Turbulentie in franchise: uitvergroot in de media of structureel probleem?

De kranten staan al jaren bol van verhalen over onenigheid tussen (groepen) franchisenemers en hun franchisegever. Gaat het hier om een paar groot uitgemeten voorbeelden of kent de franchisesector structurele problemen? De Rabobank deed onderzoek. Doel: een onderbouwd antwoord op deze vraag geven en handvatten bieden om de samenwerking te verbeteren.

Voorbeelden zijn er legio: Bakker Bart, DA, Blokker, Albert Heijn, Biretco, Bruna, HEMA, enzovoorts. Volgens verhalen in de media zou er een onevenwichtige machtsverhouding zijn tussen franchisegever en -nemer, met als gevolg een oneerlijke verdeling van kosten en opbrengsten. Franchisenemers zouden onvoldoende profiteren van de omzet uit online verkoopkanalen en de franchisegever zou te weinig doen aan formule ontwikkeling. De Nederlandse Franchise Code (NFC) probeert door het dicteren van duidelijke spelregels deze onevenwichtigheid weg te nemen. 

Het onderzoek

De Rabobank heeft onderzoek gedaan onder franchisenemers in haar netwerk van klanten. Partijen uit verschillende sectoren en formules hebben via een enquête de samenwerking met de franchisegever beoordeeld. Daarin kwamen onder meer aan bod: formuleontwikkeling, online, communicatie, supply chain, vrijheid voor ondernemerschap en het franchisecontract. Dit onderzoek levert interessante inzichten op. Het maakt duidelijk dat tevredenheid op de verschillende deelgebieden flink uiteenloopt. 

De resultaten

Algemene tevredenheid 
Bijna 40% van de franchisenemers is ontevreden over de samenwerking met de franchisegever. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door de financiële verhoudingen. Zo geeft 46% van de franchisenemers aan dat zij onvoldoende toegevoegde waarde ervaren van de franchisegever in verhouding tot de betaalde fees. Ruim 40% geeft aan onvoldoende inkomen te kunnen genereren binnen het verdienmodel van de formule. Naast financiële zaken vormen meer onderwerpen een bron van ontevredenheid bij franchisenemers. Zoals toekomstperspectief (25%), logistiek (35%) en communicatie (40%).

Online dienstverlening
Bijna de helft van de franchisenemers (46%) is ontevreden over de samenwerking op het gebied van online dienstverlening. Ze zijn vooral ontstemd over de verdeling van kosten en opbrengsten (60%) uit het online kanaal. De volgende quotes van respondenten zijn veelzeggend: “De online verkopen komen uitsluitend ten goede aan de franchisegever, deze is hiermee een extra concurrent” en “Franchisegever legt de hoge kosten van online bij ons neer.”

Verschillen tussen food & non-food
De tevredenheid van franchisenemers verschilt per branche. In de foodretail zijn zij duidelijk meer tevreden over het verdienmodel dan in de non-foodretail (71% vs 46%). Dat geldt ook voor tevredenheid over hoe de franchisegever inspeelt op veranderend consumentengedrag (88% vs 54%). Maar op het gebied van online retail is dit beeld omgekeerd. Slechts 33% van de foodretailondernemers is hierover tevreden, terwijl franchisenemers in de non-foodretail op dit punt minder kritisch zijn (54% is tevreden).

Franchisemodel 
In het franchisemodel ondersteunt een centrale franchisegever de lokale ondernemers op allerlei gebieden. De franchisenemers zijn ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ over deze ondersteuning op de volgende gebieden: operationeel (77%), prognoses opstellen (76%) en social media (70%). Ook over de vrijheid in ondernemerschap zijn de franchisenemers over het algemeen tevreden (80%). Als sterke punten in het eigen ondernemerschap noemen zij: de mogelijkheid om zelfstandig commerciële acties op te zetten, de winkel in te richten, personeel samen te stellen en streekproducten te mogen verkopen. De franchisenemers zijn iets kritischer over de vrijheid om het assortiment volledig zelf te mogen bepalen, al is nog altijd 68% hier tevreden over.

Conclusies

Zijn franchisenemers in het algemeen ontevreden over de samenwerking met hun franchisegever? De resultaten van het onderzoek neigen naar een ‘ja’, maar zijn genuanceerd. Wel is duidelijk dat onderdelen van de samenwerking meer aandacht moeten krijgen van franchisegevers. Een goed functionerend online platform waarbij kosten en opbrengsten eerlijk worden verdeeld, is bijvoorbeeld cruciaal voor een goede samenwerking (zie kader). Ook is extra aandacht nodig voor het verdienmodel, de fees en de mogelijkheid een goed inkomen te verdienen. Dat blijken bronnen van ontevredenheid die tot turbulentie kunnen leiden. Belangrijk is dat soms niet eens het franchisemodel zelf een bron van ergernis is, maar vooral de beperkte transparantie en communicatie.

Een onevenwichtige machtsverhouding valt niet uit de resultaten op te maken. Franchisenemers zijn wel behoorlijk kritisch over de prestaties van hun franchisegever. De franchisegever zou niet voorbij moeten gaan aan deze mening van de franchisenemers, zelfs als de franchisegever die mening onredelijk vindt. Voor een goede samenwerking is het van belang dat er een open dialoog is tussen franchisegever en -nemers, bijvoorbeeld binnen een franchiseraad. 

De economisch zware tijden stellen het franchisemodel behoorlijk op de proef en leggen zwaktes in het model bloot. De Rabobank ziet de problemen in franchise dan ook niet als incidenten maar als structurele uitdagingen waarmee iedere franchiseformule te maken krijgt. Wel maakt dit onderzoek opnieuw duidelijk dat het franchisemodel wel degelijk werkt, als franchisegever en -nemers de uitdagingen tenminste sámen aangaan. 

Bruno Schoonbeek, Relatiemanager Franchise bij de Rabobank

Zo komen FG en FN tot een goede omnichannel samenwerking:

  1. Samen onderkennen van het belang van omnichannel voor de formule.
  2. Inrichten commissie ‘omnichannel’ bestaande uit FG en FN.
  3. Klantbehoefte moet leidend zijn bij gezamenlijk ontwikkelen omnichannelpropositie.
  4. Kosten en opbrengsten volledig transparant maken en een heldere verdeling afspreken.
  5. Onderkennen van gevolgen voor het verdienmodel en voorstellen van oplossingen.
  6. Voortdurende evaluatie en zo nodig aanpassing van het model. 

 

Turbulentia in franchise!