‘Huidige wetsvoorstel is onwerkbaar’

Het wetsvoorstel voor de franchisebranche stuit op flink wat bezwaren van de franchisegevers. De inhoud van de wet die beoogt de samenwerking tussen franchisegevers en –nemers te verbeteren, is onevenwichtig en bevat tal van slordigheden, stelt voorzitter Boris van der Ham van de Nederlandse Franchise Vereniging.

Om de verhoudingen tussen de franchisegevers en franchisenemers te verbeteren wordt een franchisewet opgesteld voor de franchisebranche. Hiermee geven staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat en minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming invulling aan de afspraken uit het regeerakkoord en de wens van het kabinet om te komen tot wetgeving, die de franchisenemer in de toekomst beter moet beschermen. Zo geeft het wetsvoorstel bijvoorbeeld de mogelijkheid aan de franchisenemers om in contracten bepaalde wijzigingen tegen te houden. “Dit ondergraaft het franchisemodel”, zegt Van der Ham. Hij doelt op het feit dat een franchisegever bij wijzigingen aan bijvoorbeeld het concept, klein of groot, deze moet voorleggen aan de franchisenemers.

“Franchise werkt alleen als de eigenaar van het concept, de franchisegever, kan blijven innoveren. Het instemmingsrecht, zoals het nu in de eerste versie van de wet wordt genoemd, is onwerkbaar omdat de franchisenemer op de stoel van de franchisegever wordt gezet. De NFV is voor duidelijke wetgeving, zodat de verwachtingen vooraf goed op papier staan. Maar de conceptwet levert op punten juist meer verwarring op.” De precontractuele fase is nu benoemd, maar de NFV vindt dat de huidige passages hierover in de conceptwettekst nauwkeuriger zouden moeten worden beschreven. Zo komen volgens de vereniging definities niet overeen met bestaande wetgeving en jurisprudentie en is het verschil in de posities van de aspirant-franchisenemer en franchisenemer onduidelijk. 

Veto van de franchisenemer

Directeur Jos Burgers van de NFV laat weten dat de vereniging in eerste instantie nog positief was gestemd over de aanstaande wet. “Totdat wij de Memorie van Toelichting (MvT) onder ogen kregen. Daarin staat bijvoorbeeld een nadere uitleg over het instemmingsrecht. Sommige van onze leden stellen dat het neerkomt op een vetorecht van de franchisenemer op bijvoorbeeld afgeleide formules en internethandel, en ik kan mij daar wel een beetje in vinden. Doordat een franchisegever alles, wat die wil veranderen aan een formule, moet voorleggen aan de franchisenemers, zet dat een enorme rem op innovatie.” De NFV stelt dan ook voor om een verplichte lijst met onderwerpen op te stellen waarover de franchisenemer instemmings- of adviesrecht krijgt. Hier staat in ieder geval in het instemmingsrecht ten aanzien van tussentijdse wijzigingen van de franchiseovereenkomst, onvoorziene wezenlijke investeringen boven een bepaald niveau en wijzigingen in de financiële afspraken.

De MvT roept bij de NFV en haar leden ook andere vragen en onduidelijkheden op. Van der Ham: “Behalve dat er een aantal slordigheden in zit, is ook de houding richting franchise uiterst negatief. In elke sector zijn wel figuren die de randen van het toelaatbare opzoeken, maar het lijkt wel of die uitzonderingen als maatgevend worden gezien. Dat slaat helemaal nergens op. Franchise is een bewezen succesvol samenwerkingsmodel dat tot aantoonbare betere resultaten leidt dan die van zelfstandige niet-samenwerkende ondernemers, in de verschillende markten. Het is niet voor niets dat franchisenemers het relatief beter deden tijdens de crisis van de afgelopen jaren.” Van der Ham vindt verder dat de MvT recht moet doen aan de feiten en ook moet focussen op de positieve kant van de franchiserelatie. “Er is te weinig oog voor de werkelijke praktijk”, zegt hij.

Non-concurrentiebeding

Ook de onderwerpen als goodwill en non-concurrentiebeding baren de NFV en de aangesloten franchisegevers zorgen (artikel 919). “Ook zou er meer aandacht moeten zijn voor de diversiteit binnen franchise; hard en soft franchise en grote en kleine franchisegevers en franchisenemers. En dan heb ik het nog niet eens over de verschillen tussen sectoren als retail food, retail non-food, horeca, zorg en dienstverlening. Het staat vast dat de huidige wettekst effect heeft in de praktijk, maar hoe groot dit zal zijn, daar geeft de MvT geen helder antwoord op. En dat vinden wij vreemd”, aldus Burgers. Hij hoopt dat de staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat en minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming nog eens zeer kritisch kijken naar de wetsteksten. “Ook houden wij ons vast aan de reacties die gedurende de consultatie zijn gepubliceerd door tal van franchisegevers. Die moeten de ogen openen, want een voorstel zoals dat nu er ligt is volgens ons onwerkbaar in de praktijk.”

Vier onderdelen

In het wetsvoorstel ligt de nadruk op vier onderdelen die volgens de ministeries cruciaal zijn voor evenwichtige franchiseverhoudingen;

  • De precontractuele uitwisseling van informatie.
  • De tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst.
  • De beëindiging van de franchisesamenwerking.
  • Het overleg tussen franchisegever en zijn franchisenemers.

Nieuwe bestuursleden

Marjolein de Neef van iQ Coaches en Rob Hogervorst van FEBO Beheer zijn de nieuwe leden van het bestuur van de NFV. Marjolein de Neef is samen met Herman de Neef de grondlegger van iQ Coaches Nederland, een landelijke organisatie voor levensbrede begeleiding bij autisme en AD(H)D. Zij draagt franchise een warm hart toe, om die reden is een functie in het bestuur van de NFV haar volgens eigen zeggen ook op het lijf geschreven. Hetzelfde geldt min of meer voor Rob Hogervorst. Hij is als franchisemanager bij FEBO Beheer verantwoordelijk voor het franchisemodel binnen de fastserviceformule en heeft in die hoedanigheid de afgelopen acht en half jaar veel ervaring opgedaan over het reilen en zeilen binnen het franchisemodel.

Lees meer over:
NFV
Martijn Louws Martijn Louws
Redacteur

De Nederlandse Franchise Vereniging is de overkoepelende belangenorganisatie voor franchising in Nederland.