De franchisegever gaat failliet. En nu?

Als een franchisegever failliet gaat, kan dit behoorlijk wat problemen voor een franchisenemer opleveren. De curator komt openstaande rekeningen incasseren en in het slechtste geval zet hij u uit uw pand. Hoe kunt u - als franchisenemer - zo veel mogelijk problemen voorkomen?

Als een franchisegever failliet gaat, dan blijft het franchisecontract in principe gewoon geldig. De curator neemt de rechten en plichten van de franchisegever over. Hij kan hier niet aan voldoen en zal daarom zo snel mogelijk op zoek gaan naar een partij waar hij de organisatie aan kan verkopen of hij zal het franchisecontract beëindigen. “In dit geval ben je eigenlijk overgeleverd aan de curator”, vertelt Annelies van Zoest, advocaat bij advocatenkantoor GoversVanZoest in Amsterdam. “Je kunt als franchisenemer dan mogelijk wel het contract opzeggen als er al sprake was van wanprestatie. Maar dat moet je dan goed kunnen aantonen.” In de praktijk gaat het gelukkig vaak anders. Vrijwel elk franchisecontract bevat een clausule waarin staat dat franchisenemers het contract mogen opzeggen als de franchisegever failliet gaat, zodat franchisenemers hun eigen koers kunnen varen.

Openstaande rekeningen

Als het contract beëindigd is, zijn franchisenemers niet van hun zorgen af. Vaak begint het dan pas, weet Van Zoest uit ervaring. Veel franchisenemers hebben namelijk openstaande rekeningen die de curator gewoon komt incasseren. Om hier onderuit te komen, adviseert Van Zoest de franchisenemers om tijdig een dossier op te bouwen. “Voordat een franchisegever failliet is, is er soms al van alles aan de hand”, vertelt ze. “De goederen worden niet of niet op tijd geleverd, er wordt niets meer aan marketing gedaan of de begeleiding is onder de maat. Als je dat merkt is het van belang om tijdig te klagen en de klachten te bewaren in een dossier. Als je voor of tijdens een faillissement een beroep kunt doen op wanprestatie van de franchisegever, kun je misschien onder de openstaande rekeningen uitkomen.”

Pand

Een ander probleem is dat veel franchisenemers hun pand huren van de franchisegever. Bij een faillissement wordt de curator de nieuwe verhuurder en als het franchisecontract eindigt, kan hij de franchisenemer uit het pand zetten. Ook hier zijn mogelijkheden om er onderuit te komen, al ligt dit wel iets ingewikkelder. “Als je een pand huurt van de franchisegever, dan zal er vaak een koppeling zijn gemaakt tussen de looptijd van het franchisecontract en die van het huurcontract”, vertelt Van Zoest. “Voor die koppeling moet - formeel gesproken -  vooraf toestemming worden gevraagd bij de kantonrechter. In de praktijk zie ik vaak dat dit niet is gebeurd en die koppeling dus niet goed is gemaakt. Als dat het geval is, dan heb je geluk. De koppeling kan dan ongeldig zijn waardoor je - net als iedere andere huurder - huurbescherming hebt. Een verhuurder mag je dan niet zomaar uit je pand zetten. Als de koppeling wel goed is gemaakt, heb je snel het nakijken. Een beëindiging van het franchisecontract kan dan ook de beëindiging van het huurcontract betekenen.”

Merk

Tot slot is het zaak om na te denken over uw eigen toekomst. Als franchisenemer kunt u niet onder hetzelfde merk verder gaan. Het merk kan tot de failliete boedel behoren of eigendom zijn van een andere partij, bijvoorbeeld de holding. Van Zoest adviseert franchisenemers in dit geval om contact te zoeken met elkaar. “Samen kun je bijvoorbeeld besluiten om het merk te kopen of om als een soort coöperatie samen verder te gaan. Je bent niet verplicht om met de groep iets te doen, maar het is de moeite waard om het eens te overleggen.” Ook doorgaan onder een afgeleide merknaam is een mogelijkheid. “In dat geval zou ik me wel altijd goed laten informeren door een merkjurist”, zegt Van Zoest. “De nieuwe naam mag niet te veel lijken op de oude want dan maak je merkinbreuk. De curator zal dan aanvoeren dat je verwarring werkt en daar kun je veel problemen mee krijgen.”

Nieuw begin

Maar het allerbelangrijkste is volgens Van Zoest dat je je voor en tijdens een faillissement niet te afwachtend opstelt. “Ik kan me voorstellen dat een faillissement vrij overweldigend overkomt en dat je als franchisenemer niet meteen weet wat je moet doen. Laat je daarom tijdig adviseren door een jurist en zoek contact met andere franchisenemers. Een failliet van een franchisegever hoeft voor een franchisenemer niet het einde te betekenen. Misschien is het wel een mooi nieuw begin.”

“Ze hebben ons aan ons lot overgelaten” 

Het ging al langer slecht met Lampenier. Toch was het even schrikken toen de franchisegever op 2 december 2008 failliet ging. Hoe hebben de franchisenemers De Vogel uit Berkel en Rodenrijs en Wieger Greijdanus uit Assen die periode ervaren?

Beide heren hadden al lang van tevoren signalen gekregen dat het echt niet goed ging met Lampenier. “In de zomer was het al duidelijk dat Lampenier kwakkelde”, vertelt Greijdanus. “We kregen steeds meer berichten van verschillende verhuurders dat de huren niet werden betaald en we kregen steeds maar een minimale uitlevering van goederen. Half oktober hebben we als franchisenemers gezamenlijk een advocaat ingeschakeld. Achteraf gezien was dat misschien wel wat laat. Toen ontstond er namelijk een juridisch steekspel waarbij we voortdurend aan het lijntje werden gehouden door de franchisegever. Hij hield zich niet aan ultimatums en probeerde op die manier zo veel mogelijk tijd te rekken.”

Pand

De gevolgen van het faillissement waren het grootst voor de franchisenemers die een pand huurden van Lampenier. “Ik zat gelukkig in een eigen pand”, vertelt De Vogel. “Maar franchisenemers die een pand huurden van de franchisegever durfden hun franchisecontract niet op te zeggen omdat ze bang waren dat ze uit hun pand gezet zouden worden.” Ook hadden veel van hen moeite om een nieuw huurcontact te sluiten met de eigenaren van de panden. “Lampenier had een huurachterstand van een half jaar”, vertelt Greijdanus. “Officieel moet de eigenaar daarvoor een rekening indienen bij de curator. Maar daar ziet hij natuurlijk weinig van terug. Daarom hebben veel eigenaren geprobeerd de schuld te verhalen op de franchisenemers, bijvoorbeeld door beslag te leggen op de voorraad of door bij het afsluiten van een nieuw huurcontract een forse huurverhoging door te voeren. Ik heb geluk gehad. Ik heb een goed contact met de verhuurder en we zijn er dan ook snel uitgekomen.” 

Problemen

Maar er kwamen natuurlijk nog meer problemen. Zo vertelt Greijdanus over de administratie die helemaal in handen was van Lampenier. “We moeten de administratie van het boekjaar 2008 helemaal opnieuw opzetten. Ik verwacht dat me dat twee tot drieduizend euro gaat kosten.” De Vogel vertelt over de problemen die hij had om nog goederen van de leveranciers te krijgen. “Ik heb alle leveranciers direct benaderd”, vertelt hij. “Veel leveranciers hadden nog geld tegoed van de franchisegever. Dus dat leverde veel gedoe op.” Inmiddels hebben beide franchisenemers een doorstart kunnen maken bij Euretco. Toch verwacht De Vogel dat het nog zeker tot september duurt voordat alles weer loopt zoals het moet lopen. “We bestellen nu direct bij de leveranciers. Dat is daardoor omslachtiger en er staan wekelijks vijf vrachtwagens voor mijn deur. Euretco gaat dit allemaal beter stroomlijnen maar dat heeft nog even zijn tijd nodig. Ook zijn ze bezig met het opzetten van een nieuw concept waar we op wachten.”

Facturen

Terugkijkend op het faillissement vindt De Vogel dat hij er goed vanaf is gekomen. “Achteraf gezien had ik meer facturen van de franchisegever vast moeten houden”, zegt hij. “Door het faillissement heb ik namelijk veel kosten gemaakt. Ik heb de curator daar een rekening voor gestuurd en die heeft dat weggestreept tegen de openstaande rekeningen. Maar dan bleef er nog een behoorlijk bedrag over waar ik naar kon fluiten.” Greijdanus heeft een nare nasmaak aan het faillissement overgehouden. “Ik vind dat ze ons qua levering aan ons lot hebben overgelaten. Al lang voor het faillissement hadden we veel klantbestellingen maar we kregen geen of weinig artikelen. Dit leverde natuurlijk veel boze en teleurgestelde klanten op die hun bestellingen annuleerden. Uiteindelijk hebben we via via toch nog wat artikelen kunnen bestellen maar we hebben veel goodwill verloren door de hele situatie. Verder geeft het te denken dat de franchisegever in die periode doorging met het werven van nieuwe franchisenemers. Er is toen zelfs nog een nieuwe overeenkomst afgesloten.” 

Risico nemen

Tot slot vindt Greijdanus het erg vervelend dat hij een pand huurde bij Lampenier waardoor hij juridisch veel zwakker stond. “Aan de andere kant heeft een eigen pand ook nadelen”, vertelt hij. “In mijn vorige bedrijf had ik een huurcontract op mijn naam. Ik had vervolgens de grootste moeite om het over te laten zetten. Dus je weet toch nooit van tevoren waar je goed aan doet. Ondernemen blijft risico nemen.”