De val en herrijzenis van Mitra

Eind juni viel het doek voor slijterijketen Mitra. Voor de franchiseorganisatie werd al snel een koper gevonden. In een drie-akter vertellen de nieuwe directie, de onderhandelaar uit het franchisebestuur en een franchiseondernemer over het faillissement, de doorstart en de toekomstverwachtingen.

Eind juni werd slijterijketen Mitra failliet verklaard. Voor alle betrokkenen kwam het faillissement als een donderslag bij heldere hemel. De franchisevestigingen konden de weken daarna gelukkig gewoon doordraaien. Franchiseondernemer Kees van de Steeg van Mitra Baarn: “Het ging juist de goede kant op. Het moederbedrijf had her en der onderdelen verkocht, dus we dachten dat er weer wat geld in de portemonnee zat.” Opeens was de stekker eruit en was het afgelopen. “De bank zag het niet meer zitten. Ik hoop in het verslag van de curator te lezen waarom.”

Toekomstdocument

Sander Hol en Marco Philipsen werkten op het hoofdkantoor van Mitra. Sander al meer dan 25 jaar, uiteindelijk als operationeel directeur, Marco als algemeen directeur. “We zijn allebei bij wijze van spreken op zaterdag in de winkel begonnen.” Samen met de franchiseondernemers werkten Hol en Philipsen in de periode voorafgaand aan het faillissement aan een nieuw businessplan, niet wetende dat het plan de blauwdruk zou worden voor de doorstart van de formule. Alleen de franchisewinkels zouden overblijven. Uiterlijk begin 2019 zou de laatste eigen Mitra-vestiging worden gesloten. “Onze opdracht was het opzetten van een retail serviceorganisatie, zonder eigen vestigingen. Bij het uitstel van betaling en het faillissement hadden we al aardig wat voorwerk staan, zonder te weten dat we hier zouden uitkomen.” 

Mitra had drie jaar eerder aangekondigd dat ze wilden stoppen met eigen vestigingen en deze wilden ombouwen naar franchisewinkels. Het hoofdkantoor was al langer bezig met een reorganisatie, vertelt voorzitter van de toenmalige franchisevereniging Hans de Ridder. “Op het hoofdkantoor werd hard gewerkt aan een toekomstdocument. De laatste twee jaar was er een open communicatie en werd er goed samengewerkt, ook omdat Mitra steeds meer veranderde van retailorganisatie naar franchiseorganisatie.”

Van de Steeg maakte één maand voor het faillissement na 35 jaar als filiaalhouder de overstap naar franchisenemer. “Ik had als voorzitter van de ondernemersraad met de directie afgesproken dat ik de procedure tot het laatste moment zou begeleiden en als een van de laatsten ‘ja’ of ‘nee’ tegen franchise zou zeggen.” Dat ‘nee’ viel al gauw af, vertelt hij: “Ze drongen aan dat ik snel zou beslissen. Het is hier geen slechte winkel. Bovendien, om iets compleet nieuws te starten...” Uiteindelijk werd hij zo de laatste nieuwe franchisenemer.

Invloed

“Het faillissement zorgt ervoor dat je adrenaline krijgt. Je zit in een soort roes”, vertelt Philipsen. “Je blijft je verantwoordelijkheid houden. Naar de winkels toe en je mensen. Je wilt dat de winkels zo min mogelijk last hebben.” Zijn compagnon, Hol, vult aan: “Je belandt in een rollercoaster van emoties. Op de eerste zondag dat je vrij hebt en bij je gezin bent, komt het pas echt binnen.” Op maandag ging de knop weer om, aldus Philipsen. “We zijn er 100 procent ingegaan, zonder dat we wisten wat de uitkomst was. Er zijn allerlei factoren waarop je geen invloed hebt.” Hol vult aan: “Daarin hebben we veel aan elkaar gehad. Je hebt al heel gauw contact met franchiseondernemers, waardoor je denkt ‘dit hoeft niet het einde te zijn’. Dat is het moment waarop je beslist om ervoor te gaan. We zijn continue erop gefocust om de doorstart te bewerkstelligen.”

Als toenmalig voorzitter van de franchisevereniging had De Ridder bij het faillissement en de onderhandelingen rond de doorstart twee petten op. “Je bent sowieso altijd ondernemer. Je kijkt altijd naar je eigen toko en je eigen situatie. Voor de rest moet je proberen voor het algemeen belang van de franchisenemers te gaan en hun belangen verdedigen. Dat deden we als bestuur door zoveel mogelijk invalshoeken en denkpistes mee te nemen.” Binnen het faillissement probeerde het bestuur de leden zo goed mogelijk te adviseren in algemene zin. “We hebben duidelijk gemaakt dat we er voor iedereen waren. Dat zorgde voor een gevoel dat ze er niet alleen voor stonden.” 

Bij het faillissement gingen ruim honderd banen verloren. “Het zijn mensen van wie je niet alleen de naam kent, je ziet ook het gezicht erbij”, stelt Van de Steeg. “Dat vreet toch aan je.” Hol en Philipsen vonden het afscheid nemen van mensen met wie je jaren hebt samengewerkt het zwaarst. “Om te zeggen ‘ik heb geen plekje meer voor je in de herberg’ is verschrikkelijk.”

Goedlopend

De Ridder heeft samen met zijn partner een goedlopende winkel. “Je kunt de resultaten van de franchiseondernemer niet reflecteren aan het faillissement van de hoofdorganisatie, maar het raakt je wel. Op een groot aantal vlakken ben je met elkaar verbonden.” Een geluk was dat de goederen van de leverancier buiten Mitra om werden geleverd. De handel kon quasi doorgaan bij De Monnik. 

De huurcontracten waren allemaal in het bezit van Mitra. Door het faillissement kwamen die ‘vrij’. “Voor filiaalhouders die al langer met het idee speelden om voor zichzelf te beginnen, was dat de ideale gelegenheid om die stap te zetten”, constateert Van de Steeg. Omdat het oude huurcontract moet worden overgenomen, moeten de franchisenemers onderhandelen met de eigenaar van het winkelpand. “Er zijn ondernemers bij wie dat moeilijker is, maar ik verwacht dat daar uiteindelijk wel een klap op wordt gegeven.”

Ramptoeristen

De onzekerheid was zo groot dat Van de Steeg niet eens tijd had om na te denken ‘hoe het verder moest’. “Dat kwam pas een week later.” Waar hij wél buikpijn van had, was de angst dat de curator de stekker uit de kassa en pinautomaat zou trekken. “Bij de meeste faillissementen trekt een partij als Vodafone de stekker eruit. Dan was het afgelopen. Gelukkig hadden we een slimme curator die inzag dat de franchisenemers een kans van leven hadden en in staat waren om eventueel nog wat schulden af te lossen.

De klanten kwamen even binnen om te vragen ‘blijf je?’, ‘hoe gaat het met je?’. Ik heb maar drie ramptoeristen gehad die kwamen kijken of alles in de opruiming was”, vertelt Van de Steeg. In een advertentie in de plaatselijke krant heeft hij de mensen bedankt voor hun steun.

De Ridder heeft het werk zo kunnen regelen dat hij zich vrij kon maken voor het faillissement en de doorstart. Het was een fulltime job. “Die verantwoordelijkheid heb je als bestuur en dan moet je dat ook doen.” Direct na het faillissement dienden zich tien partijen aan voor een doorstart, waarvan drie serieus. Het oude franchisebestuur nam noodgedwongen een neutrale positie in, vertelt De Ridder. “Niet omdat we er niet in geloofden, maar om de objectiviteit te bewaren. Wij hadden onze handen vol aan het kanaliseren van alle informatie. We wilden onze leden niet in een bepaalde richting duwen, want er dienden zich ook andere initiatieven aan.”

Een partij met serieuze interesse was een initiatief van een aantal ondernemers van Mitra samen met drankengroothandel De Monnik. “Dat is niet zomaar een leverancier”, benadrukt De Ridder. “Het was onze hoofdleverancier en nog belangrijker, een betrouwbare partner waar iedereen tevreden over was. Bij een ander overnamescenario hadden we aangedrongen om De Monnik als leverancier te behouden.” Uiteindelijk staken beide kandidaten de koppen bij elkaar. De Monnik uit Oldenzaal en de franchisenemers die certificaten van aandelen in het nieuwe bedrijf hebben gekocht. De ondernemers zijn voor 50 procent mede-eigenaar van de formule. De Monnik heeft 50 procent van de certificaten en de winkels zelf kunnen één of twee certificaten kopen. De ondernemers worden vertegenwoordigd door het STAK-bestuur (Stichting Administratie Kantoor), dat deze rol heeft overgenomen van het voormalig franchisebestuur. Van de Steeg: “Je bent niet alleen slijter, maar ook aandeelhouder in Mitra Retail B.V. Als het goed gaat met de winkel, gaat het ook goed met Mitra en wordt je aandeel meer waard.”

Hol en Philipsen vormen de nieuwe tweekoppige directie. “We hebben een formule gevonden waarin de vrijheid om te kunnen ondernemen is gewaarborgd.” De Monnik is naast partner met name distributeur. “Zij zeggen ‘wij zijn een groothandel, dat willen we blijven’. Aan ons als directie is de taak om de nieuwe formule samen met de ondernemers tot een succes te maken. We hebben nu een heel goede basis. Er zijn volop ambities om te groeien. De eerste geïnteresseerde ondernemers hebben al contact gezocht om zich bij de formule aan te sluiten.”

“Het is mooi dat je het oorspronkelijke plan een vervolg kan geven en dat het ook de zegen heeft van de franchisenemers”, stellen Philipsen en Hol. Bij de stemming bleek een bovengemiddeld aantal ondernemers - 80 tot 85 procent - bereid om te participeren in de nieuwe opzet. Terugblikkend op ‘die beruchte avond’ stellen ze. “Je gaat de avond in met een gevoel van ‘het is erop of eronder’. Je weet niet hoe de ondernemers erin staan. Voor hetzelfde geld staan ze met de hooivork klaar en nemen ze je kwalijk wat er is gebeurd.” Het omgekeerde bleek het geval. “De sfeer was ‘we gaan er samen iets moois van maken’. De tranen liepen me letterlijk over de wangen. Je kent elkaar zo goed. Heel veel ondernemers zijn eerst filiaalhouder geweest. Als je aan het eind van de avond weet dat je met genoeg winkels bent om toekomst te hebben, dat is geweldig.”

“Ken je die kikkers in een kruiwagen? Dit was een heel grote kruiwagen met heel veel kikkers erin. Ik dacht, dat wordt nooit wat, die krijg je nooit onder één noemer”, blikt Van de Steeg terug. Ook De Ridder was positief verrast dat het overgrote deel als groep bij elkaar wilde blijven om de doorstartkansen zo groot mogelijk te houden. “Dat zorgde voor een enorme drive om het schip drijvende te houden. Het is een echt collectief.” De teneur was: “We moeten als groep bij elkaar blijven. Je merkt dat er hart voor de zaak is.” Van de Steeg gebruikt ook de metafoor van een schip in de storm. “De mast van de boot kwam weer vrij snel overeind.”

Toekomstverwachtingen

Het nieuwe franchisecontract is een gemoderniseerde blauwdruk van het oude. De vrijheden onder de nieuwe franchiseorganisatie zijn groter dan voorheen, vertelt Van de Steeg. “De afspraken zijn positiever dan in het verleden. Je bent meer koopman, want je hebt meer ruimte. In het oude franchisecontract moest je 90 procent verplicht afnemen bij Mitra en 10 procent bij derden. Een percentage van de kassaomzet was fee aan Mitra. Onder de nieuwe voorwaarden is 80 procent verplicht en 20 procent vrij. Duik je onder de 80 procent dan mis je aan het eind van het jaar je provisie.” De fee is naar een vast bedrag gegaan. Een aantal zaken die vroeger centraal waren geregeld, komt nu op het bordje van de ondernemer terecht, aldus Van de Steeg. Je bent meer ondernemer. Hij prijst zich gelukkig met zijn vrouw, die handig is in de administratie. “Laat mij maar een goed verhaal tegen de klant houden.”

Alle drie de partijen zijn optimistisch over de toekomst. De Ridder: “Omdat je als ondernemer zoveel als mogelijk inspraak hebt in het beleid en in de franchiseformule en omdat je gezamenlijk optrekt met je leverancier.” Er heerst echt geloof in de formule, constateert De Ridder. “Je hebt mensen van verschillende pluimage in het nieuwe STAK-bestuur. Dat houdt elkaar scherp en houdt elkaar letterlijk en figuurlijk in evenwicht. Daardoor denk ik dat we ver kunnen komen.” Ook Hol en Philipsen voelen een groot geloof in de formule, in de toekomst als groep. “Het feit dat twee partijen instappen zorgt voor een solide basis.” 

Energie

“Je merkt wie je vrienden zijn en je steunen. Zowel het oude als het nieuwe franchisebestuur en ook De Monnik hebben ons geholpen om te komen waar we nu zijn. Dat hebben we met z’n allen weten te bereiken”, blikken Hol en Philipsen terug. “Het voelt als een echt avontuur. Je begint als het ware met een compleet nieuw bedrijf. Het geeft je zo veel energie. Ik denk dat we een mooie toekomst tegemoet gaan.”

Hans Pieters Hans Pieters
Financieel journalist en ondernemer
Bekijk ook