vermogende ouderen die terechtkunnen in luxe zorginstellingen.” Het complex heeft een gemeenschappelijke ruimte waar de bewoners elkaar kunnen ontmoeten. De bewoners kunnen gebruikmaken van allerlei services, zoals een huisdierenarrangement en een was- en strijkservice.

Zorgondernemerspaar 

De vestigingen van Vivent Het Andere Wonen worden gerund door een zorgondernemerspaar die inwonen in het complex. De zorgondernemers zijn franchisenemer. “Ze zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg, moeten goed werkgeverschap tonen en zijn risicodragend ten aanzien van de bedrijfsvoering.

De franchisenemer levert binnen het kader van het formuleboek zorg en ‘leeft het leven’ met de bewoners. Startpunt was het financiële huishoudboekje van de bewoners. Wat hebben die te besteden? Van daaruit hebben we een plan opgesteld voor de zorgondernemers.” Het traject naar franchisenemer duurt negen tot twaalf maanden. “Onze zorgvisie moet helemaal doorleefd zijn.” De eerste twee locaties draaien al. De komende twee jaar worden vestigingen geopend in Brabant, Limburg en de regio Nijmegen.