Franchise verdient gedegen wetgeving

Nederland telt zo’n 750 franchiseformules – winkels, horeca en dienstverleners – met 30.000 franchisezaken en 280.000 werknemers die tezamen goed zijn voor een jaaromzet van 31 miljard euro. Franchise wordt in diverse branches aangetroffen; van detailhandel tot motorbrandstoffen. 

De franchisesector draait goed (en groeit), maar de wetgever heeft het toch noodzakelijk geacht om franchise wettelijk te reguleren. Een goede lobby vanuit franchisenemers-land heeft geleid tot eerst een poging van minister Kamp om via zelfregulering een oplossing te creëren voor gesignaleerde knelpunten. Een schrijfcommissie, ingesteld door Economische Zaken, heeft vervolgens een Nederlandse Franchise Code (NFC) opgesteld, die draagvlak heeft bij franchisenemers (althans zo lijkt het), maar door franchisegevers niet wordt toegepast. Dat is aanleiding geweest voor minister Kamp om een wetsvoorstel tot wettelijke verankering van de NFC ter consultatie voor te leggen.

De eerste reacties op de consultatie zijn met name van franchisenemers, die de wet ‘toejuichen’. Dit enthousiasme lijkt meer te zijn gebaseerd op de gedachte ‘er gebeurt eindelijk wat’, dan dat deze op de inhoud van de wet of de NFC is gebaseerd. De ‘franchisewet’ die voorligt gaat geen einde maken aan het feit dat franchisegever en franchisenemer zelfstandige ondernemingen zijn en ook dat in veel gevallen sprake is van een bepaalde mate van onevenwichtigheid tussen de positie van franchisenemer en -gever. Mijn inschatting is dat het wetsvoorstel eerder aanleiding zal geven tot meer, dan tot minder geschillen, gelet op de vele open en onduidelijke normen in de NFC. Franchisenemers moeten daarbij niet vergeten dat de NFC (ook) verplichtingen bevat specifiek voor franchisenemers, zodat zij er niet enkel op vooruit gaan met de ‘franchisewet’.

Kritiek wetsvoorstel

Vanuit La Gro Advocaten is ook een kritische reactie geplaatst (toegankelijk via de internetconsultatie) op het voorliggende wetsvoorstel. Een (gedegen) impactanalyse van het wetsvoorstel ontbreekt. Dit wetsvoorstel komt niet tegemoet aan de gesignaleerde knelpunten. Betekent dit dat er geen franchisewetgeving zou moeten komen? Zeer zeker niet. De franchisesector verdient gedegen wetgeving, rekening houdend met de veelvoud aan en diversiteit van formules. Hoe moet het dan wel?

Knelpunt

Persoonlijk meen ik dat het belangrijkste knelpunt in de sector is dat (vaak) sprake is van onevenwichtigheid in de relatie tussen franchisenemer en -gever en een grote mate van afhankelijkheid van de franchisenemer. Een dergelijke verhouding zie je ook bij een bank en een onderneming. In de rechtspraak is vervolgens een ‘zorgplicht’ gecreëerd vanuit de specifieke positie die de bank inneemt ten opzichte van zijn contractspartij. Een dergelijke zorgplicht zou voor franchise, wettelijk, kunnen worden vastgelegd. Gelijk bij agentuur voor de principaal een zorgplicht geldt. Als een dergelijke zorgplicht van de franchisegever dan vervolgens ook van toepassing is op een de fase voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst, dan zijn de belangrijkste knelpunten verholpen. Daar zou de franchisesector meer mee zijn geholpen dan het huidige wetsvoorstel.

Pieter van den Oord
Advocaat
La Gro Advocaten
www.lagrolaw.nl

La Gro