Blokker moet franchisenemer ruim 20.000 euro schadevergoeding betalen

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Blokker onterecht tussentijds de overeenkomst met een van haar franchisenemers heeft opgezegd. Blokker deed dit omdat de franchisenemer zijn winkel niet wilde verbouwen volgens het laatste Blokker-concept.

De franchisenemer voerde bij de rechter aan dat hij geen geld had voor de verbouwing en dat dit ook niet zo met Blokker was afgesproken. Blokker op haar beurt vond dat zij de afspraken hierover duidelijk had bevestigd in een e-mail aan de franchisenemer. De voorzieningenrechter zag dit anders: een verbouwing van een winkel is kostbaar en zo'n verplichting had Blokker duidelijk in de overeenkomst of op een andere wijze moeten vastleggen. Hiermee was de tussentijdse opzegging van de franchiseovereenkomst onterecht. Blokker is moet daarom een schadevergoeding aan de franchisenemer betalen.