Keuze voor franchise wetgeving definitief einde NFC?

In een brief van 23 mei 2018 van Staatssecretaris Keijzer aan de Tweede Kamer blijkt er een voornemen te liggen van de overheid om de franchiseovereenkomst alsnog in het burgerlijk wetboek te regelen. Komt daarmee een definitief einde aan de onduidelijkheid over de status van de Nederlandse Franchise Code (NFC)?

Sinds Minister Kamp op 17 februari 2016 de Nederlandse Franchise Code in ontvangst heeft genomen, is de (juridische) status van de NFC onduidelijk geweest. Het idee was oorspronkelijk dat de gehele branche deze gedragscode zou gaan omarmen en toepassen, maar dat is om diverse redenen echter nimmer gebeurd. Daardoor werd de NFC al direct op een zijspoor gezet.

In het huidige regeerakkoord (zie blz. 35) is vermeld dat er aanvullende wetgeving op het gebied van franchise zou komen om de positie van franchisenemers in de precontractuele fase te versterken. Daardoor werd de indruk gewekt dat mogelijk een gedeelte van de NFC wettelijk zou worden verankerd en dus dat in ieder geval een gedeelte van de NFC alsnog toegepast zou gaan worden.

Begin 2018 gaf Staatssecretaris Keijzer na vragen vanuit de Tweede Kamer echter aan dat zij geen rol meer zag weggelegd voor de NFC. Zij zou via een algemene maatregel van bestuur proberen om de positie van franchisenemers in de precontractuele fase te versterken. Het overige gedeelte van de franchise samenwerking zou daarmee kennelijk ongeregeld blijven. Dit in tegenstelling tot de NFC die alle fasen van franchise behandelt, van het aangaan van de samenwerking tot de beëindiging daarvan.

In de eerdergenoemde brief van 23 mei 2018 van Staatssecretaris Keijzer (klik hier) blijkt echter dat het voornemen er toch is om een brede wettelijke regeling in het leven te roepen welke moet leiden naar een evenwichtige franchiseverhouding tussen franchisenemer en franchisegever. Daarbij zal in tegenstelling tot eerdere berichten niet alleen de precontractuele fase worden geadresseerd (die overigens stelselmatig “pre-competitieve” fase wordt genoemd) maar ook drie andere deelgebieden, namelijk de tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst, de beëindiging van de franchiseovereenkomst en de overlegstructuur tussen de franchisegever en haar franchisenemers. De Staatssecretaris streeft ernaar om in het najaar van dit jaar een eerste wetsvoorstel ter consultatie aan te kunnen bieden.

Met voornoemd voornemen van de overheid lijken de seinen op groen te staan voor franchise wetgeving met een bredere inhoud dan alleen de precontractuele fase. De rol van de NFC lijkt daarmee overigens wel tot een einde te zijn gekomen. Dat hoeft uiteraard in de praktijk niet het geval te zijn – in de nog op te stellen franchise wetgeving kan immers alsnog gebruik gemaakt worden van de NFC. Het feit blijft wel dat er na een lange periode van onzekerheid omtrent de status van de NFC eindelijk wordt toegewerkt naar duidelijkheid voor de branche. Het wachten is nu op het wetsvoorstel dat door Staatssecretaris Keijzer ter consultatie zal worden aangeboden. 

Jan-Willem Kolenbrander
Franchiseadvocaat
De Clercq Advocaten Notariaat

DHR Kolenbrander
Stel je vraag aan Jan-Willem Kolenbrander
CAPTCHA