Diana Ipek zweert bij ‘Febo-familie’

Via de franchisebeurs Onderneem ’t! kreeg ze uiteindelijk toch waar ze al een tijdje naar op zoek was: een eigen zaak van Febo. Ze liet ervoor een carrière in het bank- en verzekeringswezen achter zich.

Meerdere locaties bekeek ze, maar die vielen steeds af om de een of andere reden. Het moest waarschijnlijk zo zijn, want ineens was daar de mogelijkheid om de vestiging aan het Buikslotermeerplein over te nemen. 

Na ruim veertien jaar hielden franchisenemers Theo en Els van Calsbeek het daar voor gezien en zochten een waardig opvolger in Amsterdam-Noord. Diana draaide een maand met Theo en Els mee om de kneepjes van het vak te leren. Ook volgde ze een interne training en kreeg alle ins en outs van de Febo productiekeuken te zien. “En dan word je verliefd”, kijkt ze daarop terug. “Het is allemaal zo vers.” 

Grondig voorbereid begon ze op 1 februari 2016 aan het avontuur. Om haar zaak door en door te leren kennen, werkte ze de eerste twee jaar zeven dagen in de week. “Maar het voelt niet als werk, het is je thuis”, merkt ze op. “De winkel is als een kindje, waar je voor wilt zorgen.” Ruim twee jaar later was ze toe aan een volgende stap. Een franchisevestiging van een andere horecaketen, die door haar man werd gerund, verkochten ze en aan het Hugo de Grootplein in Amsterdam-West openden ze hun tweede Febo-vestiging. Aan een rotonde op een heel druk punt. Hier moesten ze vanaf nul beginnen en het pand bovendien ingrijpend verbouwen.

VASTE FRANCHISEFEE

Ze startten op 1 mei 2018 in een gloednieuwe zaak, stroopten de mouwen op en overleefden de coronapandemie. Meer dan dat, want ‘we zijn alleen maar aan het plussen’, zegt Diana. “Hoe harder je werkt hoe meer je verdient.” Dat heeft volgens haar alles te maken met het concept dat Febo al sinds jaar en dag hanteert: een vaste fee in plaats van een percentage van de omzet.

De achterliggende gedachte is dat het avontuur interessant moet zijn voor de franchisenemer, en hard werken en ondernemen worden beloond. ”Als Febo een filiaal opent, weet je ook dat het goed zit. Ze kijken echt of de franchisenemer een goede boterham kan verdienen.”

Diana noemt Febo ‘een familie’ waarin ze helemaal thuis is. “Je voelt dat ze er voor je zijn, je bent geen nummer. Ze staan altijd klaar voor je, ook op zondag als de productiekeuken eigenlijk is gesloten. En tijdens corona waren ze oprecht bezorgd hoe het met ons ging. Veel franchisenemers zijn al heel lang bij de formule aangesloten, dat zegt ook al genoeg.” Haar identiteit als Arameeër (een van de eerste christelijke gemeenschappen ter wereld) koestert ze. Haar vader groeide op in Turkije en nam de stap een bestaan op te gaan bouwen in Nederland, waar hij zijn vrouw ontmoette. Na jarenlang buffelen in loondienst begon hij een eigen Turkse supermarkt in Diemen. Daar groeide Diana ook op. Hij spoorde zijn kinderen aan hard te werken en een eigen zaak te beginnen. En andere mensen te helpen. Diana: ”Mijn ouders zijn nu heel trots. Ik ben dus ook heel goed voor mijn personeel en steek er veel tijd in om nieuwe medewerkers goed in te werken.” Van de personeelskrapte heeft ze minder last omdat ze samen met haar man in de zaak werkt. Hij staat meestal in de Febo in West, zij in Noord.

BUURTFUNCTIE

Zelf is Diana verknocht aan de zaak op het Buikslotermeerplein, midden in een levendige volksbuurt, die sterk in ontwikkeling is. “Ik ben er gek op. Het is heel multicultureel en er komen veel vaste gasten in de zaak.” In 2018 was ze Febo van het jaar, in 2019 werd ze tweede en tijdens corona waren er geen verkiezingen. Dat het wel goed zit tussen Diana Ipek en het Buikslotermeerplein is duidelijk.

Er komen ook veel oudere buurtbewoners, ‘echte Noorderlingen’, die ’s ochtends samen koffie komen drinken en meestal ook wel een kroketje daar achteraan nemen. Ook als ze niets consumeren zijn ze van harte welkom bij Diana. ,,We hebben echt een buurtfunctie. Ze mogen blijven zitten, het is ook hun toko.”

Ze is blij dat ze zich helemaal op haar klanten in de winkel kan richten en zich niet al te druk over het bezorgen hoeft te maken. Dat komt omdat Febo samenwerkt met drie bezorgpartners die dat werk grotendeels uit handen nemen. Inmiddels heeft haar broer drie vestigingen van Febo, haar broertje één, runnen twee neefjes ieder een vestiging en staan Diana en Ninos open voor meer vestigingen. Dat laatste is in lijn met de strategie van Febo om jaarlijks circa zes nieuwe vestigingen te openen. De teller staat nu op tachtig, waarvan 63 franchise.

De volgende generatie begint ook al warm te draaien. ,,Mijn oudste is acht jaar en is een echte Febo-fan, ze wil er al werken.”

Lees meer over:
Hans Veltmeijer Hans Veltmeijer
Redacteur
Bekijk ook